icon-mouse icon-mountain icon-facebook icon-instagram icon-pinterest icon-twitter icon-youtube icon-close icon-zoek icon-triangle-left icon-triangle-right icon-ebike icon-hond icon-gezin icon-zwaarte icon-gps icon-trein icon-comfort
Image
Gran Paradiso Italië
Reistip

Tien bergtoppen voor bergwandelaars

  • 07 december 2022
  • Door: Roel van den Eijnde
  • Fotografie: Tom Jur (coverfoto)

Bergen zijn er om te beklimmen. Maar niet iedereen kan uit de voeten met een klimgordel, carabiners en een klimtouw. En toch lonkt de top, soms met een heus topkruis en een topboek. Goed nieuws! Wij hebben een lijst met tien pieken waar je zo, met een goede conditie, naar boven hiket.

Onlangs deden we op social media een oproep om wandelbergen met ons te delen. Bergen die zonder extra hulpmiddelen en via een ‘veilige’ route te beklimmen, of eigenlijk dus te bewandelen, zijn. Niet per se kort of makkelijk, maar voor iedereen met een behoorlijke conditie goed te doen. Er kwamen een paar hele interessante inzendingen binnen die we, gecombineerd met de suggesties van kenners, hebben meegenomen in onderstaand overzicht. Het is een mix geworden van niet te missen klassiekers en onbekende pareltjes, verdeeld over heel Europa zodat niet alleen de Alpen aan bod komen.

Berg 1. De Gaustatoppen, 1883 m (Noorwegen)

Wie de top van de 1883 meter hoge Gaustatoppen bereikt, wordt getrakteerd op een verbluffend uitzicht over een gebied dat groter is dan de oppervlakte van Nederland. Bij kraakhelder weer is een zesde deel van het Noorse vasteland te zien; 60.000 km2 om precies te zijn! En op een wat mindere dag zijn daar altijd nog de bergen van Telemark, Buskerud en Oslomarka. Beslist niet verkeerd.

De hoogste top van de Noorse provincie Telemark is zeer geliefd, óók bij families met kinderen.

De eenvoudigste, goed gemarkeerde route begint op een parkeerplaats bij Stavsro op 1100 meter hoogte waarna je in ongeveer 2,5 uur naar de top loopt. Reken daarna nog twee uur voor de afdaling. Het pad richting de Gaustatoppen is rotsachtig, dus goede wandelschoenen zijn sterk aanbevolen. Net onder de top staat de Gaustatoppen Turisthytte. Hier kun je overnachten, maar er zijn slechts 11 plaatsen. Iets eten en drinken kan echter altijd: de warme wafels die er worden gemaakt zijn befaamd en het uitzicht is gratis.

Tip: Er gaat ook een tandradbaantje tot een hoogte van 1800 meter. Vanaf daar sta je in slechts een kwartiertje op de top.

Image
De Gaustatoppen in Noorwegen
De Gaustatoppen in de Noorse provincie Telemark

Berg 2. De Piz Boè, 3152 m (Italië)

Enige ervaring en een goede conditie zijn nodig voor de beklimming van de Piz Boè de hoogste top van het Sellamassief. Maar technisch moeilijk, nee. De berg staat daarom ook wel bekend als de ‘makkelijkst te beklimmen 3000’er in de Dolomieten’ en dat predicaat zorgt ervoor dat het er in de zomer erg druk kan zijn. De beste tip die we kunnen geven is dan ook om de zomermaanden te vermijden en te kiezen voor het voor- of naseizoen. Of heel vroeg uit de veren te gaan!

De klassieke beklimming begint op de Passo Pordoi op 2239 meter; een klim van ca. drie uur. Op de top (mét enorm topkruis) mag je een 360°-panorama over de hele Dolomieten verwachten. Van de Dolomieten in Alta Badia naar het Val Gardena en de stad Bolzano. En van de Dolomiti di Sesto naar het bergmassief Pale di San Martino, van de Ampezzaner Dolomieten naar het Rosengartenmassief. In het noorden is zelfs de hoofdkam van de Alpen te zien, waaronder de Grossglockner! Net onder de top staat de Rifugio Capanna Piz Fassa waar men zich kan laven aan warme koffie en koel bier.

Alternatief is om de kabelbaan te nemen naar Sass Pordoi op 2950 meter en vanaf daar de top in 1 tot 1,5 uur te beklimmen.

Image
De Piz Boè in Italië (Dolomieten)
De Pic Boè in het Sellamassief (Italië)

Berg 3. De Salvaguardia, 2738 m (Spanje)

De Posets is na de Pic de Aneto de op één na hoogste top van de Spaans Pyreneeën en daardoor een aantrekkelijk klimdoel. Maar tot in augustus kan er sneeuw liggen op sommige lastige passages en daarom kiezen veel wandelaars voor een andere mooie Spaanse Pyreneeëntop: de Salvaguardia. Minder hoog betekent echter niet minder mooi! Eenmaal op 2738 meter hoogte aangekomen, kijk je tot ver in Frankrijk. Niet alleen naar Bagnères de Luchon (o.a. bekend als aankomststad van de Tour!), maar ook het ‘vlakke’ achterland achter de Pyreneeën.  En…je ziet de top van de Posets liggen.

Wie de klim wil maken, kan rekenen op een schitterende tocht door aanvankelijk bos en grasland, maar al snel kom je boven de boomgrens en wandel je door een ruig landschap van Pyreneeëntoppen. Op twee-derde van de route bereik je de Puerto Benasque (2444 meter) die de grensovergang met Frankrijk vormt. Start en finish vormt het Llanos del Hospital (restaurant!) op 1750 meter. In totaal maak je dan een geweldige dagtocht van zes uur, uit en thuis, met 1000 hoogtemeters.

Image
De Salvaguardia in Spanje
De Salvaguardia in de Spaanse Pyreneeën

Berg 4. De Gaisspitze, 2779 m (Oostenrijk)

De Gaisspitze (ook Geisspitze of nog mooier: Geiẞspitze) ligt in het Oostenrijkse Rätikongebergte, boven de plaats Tschagguns. Een beklimming van deze berg is niet moeilijk of eng, wel zeer de moeite waard door de heerlijke panorama’s op o.a. de beroemde Drei Türme, Sulzfluh en Drusenfluh.

Een klassieke route loopt vanaf Latschau door het prachtige Gauertal via de vernieuwde Lindauerhütte op 1744 meter. De hut werd in 1999 getroffen door een lawine, afkomstig van de Gaisspitze. Vanaf de hut is de top via de Geißspitzsteig in ongeveer 1,5 uur te beklimmen.

Alternatief: met de Golmerbahn naar 1890 meter en dan over de Golmer Höhenweg naar het Golmer Joch (2124 m), Latschätzkopf (2219 m) en Kreuzjoch (2261 m) naar de Gaisspitze. Looptijd naar de top is dan ongeveer 2 uur.

Image
De Gaisspitze in Oostenrijk
De Gaisspitze in het Oostenrijkse Rätikongebergte

Berg 5. De Barrhorn, 3610 m (Zwitserland)

De Barrhorn in het Zwitserse Wallis is één van de hoogst ‘bewandelbare bergen’ van de Alpen. De top is het beste te doen in twee dagen waarbij de eerste dag op de Turtmannhütte (2519 m) wordt overnacht. Vanaf daar volgt de volgende dag een schitterende klim van ongeveer 3 uur naar de top. De ‘sleutelpassage’ Gässi is voorzien van staalkabels.

De beloning voor deze inspanning is een fabelachtig uitzicht over een hele reeks vierduizenders, waaronder de Mischabel- en Monterosaketen en de imposante Weisshorn. Startpunt voor de klassieke wandeling is de plaats Gruben op 1800 meter.

Let wel, ook in de zomer kan het koud zijn, dus neem altijd warme kleding mee! Verder moet je door de hoogte zorgen voor een goede acclimatisatie.

Makkelijker en prachtig alternatief in de buurt: de Wannihorn (de ‘huisberg van Grächen’) met een hoogte van 2655 meter.

Image
De Barrhorn in Zwitserland
De Barrhorn in de Zwitserse Alpen

Berg 6. De Sněžka, 1603 m (Tsjechië/ Polen)

De koningin van het Reuzengebergte, de Tsjechische Mont Ventoux, de Kroon van de Sudeten…. De Sněžka (‘Sneeuwkop’) kent vele bijnamen. De zéér dominante berg ligt in het noorden van Tsjechië, precies op de beboste grens met Polen en is ondanks zijn imposante omvang goed te beklimmen. Op de flank van de berg loopt een duidelijk en goed onderhouden pad. Eenmaal boven aangekomen, bots je op een soort vliegende schotel, onderdeel een futuristisch ogend meteorologisch observatorium. Ook is er een milieu-educatiecentrum, een hostel, restaurant én een postkantoor vanaf waar je een kaartje kunt versturen.

Vanaf Pec pod Sněžkou gaat er overigens ook een (prijzige!) kabelbaan die je in een kwartier naar boven brengt. Het kan dus heel druk zijn op de Sněžka. Ga daarom in het voor- of najaar en sowieso heel vroeg (of juist laat) op de dag en geniet van de opkomst van de zon. Of de ondergang. Oh ja, neem wat warms mee. Het verschil tussen dal en top kan zo maar 15 graden zijn!

Image
De Snezka in Tsjechië
De Sněžka in het Tsjechische Reuzengebergte

Berg 7. De Kreuzspitze, 3457 m (Oostenrijk)

De beklimming van de Kreuzspitze (ook wel Ötztaler Kreuzspitze) vormt een machtige uitdaging voor iedereen die een keer een 3000’er wil beklimmen. Het is een van de hoogste bergtoppen in de Oostelijke Alpen die je kunt bereiken zonder een gletsjer over te hoeven steken. De top is vanuit Vent in een keer heen én terug erg lang, daarom is een overnachting in de Martin-Busch-Hütte (2501 m) aan te raden. Vanaf deze hut is de ‘huisberg’ bij goede omstandigheden in ongeveer 2,5 uur te beklimmen. De route naar de top is duidelijk gemarkeerd.

Door zijn ligging tussen de hoofdkam en de Weißkamm zijn vanaf de top de gletsjers en toppen van de Ötztaler Alpen zeer goed te zien.

Image
De Kreuzspitze in Oostenrijk
De Kreuzspitze in de Oostenrijkse Ötztaler Alpen

Berg 8. De Maglić, 2388 m (Bosnië/ Montenegro)

De Maglić is de hoogste berg van Bosnië-Herzegovina, op een steenworp van de grens met Montenegro. De route omhoog is lang en inspannend, maar technisch nooit moeilijk. Het uitzicht op de top is machtig. Aan de ene kant tuur je naar de langgerekte Montenegrijnse bergketen Durmitor. Aan de andere kant ligt het Sutjeska Nationaal Park met zijn uitgestrekte beukenbossen, meren en bergen van over de 2000 meter.

Je kunt de berg op twee manieren ‘aanvallen’. Vanaf het Prijevor-zadel aan Bosnische zijde waarmee het een fikse een dagtocht is, niet geschikt voor beginnende bergwandelaars. Of je maakt de tocht wat minder inspannend en minder moeilijk door de eerste dag naar het gletsjermeer Trnovačko jezero (1500 meter) aan Montenegrijnse kant te lopen en daar aan de oevers te kamperen. Hier is ook een klein, bemand hutje waar je wat etenswaren kunt kopen en voor weinig geld een simpele, maar droge slaapplaats vindt.

Overigens betekent Maglić mist, dus houd vooral de weerberichten in de gaten. Met mist is het zonde om de top te beklimmen, je ‘mist’ dan echt een fantastische uitzicht. Juni is een schitterende maand als je door velden vol bloeiende bloemen loopt!

Image
De Maglic in Bosnië / Montenegro
De Maglic op de grens tussen Bosnië en Montenegro

Berg 9. De Punta Chaligne, 2607 m (Italië)

De wandeling naar de Punta Chaligne is een afwisselende, niet al te lange tocht naar een indrukwekkend uitzichtpunt. Overnacht bij voorkeur in de Rifugio Chaligne om de volgende dag de Punta Chaligne te beklimmen. De hut is comfortabel, sfeervol en het eten bijzonder goed. Op de top heb je niet alleen uitzicht op het Mont Blancmassief, maar ook op de Grivola en de andere bergen van de Gran Paradiso. De tocht is door het overzichtelijke terrein en de variatie ook geschikt voor wat oudere kinderen. De totale klim vanaf de hut naar de top en terug duurt 5.30 uur.

Image
Punta Chaligne Gran Paradiso
De Punta Chaligne in het Italiaanse NP Gran Paradiso, foto: Sandra van der Linden

Berg 10. De Pic de Foréant, 3081 m (Frankrijk)

De Pic de Foréant en de Pic de Caramantran (3025 m) strijden om het predicaat ‘makkelijkste drieduizender’ van de Queyras. De wandeling naar de Foréant is veel mooier en afwisselender.

Ondanks het padloze stukje naar het meer Lac de Foréant is de tocht niet moeilijk of zwaar en meestal sneeuwvrij. De route op de graat is enigszins luchtig en steil, maar niet overdreven steil. Ga vroeg op pad: dit is een echte steenbokkengraat!

Bonus: in het Lac de Foréant spiegelen zich op zonnige dagen de enorme kalkplaten van de indrukwekkende berg Taillante. In totaal duurt de tocht zo’n 3,5 uur. De auto parkeer je op een hoogte van 2630 meter.

Wandeling 9 en 10 zijn beschreven in respectievelijk de gidsen 'Met uitzicht op de Mont Blanc’ en ‘Met uitzicht op de Écrins’ van Noes Lautier en Robert Eckhardt. Meer info: www.weijdert.nl

Image
Pic de Foréant in Frankrijk
De Pic de Foréant in de Franse Queyras, foto: Dominicus Johannes Bergsma
Praktische info

Moeilijkheidswaardering

  • Bovenstaande bergtoppen zijn voor geoefende wandelaars allemaal goed te doen. Ze vallen binnen de moeilijkheidsgraad T2 of T3 (behalve de Barrhorn, deze is gewaardeerd met T4!), wat betekent dat de toppen zonder technische hulpmiddelen gedaan kunnen worden. Wel is er soms een staalkabel aangebracht om een lastige passage te overwinnen. Kijk voor een uitleg over de Zwitserse moeilijkheidswaardering op deze pagina.
     
  • Voor iedere tocht in het hooggebergte geldt: bereid je altijd goed voor. Stel je op de hoogte van de actuele weersomstandigheden en het verloop van de route. Neem uitrusting mee voor alle denkbare omstandigheden. Ook een op papier eenvoudige beklimming, kan door de omstandigheden ingrijpend veranderen. Zorg dat je op de hoogte bent van de alpiene noodsignalen en zet het telefoonnummer van de reddingsdienst in je telefoon. Breek je tocht af als dat nodig is; een berg beklimmen is geen wedstrijd. Het allerbelangrijkste: geniet!
     
  • Op het internet zijn talloze artikelen te vinden over ‘makkelijke bergen’. Let wel dat het hier vaak om een persoonlijke ervaring gaat die niet per se hoeft te stroken met de werkelijkheid. Bij de gespecialiseerde boekhandel vind je veel boeken over ‘makkelijke bergen’. 

    Tip: 3000er Ostalpen. Drüber und drunter van uitgeverij Rother met zestig wandelbergen in de Ostalpen van net boven of net onder de 3000 meter. Rother geeft sowieso veel gidsen uit met de titel Wanderberge.