Trans Pennine Trail
‘Fietsen in Engeland? Daar is het nat, vlak en staat veel wind. En ze fietsen nog links ook.’ Fietsmaat Frank loopt duidelijk nog niet over van enthousiasme. Na iets meer onderzoek over de route, de Trans Pennine Trail, de windrichting en een check richting het hoogteprofiel wordt de deal beklonken. Frank en ik pedaleren in drie en een halve dag van Southport aan de Ierse Zee, tot Hornsea aan de Noordzee. In 346 kilometer van Coast to Coast.
Hard werken
De Trans Pennine Trail is oorspronkelijk een wandelpad, maar ook goed te doen op de fiets, volgens de website. Aangezien de route voor een groot deel onverhard is wordt een stevige fiets aangeraden. Dat laat ik me geen twee keer zeggen. Dit is een mooie kans om mijn gehuurde droomfiets -de Santos Travelmaster- uit te proberen. Het is eb. De zee is nauwelijks te zien. Zodra we de verplichte foto, bij het startpunt in Southport, hebben gemaakt, zetten we de meters op nul en kan het avontuur beginnen.
De wind vanaf de Ierse Zee blaast ons de eerste kilometers de duinen door. Katwijk in het klein, zo voelt het een beetje. “Fietst prima zo, net als thuis!” We hebben het nog niet gezegd of het woord Trail doet z’n naam eer aan. Achter elkaar aan vliegen we de bossen in. Smal, bochtig, heerlijk! Nog geen minuut later gaan we echter vol in de remmen. ‘Roadblock’, roept Frank. Er zijn dus wel degelijk fietspaden in Engeland, echter zijn ze dusdanig specifiek voor wandelaars en fietsers, dat al het andere geblokkeerd dient te worden. Het gevolg? Hekjes, in alle soorten en maten. Eroverheen, eronderdoor, de fiets schuin houden en een beetje wrikken of de fiets tillend over de naastgelegen omheining. In de praktijk betekent dit een volledige work-out. De eerste twee dagen is het meer regel dan uitzondering, de laatste twee dagen blijft dat gelukkig achterwege. Voordeel is dat het rustig is op het pad, op wat locals met hun hond en een aantal eekhoorns na, is het stil.
Mersey Side
Als we Liverpool schampen wordt het drukker. Rauwer ook. Graffiti op en onder de treinbruggen die hier nog altijd staan. Kapot glas, doorleefde koppen van de ‘scousers’. De Trans Pennine Trail geeft je een dwarsdoorsnede van Engeland en haar inwoners. Als we aan de praat raken met een man, laat hij twee dingen blijken, zijn politieke voorkeur (‘Mr Wilders is right!’) en een uitstekende kennis van de Trail. ‘There left, till the bridge, go right and the third to the left, or… you just follow the signs, lads!’ Want zo is het, de fietspaden worden misschien veel onderbroken, maar de borden staan overal, fout rijden is geen optie. Als we even later van de ‘Liverpool Loop line’ afgaan, is het ineens flink klimmen, de lichtste versnellingen worden aangesproken. Het zweet begint te druppelen. Eenmaal boven staat Frank inmiddels verward op de kaart te kijken. Een mede-fietser bevestigd zijn vermoeden, gaan we toch nog fout. ‘Just go down here, and back on the Loop Line.’ Heel af en toe zijn er aftakkingen die (in dit geval) een route naar Liverpool Centrum aanbevelen. Aan het einde van de Loop Line volgt de rivier de Mersey, de rest van de dag vervult ze een hoofdrol. Van breed tot smal meandert de Mersey met ons mee. In Widness wacht de pub met koude pints en warm pubfood.
Het giet! En dat op de langste etappe, met de meeste hoogtemeters en het grootste gedeelte off-road. Het ‘op tijd vertrekken’ valt letterlijk in het water, maar gelukkig is het rond tien uur die ochtend droog. ‘Have a safe trip gentlemen’, de receptioniste van het hotel kijkt ons met wat medelijden na. Niks dan een spray regenwater achterlatend gaan we oostwaarts. Opgejaagd door de donkere wolken en harde wind fietst het goed door. Het duurt niet lang of we glibberen langs de Mersey. Het water uit de lucht is op, de nattigheid op de grond is des te meer aanwezig. Als kleine jongens crossen we door de modder. Het wandelpad verschilt qua route soms met het fietspad, maar de vele bordjes zijn een zegen. Samen met de kaarten van de TPT zijn we geen moment in vertwijfeling over de route. ‘Broodje eten?’ De Subway biedt uitkomst. Honderden extra calorieën vinden de weg naar binnen, er komt een pittig gedeelte aan -we gaan de Pennines nu echt over- en de meegebrachte repen gaan sneller dan verwacht.
Klimmen en kraken
Zweet mengt zich met de opspattende modder, elke slok water uit de bidon wordt vervolgd door krakende zandkorrels tussen de tanden. Frank zegt niet veel meer, ik ook niet, de hoogtemeters lopen gestaag op. Met percentages tussen de zeven en acht procent is het stoempen op de keien omhoog. Aan de linkerhand de vele waterreservoirs, rechts de begroeide heuvelhellingen, in nevelen gehuld. Met zijn 435 meter is Woolhead pass het hoogste punt van de route en tergend langzaam bereiken we tegen etenstijd de top. Met een vermoeide glimlach persen we er een high-five uit en laten ons in de waterige nevel rond de Pass als een steen naar beneden voeren. Tegen negen uur in de avond checken we in. ‘you can put your bikes in the room!’, ‘uhh well, you might reconsider that’. Zelden zijn fiets en berijder smeriger geweest dan vandaag, maar wat was het lekker! Rozig en schoongewassen pakken we de laatste gang in de nabijgelegen pub. Met goed vlees en een lekkere pint besluiten we de tweede dag. Dit was een pittige, een advies om de hele Trans Pennine Trail in drie-en-een-halve dag te voltooien is misschien niet heel reëel. Of je moet –net als wij- wel houden van een uitdaging.
‘You sure picked the right direction!’
De keuze voor een West – Oost variant van de Trail is een juiste. Dat merken we vooral nu de ondergrond langzaam verandert naar meer en meer steen en gravel. Het terrein is open. De westenwind heeft vrij spel en we profiteren ten volle. ‘You sure picked the right way’ aldus twee trailgangers die in tegengestelde richting tegen de wind in beuken. Fazanten kijken verschrikt op vanuit de graanvelden als de twee Hollanders in hun element voorbij zoeven. De roadblocks zijn ook minder, de cottages steeds Engelser. Het is zondag en dat betekent ‘Sunday Carvery’. Volle parkeerplaatsen vanaf een uur of 12 bij de pubs. Hele families stouwen kalkoen en andere vleessoorten naar binnen. Bij de vraag om een salade of een sandwich voor lunch, is steevast het antwoord: ‘Today is sunday, carvery sunday!’ Helaas, we eten wel een energiereepje meer. De rest van de honger stillen we in Goole, de pub met de passende naam ‘The hungy horse’ voorziet ons in alles wat we nodig hebben. Een goede burger, een flinke pint en voetbal op de televisie.
Hornsea Rail Trail
De Britse kinderen in uniform kijken ons meewarig aan, in de eerste en enige bui van de dag rijden we Goole uit. Farms met klinkende namen als Trinity House Farm en Gravel Hill Farm glijden voorbij. Konijnen, korhoenders en fazanten zwaaien ons uit. Via dorpjes als Kilpin, Blacktoft en Broomfleet rijden we ons droog en doemt Hull al op in de verte. Langs de rivier ‘Humber’ is de industrie al in gepaste mate aanwezig. In onze rechterooghoek ligt ons vervoer en laatste overnachting ‘The pride of Hull’ al te wachten. Even kijken Frank en ik elkaar aan -zullen we?-, maar nee, natuurlijk maken we de Trans Pennine Trail af. Aan de Noordwest kant van Hull begint de laatste 15 mijl van de trail. Dit stuk wordt de Hornsea Rail Trail genoemd. Sinds 1965 rijdt hier geen personentrein meer, wat is achtergebleven is een onverhard pad richting de Noordzee. Hobbelend van de boomwortels zijn het niet de makkelijkste laatste meters, maar de zilte lucht trekt ons naar het eindpunt. Een man op leeftijd werkt zich in het zweet om het stations huisje waarin hij woont te onderhouden. ‘It’s still the same as 50 years ago, only the rails are gone’, vertelt de man trots. Trots! Dat zijn wij ook. Hornsea is gehaald. Een dwarsdoorsnede van Engeland in vier dagen tijd is eigenlijk te kort, reden te meer om het nog eens over te doen!
Praktische info Trans Pennine Trail
Om te beginnen, neem langer de tijd dan wij hebben gedaan. Het is heerlijk om even te kijken hoe het leven voortgaat in dorpjes waar de tijd heeft stilgestaan, waar de jam tussen de scones nog zelf wordt gemaakt en waar de telefooncellen zonder telefoons nog blijven staan vanwege de nostalgie. Wij reden door, zagen het mede als een sportieve prestatie, maar er is zoveel meer dan dat. De Trans Pennine Trail is voor iedereen aan te raden, kies alleen de juiste dagafstanden. Veel informatie over de route en mogelijke stopplaatsen is te vinden op de site: transpenninetrail.org.uk
Fiets
De Trans Pennine Trail is voor een groot deel onverhard, kies dus een fiets die dit aankan. Zelf had ik de ideale oplossing. Ik huurde een Santos Travelmaster 2.9 via Jan Brinkman fietsen. Voor een week heb je DE fiets voor dit werk. Stevige banden, rohloff naaf en riem, laat die modder en kiezels maar komen!
Vervoer
P&O Ferries bracht ons van Rotterdam Europoort naar Hull. S ‘avonds heen, slapen op de boot en halfacht rijd je weer van de boot af –let op: links fietsen-. Vanuit Hull gingen we met de TransPennine Expres trein naar Southport. Een plaats reserveren vooraf is slim, de fiets kan gratis mee in de trein.
Overnachten
Wij sliepen achtereenvolgens in:
- Best Western Everglades Park Hotel in Widness, uitgebreid ontbijt, gelegen buiten het centrum, grote kamers.
- IBIS Styles in Barnsley, groot hotel, prima kamers, fietsen kunnen binnen staan. Heerlijke pub met goed eten ertegenover.
- Goole, the Briarcroft hotel, klein, net hotel in een huiselijke buurt.