De Bärentrek is een van de mooiste trektochten van Zwitserland. We wandelen over gletsjers, langs machtige rotswanden en beroemde bergen zoals Eiger, Mönch en Jungfrau. Reken op pittig alpien terrein met soms steile klims (of kabelbanen) en pasovergangen (of stoeltjesliften).
Voor de spectaculaire Bärentrek hoeven we niet ver te reizen. Startpunt Meiringen ligt op dagafstand treinen van Utrecht. Lekker relaxt tot zover dus, maar dat geldt bepaald niet voor de Bärentrek zelf. Het is een pittige wandelroute deels door alpien terrein met lastige passages via kabels en ladders. Voor ons een prima uitdaging, maar geen wandelroute voor ongetrainden.
We zijn fit, goed toegerust en hebben het wandelgidsje van Bärentrek-expert Iris Kürschner op zak. Net als Iris worden we als een magneet aangetrokken door al die beroemde (bijna) vierduizenders van het Berner Oberland, waaronder de Eiger, de Mönch en de Jungfrau. De Bärentrek klimt over negen passen, doorkruist tien dalen, passeert oude boerendorpjes als Grindelwald, Kandersteg en Gstaad en eindigt in de Vooralpen aan de voet van het massief van Le Diablerets. ‘Het contrast van ijs en rotsen met de botanische rijkdom van de almweiden is nergens zo overweldigend mooi als hier, op de overgang van vergletsjerde bergreuzen en het groene voorgebergte van de Berner Alpen’. Het belooft wat volgens Iris.
De eerste dag is een fijne warming-up. Vanaf Meiringen wandelen we in zuidelijke richting door het Reichenbachtal en stijgen dan zo’n 730 meter naar Rosenlaui. We zijn duidelijk niet de enige Berner Oberland bewonderaars, een nostalgisch kabeltreintje door dit fraaie groene dal trekt hordes toeristen. Net als hotel Rosenlaui, met z’n Jugendstilgevel en slaapkamers met lampetkannen en bloemetjesbehang. Het belangrijkste voor ons is rust voor de spieren. Want de tweede etappe is niet voor de poes, meer dan 600 meter stijgen naar de Grote Scheidegg, dan ruim 900 meter dalen naar Grindelwald en vervolgens weer bijna 600 meter stijgen. Een dag van zo’n zeven uur wandelen.
De wandelroute van Meiringen naar Grindelwald gaat over een oude handelsweg, vlak langs indrukwekkende bergreuzen en dat is bloedjemooi. Het decor bestaat uit sappig groene bergweiden en stemmige esdoornwouden. Af en toe vangen we een glimp op van de Engelhörner. De bleke rotstanden lijken de hemel te doorboren. Even verderop zien we de flanken van de Wetterhorn glinsteren onder het gewicht van tonnen ijs en sneeuw. Aan de voet van de berg heeft smeltwater de Rosenlaui gletsjerkloof uitgesleten. En dan komt het mooiste nog. Als we de Grote Scheidegg-pas over zijn doemt de immense noordwand van de Eiger op. Een loodrechte rotsplaat van 1650 meter hoog! Vier dagen deden de eerstbeklimmers er in 1938 over om de bijna 4000 meter hoge top te bereiken. Nu is de Zwitser Dani Arnold recordhouder met 2 uur en 28 minuten.
We dalen af het dal in van de Schwarzen Lütschine waar de bewoonde wereld van Grindelwald begint. Het panorama, het bergtrio Eiger, Mönch en Jungfrau en de ooit kolossale gletsjer trokken wereldwijd de aandacht en veranderden Grindelwald van boerengehucht tot pleisterplaats voor alpinisten.
De volgende dag volgen we de bewegwijzering van de Eigertrail, dicht langs de noordwand van de Eiger naar de Kleine Scheidegg. Het is overweldigend om in de schaduw van deze kolos te wandelen. De afdaling die volgt gaat het nauwe Trümmelbachdal in. Het woeste gletsjerwater stort langs de loodrechte rotswanden naar beneden en heeft een onderaards gangenstelsel uitgesleten. Op hoogte tegen de rotsen liggen de terrassen van Gimmelwald en Mürren. Je moet er een waanzinnig uitzicht hebben op de Jungfrau-groep. En uitzicht betekent: klimmen!
Vandaag staat de wandeling Mürren, Rotstockhut (2039m), Sefinenfurgge (2612m), Griesalp (1440m) op het programma, een tocht van zesenhalf uur met 1250 hoogtemeters en een pittige afdaling met kabels en ladders. We volgen eerst een panoramische route over de Spielbodenalp naar de Rotstockhut, gevolgd door een steeds steilere beklimming van de Sefinenfurgge. Onze kuiten en conditie worden behoorlijk op de proef gesteld. Dan volgt de afdaling, steil het Kiental in. Genusswandelaars – een leuker woord dan zondagswandelaars - vertelden ons gisteravond dat je ook de zuidelijke variant langs de Gspaltenhornhütte kunt nemen. Die zou erg mooi en makkelijker zijn. Tja.. morgen moeten we toch ook aan de bak. Dat is de dag van de zware maar bloedmooie koningsetappe, van Griesalp naar Kandersteg via het Oeschinenmeer en het Blümlisalp-massief.
Het Blümlisalpmassief is bedekt met ijsvelden. Drie toppen heeft het massief, waarvan de Blüemlisalphorn (3661m) de hoogste is. We steken over via de Hohtürli (2778m), die vanwege de verschillende gezekerde passages, doorgaat voor de uitdagendste pas van de Bärentrek. Na een lange en steile klim krijgen we een fenomenaal uitzicht voorgeschoteld. In de diepte zien we het ijskoude Öschinenmeer glinsteren. Enorme wanden rijzen bijna loodrecht uit de oever omhoog. De afdaling naar deze beauty – misschien wel het mooiste meer van Zwitserland - gaat via de morenen van de Blümlisalpgletscher. Voor zondagwandelaars is er een gondellift de vallei in naar Kandersteg.
Vanaf Meiringen valt de Bärentrek samen met de Hintere Gasse, een oude handelsweg. In Kandersteg splitsen de routes, in Lenk komen ze weer samen. De Hingere Gasse volgt een pittig traject over de Ammertenpas; de Bärentrek kiest een eenvoudiger traject over de Hahnenmoospas. Wij doen de pittige variant, een lange wandeldag met als highlight de beklimming van de Bunderspitz. Op dag 7 volgt dan de 900 meter lange afdaling van de Ammertenpass naar de Iffigenalp, een aanslag op onze knieën! Met gloeiende gewrichten vervolgen we onderlangs het machtige Wildstrubelmassief. Watervallen storten langs de rotswanden naar beneden, kolkende bergbeken en romantische almweiden omzomen de weg. Het is zo mooi dat we onze knieën al zijn vergeten als we bij Iffigenalp aankomen.
Een kronkelweggetje voert langs de Tungelwaterval bergafwaarts naar de Lauenenmeer. Deze laatste dag van de Bärentrek is een lange, van Iffigenalp naar Gstaad. Er zijn enkele pittige trajecten (twee pasovergangen en twee afdalingen tot in het dal) maar de beloningen zijn ook niet mals: de Iffigsee, die op 2075 meter hoogte ligt, aan de voet van de Wildhorn en gevuld is met turkooizen water. En de Lauenensee, het meer waar we nu langslopen. In feite zijn het twee meertjes met rafelige randen, rietgordels, witte wolgrasveldjes en donkere dennen dichtbij. Ansichtkaarten! Direct vanaf het Lauenenmeer kun je naar de Sodersegg wandelen en door naar de Chrinepass, de overgang naar het Saanendal. Alternatief is doorlopen naar Lauenen waar je de wonderschone panoramaweg over de Walliser Wispile kunt oppikken, een top van 1982 meter hoog.
Eenmaal in Saanenland vallen de statige, oude boerderijen meteen op. De beroemde Saanenkazen die hier geproduceerd werd bracht de boeren ooit zoveel welvaart dat ze zich konden vrijkopen van de rijke graven van Gruyères. Het romantische, Saanenlandse dorpje Gsteig is het eindpunt van de Bärentrek. Het heeft een wit kerkje met punthoed, chaletachtige boerderijen en een decor van machtige bergen. We kijken elkaar aan. Gsteig is een plek om even te lanterfanten. En dan.. onderuit op dat heerlijke malsgroene Alpengras!
Op de Bärentrek zul je geen beren tegenkomen. De naam is een lokkertje en verwijst naar de beren die hier in het verleden leefden. De laatste beer werd halverwege de 18e eeuw afgeschoten.
Wandelen langs de grootste gletsjer van de Alpen, fabelachtig berglandschap, uitdagende huttentochten en mountainbiken door de ongerepte natuur - in het Zwitserse Wallis kan het allemaal. Wij dompelden onszelf onder in de couleur locale en hebben de mooiste tips en beschrijvingen voor jou verzameld in 5 artikelen: