Wandelen in Noorwegen

Meer informatie over de wandelroutes die wij hebben gelopen:

1. Middagtochtje vanaf de vuurtoren van Lindesnes

We klauteren over ronde granieten rotsen en dalen af via geitenpaadjes langs kreken en binnenzeetjes. We passeren verrassend veel wilde bloeiende planten, smakelijke bosbessen en hebben de zee voortdurend in het zicht. Dit gebied staat bekend om zijn intense weersomstandigheden, die meerdere keren per dag kunnen veranderen van kalm naar stormachtig. Wij genieten van de combinatie van blauwe lucht, stralende zon en fikse wind.

Deze ochtend hebben we onze tent opgezet op de camping in Lindesnes, het zuidelijkste punt van Noorwegen. Vanaf de parkeerplaats bij de nabijgelegen vuurtoren maken we een fijn middagwandeltochtje, een ronde over de Skorberg via Sulebatjønna en weer terug.

Veel Noorse wandelroutes kun je volgen via verfklodders op stenen en rotsen. Over het algemeen betekent de kleur groen dat het een lichte route betreft, blauw staat voor middelzwaar en rood is uitdagend. Er zijn hier meerdere routes met uitbreidingslussen uitgestippeld, zien we op de duidelijke overzichtskaart bij de parkeerplaats van de vuurtoren.

• TIP: Het eerste onderwaterrestaurant van Europa bevindt zich hier: Under, wat zowel ‘wonder’ als ‘onder’ in het Noors betekent. Het betonnen gebouw is ontworpen door Snøhetta, ligt 5,5 meter onder zee en heeft een enorm acryl raam dat uitzicht biedt onder zee. Het kan de elementen trotseren, omdat het functioneert als kunstmatig rif. Under heropent in maart 2024 met een nieuw, toegankelijker concept, want eerst kon je er alleen een exquise 18-gangenmenu nuttigen.

2. Klim naar de Preikestolen

Het is filelopen hier! Wij klimmen met vele andere enthousiastelingen in ons kielzog over een goed onderhouden fool proof pad. De hike naar de Preikestolen staat op vele verlanglijstjes en leek ons ook wel wat.

Deze plek is beroemd door de blockbusterserie ’Mission Impossible’. In een van de afleveringen zie je Tom Cruise met slechts een paar vingers bungelen aan de klif, die in de film overigens in India is gesitueerd, maar zich dus in Noorwegen bevindt. De rots is dan ook een waar mirakel: een bijna kaarsrecht plateau dat 604 meter boven een fjord uitsteekt en lijkt te zweven in de lucht. Je kunt erheen lopen via een stijgend bergpad van 4 kilometer. Het uitzicht is adembenemend, maar verwacht dus wél gezelschap onderweg. En ook al lijkt de klim niet zo superlang, we zien medewandelaars die zich niet hadden gerealiseerd dat je toch beter goede wandelschoenen kunt dragen en dat je genoeg water en wat te snacken mee moet nemen.

Eenmaal boven wacht de klif, die door z’n imposante schoonheid én legendarische filmoptreden ook dé plek blijkt voor Instagramwaardige foto's. Dat betekent dus: in de rij staan voor dé foto (zodanig poseren dat het lijkt of je gracieus op de rand balanceert) en ondertussen genieten van de creatieve en bizarre poses van al die mede-avonturiers uit alle windstreken van de aardbol... wat toch óók wel weer wat heeft.

• TIP: Vertrek voor 7 uur of na 20 uur (’s zomers) – bij mooi weer is wildkamperen op de uitgestrekte rotsvlakte voordat je de Preikestolen bereikt een aanrader.
• TIP: Check de weersomstandigheden en actuele informatie via de officiële site preikestolen365.com.
• TIP: Onthoud vanaf welke parkeerplaats je vertrekt: er zijn er namelijk twee.

3. Dagtochten over de Fossestien in het Gaularfjellet-dal

De waterval Likholefossen dondert meterslang over machtige keien in de rivier. Op de designbrug staan we te kijken naar het witte schuim dat dag en nacht wild opstuift. We slapen er goed op, op dat geraas, in onze nabijgelegen hut (hytte) op de camping van Hov. Tijdens ons langere verblijf lopen we verschillende delen van de Fossestien. Deze met een rode F gemarkeerde wandelroute is 21 kilometer en leidt langs 14 watervallen, 7 bergmeren en talloze stroompjes en moerassen. Je kunt je door de campingeigenaar een eind verderop laten afzetten en teruglopen, wij lopen zelf ‘heen-en-weertjes’ steeds vanaf een andere P-plek, want dezelfde weg terug oogt in zo’n gebied toch helemaal anders. Het is steeds weer mooi, we zien inheemse planten bloeien, vogels en insecten, berken die krom staan van de wind. De uitzichten veranderen steeds weer, mede door het wisselende weer met dan weer zon, dan weer wolken, dan weer ochtenddauw of mistslierten en soms een fikse maar korte regenbui.

• TIP: Het uitzicht vanaf uitzichtpunt Utsikten biedt een uitkijkje over hoge bergen, diepe kloven plus een lekkere haarspeldbochtenweg, inclusief daarop herkauwende schapen – iets wat je vaker ziet in de bergen, dus da’s opletten.
• TIP: Sunnfjord Museum is een klein openluchtmuseum waar je ziet hoe ze in deze regio in de 19e eeuw in kleine gemeenschappen leefden. Er staan houten huizen met een plaggendak vol wilde planten. Precies zoals onze eigen campinghut. Je kunt hier ook nog een langere route lopen naar een voormalig schooltje. De weg hierheen vanaf Vik heeft haarspeldbochten met magnifieke views en komt langs de waterval Vallestadfossen bij Viksdalen.
• TIP: Wij wandelden nog een glibberig tochtje bij Rimmane, waarvandaan je naar de top van de regio kunt klimmen, kijk hier. 

4. Tussenstop bij het Nærøyfjord

Het smalste fjord van Noorwegen is het Nærøyfjord, een wilde arm van het beroemde grote Sognefjord. Het is 17 kilometer lang en meet op het smalste stuk slechts 250 meter. Het staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.

Je kunt er met een ferry overheen varen, of met een kano erop vanaf het plaatsje Gudvangen. Wij logeren een stukje verderop op de camping en maken uitstapjes naar de Flåm-trein, wat we geen aanrader vinden, want de kaartjes zijn best duur en liever wandelen wij zelf een berg op. Het dorpje Undredal is wel een ritje waard, met een leuke pub en ook een kleine camping aan het water.

5. Hoogvlaktes en toppen van nationaal park Vang i Vandres

Door mijn onoplettend navigeren, rijden we zomaar ineens door de langste tunnel van Noorwegen! We hadden over die Lærdalstunnel gelezen, maar even niet in de gaten dat die dus híer is. OMG, hij is 24,5 kilometer lang, daar keer je dus niet zomaar om… en het is ook niet een traject dat je voor een tweede keer wilt rijden… Maar als we eenmaal aan de andere kant belanden, blijken we eigenlijk verkeerd uit te komen met de route die wij in ons hoofd hebben. Dan kun je twee dingen doen, en wij kiezen voor: onze plannen omgooien – gelukkig zijn wij mega-flexibel – en dat pakt verdraaid goed uit.

Ten eerste blijken we langs het beroemde staafkerkje van Borgund te komen, een bijzonder Vikingschip-achtig middeleeuws bouwwerk dat echt een stop waard is. Ten tweede belanden we in Vang i Vandres, een wat minder bekend natuurpark, waar wij een paar geweldige wandeldagen beleven.

Op de prettige kleinschalige camping Rogn huren we een hutje met bescheiden kookgelegenheid. Daarvandaan kunnen we al direct door bloeiende weides wandelen over beboste heuvels langs de rivier, waar we zelfs op verscholen grafheuvels stuiten.

De campingeigenares blijkt betrokken bij de wandelroutes in de streek en wijst ons de weg met een grote gedetailleerde kaart waarvan we een kopie krijgen. Op haar aanraden rijden we naar de nabijgelegen Slettefjellkiosken. Vanaf dat punt kun je de Slettefjellvegen oprijden, een lokale grindweg vol haarspeldbochten. Bovenaan gloort de top van de Slettefjel, een machtige vlakte met zicht op de bergen van het beroemde Jotunheimen. We arriveren in koude maar zonnige omstandigheden, en verpakken onszelf in fleece, herfstjas en zetten een muts en capuchon op. De wandeling over die hoogvlakte is super. We lopen van steenmannetje naar steenmannetje en hebben het idee dat we door kunnen lopen tot niemandsland.

• TIP: Ook wandelwaardig zijn hier Besseggen, Rasletind, Knutshø, Bukkelægret en Glittertind. Verder slingert de beroemde Kongsvegen door dit gebied, een voormalig postkoetspad. Wij liepen een deel en vonden het een aardige boswandeling over kliffen, met zicht op het meer Vangsmjøse.
• TIP: Verder in deze buurt te bezichtigen: het staafkerkje in Øye.
• TIP: In wintersportdorp Beitostølen heb je outdoorshops en horeca, wij karden er gauw doorheen richting de parkeerplaatsen verderop (NB kronen mee om te betalen voor het stallen van je auto) om de Bitihorn te beklimmen. Dat is een populaire en haalbare klim – ook voor kinderen – van zo’n ruim twee uur heen en twee uur terug. Wij reden erheen vanaf onze camping in Rogn via de mooie heuvelroute Raudalsvegen en terug via Skammestein.

Wandelen in Noorwegen

Toeren door Noorwegen

Er zijn veel tolwegen, maar ik heb daar tot op heden nog geen rekening voor in de bus gehad. Verder zijn er onderweg vele, vele tunnels, ook toltunnels, en ook best wat ferries. Over het algemeen toer je over 80 km-wegen. Alleen op de snelweg van Oslo naar Kristiansand konden we 110 km/u rijden. Als je een wat dunner bevolkt gebied ingaat: tank of pin van tevoren, want wij stonden eens ergens bij een tankstationnetje waar je alleen met Noorse kronen en niet met een buitenlandse pas kon afrekenen.

Eten in Noorwegen

In de meeste grotere dorpen en stadjes is een supermarkt en iets van horeca te vinden. Onderweg (lekkere) koffie drinken is lastig, dus neem je brandertje mee voor eigen koffie onderweg. Vegan uit eten is lastig. Vegetarisch lukt wel, dan heb je vaak nog kaas te accepteren, bijvoorbeeld op pizza of salade, of boter in gebak.

Kamperen in Noorwegen

Tent of camper? Vooral grotere Noorse campings zijn voornamelijk ingesteld op campers. Ook zie je op sommige campings een gedeelte met vaste gasten die daar een caravan hebben staan met een hokje ertegenaan getimmerd. Met onze tent stonden we op die grotere campings vaak wat ongemakkelijk tussen de campers of huisjes ingeklemd, of op een lullig overgebleven hoekje, op sommige plekken zelfs verstoken van elektra. Tentkamperen op een camping lijkt dus ‘uit’ in Noorwegen. Wat begrijpelijk is: het is er vaker regenachtig en daardoor wat killetjes. Wat wel weer geweldig is: op Noorse campings is er bijna altijd een gemeenschappelijke ruimte met ingerichte keuken waar je gebruik van mag maken. De douche was meestal niet inbegrepen, maar de douchemuntjesautomaten werkten nergens meer, dus we betaalden voor onze douchebeurten bij het afrekenen, iets wat op goed vertrouwen ging.

Oordopjes mee… Op de grotere campings stonden we twee keer vlakbij luidruchtige Noorse weekendgasten. Zoals op de stadscamping in Stavanger waar een vriendengroep tot 2 uur ‘s nachts zat bij te praten met drank en muziek, of op een familiecamping aan de oostkust waar een groep vaste standplaatsgasten aan een lange tafel vanaf de middag tot middernacht hits draaiden en als klapstuk nog eens gingen lallen bij een gitaar. Maar we hebben ook op supercharmante kleine campings gestaan waar het heerlijk rustig was. Kijk verder bij het uitzoeken van een camping naar de ligging: veel locaties liggen pal naast een doorgaande weg.

Je kunt in Noorwegen ook wildkamperen, daar gelden enkele regels voor, zoals niet te dicht op bebouwing en uiteraard je zooi zelf meenemen. Dat hadden wij graag uitgeprobeerd, maar het kwam er wegens het natte weer helaas niet van en we konden ook niet goed inschatten waar je dat nou echt leuk/fijn/praktisch kon doen met onze vrij grote tent. Met een klein campertje, een terreinwagen-met-slaapdak of een rugzak-met-trekkerstentje is dat handiger. Ook geldt dat hoe noordelijker je Noorwegen intrekt, hoe makkelijker wildkamperen wordt. Iets voor een volgende keer!

• TIP: Op meerdaagse tochten kun je slapen in een van de vele trekkershutten, die vind je via deze link.

Georganiseerd op reis naar Noorwegen

Wil je graag wandelen in Noorwegen, maar kun je wel wat hulp gebruiken bij het organiseren ervan? Bekijk dan het aanbod van SNP Natuurreizen.