7. Wandelgebied Massif des Écrins
Het Massif des Écrins is een van de mooiste gebergten van West-Europa. Midden in dit gebied liggen de twee zuidelijkste vierduizenders van de Alpen, de Barre des Écrins (4.102 m) en de Dôme de Neige des Ecrins (4.015 m). De toppen rondom halen de vierduizend-meter-grens weliswaar niet, maar zijn qua dimensies en ruigheid bijna ongeëvenaard in de Alpen. Zoals de Ailefroide (3.954 m), de Mont Pelvoux (3.946 m) en de Grand Pic de la Meije (3.982 m). De Meije (3.982 m) is de beroemdste berg van de Hautes-Alpes; hij wordt ook wel de ‘koningin van de Oisans’ genoemd. De Meije is een architectonisch meesterwerk zonder weerga: de noord- en de zuidwand zijn als het ware tegen elkaar geplakt, waardoor een west- en een oostwand nagenoeg ontbreken. Het resultaat is een extreem luchtige bergkam, waarover een van de fraaiste overschrijdingen van de Alpen loopt. De zuidwand is dé wand van de Hautes-Alpes!
De oostelijke Écrins is het allermooiste deel van het Massif des Écrins, mede omdat je daar als wandelaar heel dicht bij de grote bergen komt. Bovendien valt er minder neerslag dan in het westen. Het grootste deel van de Écrins behoort tot het Parc National des Écrins, dat met 91.800 hectare het meest uitgestrekte nationale park van de Franse Alpen is. Van noord naar zuid kun je de oostelijke Écrins indelen in vier gebieden die zeer van elkaar verschillen: Briançonnais west, Vallouise met Entre les Aygues, Vallée de Freissinières, en Durance west.
De westelijke Écrins bestaat van noord naar zuid eveneens uit vier gebieden: Oisans, Valjouffrey, Valgaudemar en Champsaur.