Nazaré Way: meerdaagse wandelroute in Portugal

Reisverhaal Nazaré Way - Dwalen door imposant kalksteengebergte, koffie in kleine dorpjes en tot rust komen in bosrijke gebieden

Vanochtend vertrok ik uit Nazaré, voor de eerste dag van mijn Caminho Fatima: de Nazaré Way. Deze dag brengt me van beginpunt Nazaré aan de kust, naar Pedreiras in het binnenland van Centraal-Portugal. Het is meteen de langste dag van deze route: 24 kilometer met een hoogteverschil van 217 meter. Van de prachtige kustlijn van Nazaré, bekend als surfspot met de ‘big waves’, naar Fátima, bedevaartsoord in het centrale deel van Portugal.

De Nazaré Way loopt in 54 kilometer van het Santuário de Nossa Senhora da Nazaré, een imposante kerk uit de zeventiende eeuw, naar het Santuário de Nossa Senhora do Rosário de Fátima. Op die plek verscheen - zo gaat het verhaal - de Heilige Maagd Maria op 13 mei 1917 aan drie herderskindjes. Jaarlijks komen zo’n 6,2 miljoen mensen naar Fátima om deze gebeurtenis te herdenken en hun eigen pelgrimstocht af te leggen. 

Op de weg naar Fátima passeer ik diverse kloosters en kerken die de Heilige Maagd Maria vereren. Daarnaast wandel ik door indrukwekkende natuurgebieden als Parque Natural das Serras de Aire e Candeeiros. Ook kom ik door kleine dorpjes met vaak één bar, supermarkt of zelfs dat niet eens. 

Dag één: Nazaré – Pedreiras

De wandeling vanuit Nazaré voert me van Santuário de Nossa Senhora da Nazaré naar de binnenlanden. Ik wandel door bosrijke gebieden en langs perenboomgaarden.Onderweg doemt het Mosteiro de Santa Maria de Cós op. Dit was in de zestiende eeuw een van de meest rijke kloosters, alleen voor vrouwen. Sinds 2021 is het een nationaal monument. 

Het klooster is te bezoeken, maar heeft wel beperkte openingstijden. Vanuit het klooster wandel ik verder, alsmaar omhoog. Dit is de meest pittige klim van de dag, waarbij ik vooral door de bossen kom. Het Santuário de Nossa Senhora da Luz in Castanheira ligt midden in die bossen en is alleen van de buitenkant te bewonderen.

Dan wandel ik door boomgaarden en langs velden, om uiteindelijk bij eindpunt Pedreiras aan te komen. Het plein met daaraan een kerk, markeert het einde van de etappe. 

Ik overnacht in de buurt van Pedreiras, in het stadje Batalha. Dat is ongeveer vijftien minuten met de auto of bus rijden. Batalha is vooral bekend door het imposante Mosteiro da Batalha. Een klooster dat heel goed onderhouden is en midden in de stad staat. Een fijne plek om de tijd voor te nemen en rond te dwalen. 

Dag twee: Pedreiras – Alvados

De volgende ochtend pak ik de route op in Pedreiras. Deze wandeldag is beduidend korter met z’n vijftien kilometer, maar heeft wel meer heuvels. Ik wandel Pedreiras uit en zie de grote stenen reuzen al liggen in de verte. Langs bomen die bastloos zijn (daar wordt kurk van gemaakt), loop ik het buitengebied in. Mijn voetstappen op het grind en het geruis van de wind door de bladeren, is het enige dat ik hoor onderweg. In de verte blaft een hond.

Eenmaal het bos uit, komt het asfalt. Ik kom langs huizen met citroenbomen in de tuin en dan volgt de eerste echte klim van de dag. Omhoog richting het groen en een uitzicht over Porto de Mós. Ik wandel naar beneden, richting dat plaatsje. Daar passeer ik de Igreja de São Paolo, waar beelden van de Heilige Maagd Maria en de drie herderskindjes buiten staan. 

De route gaat verder richting het Parque Natural das Serras de Aire e Candeeiros, maar ik buig eerst even af naar het plaatsje. Er is hier een kasteel te bewonderen en het is een perfecte plek voor pauze met koffie en pastel de nata.

Vanuit Porto de Mós gaat de tocht richting de volgende heuvels in het natuurpark. Ik volg de rivier Lena alsmaar en kom uit bij een bospad. Het belangrijkste gesteente in dit park is kalksteen, dat ik bij mijn klim omhoog voortdurend zie. Na de laatste kilometers omhoog, sta ik tussen twee bergtoppen in, met een prachtig uitzicht. Ik eet mijn meegenomen lunchpakketje op en wandel naar beneden. Door olijfboomgaarden en langs geurende jasmijn, is het fijn wandelen.

Mijn overnachtingsplek in Alvados ligt praktisch aan de route en markeert het eindpunt van etappe twee: The Nest. Dit is een fijn hotel met kamers die zijn geïnspireerd op het natuurpark waarin het ligt. Houten wanden en vloeren en beschilderingen van de vos, haas en uil. Dieren die in het park leven.

Dag drie: Alvados – Fátima

Dag drie van de Nazaré Way brengt mij naar het welbekende Fátima. Vooral op de 12e en 13e van de maand is dit een populaire plek. Dat is het moment waarop de Heilige Maagd Maria verscheen aan de drie herderskinderen.

De wandeling begint na een goed ontbijt en gaat al snel omhoog. Dit is de pittigste dag met 376 hoogtemeters. De tocht van vijftien kilometer gaat eerst over asfalt en al snel door een rustige, bosrijke omgeving. Rechts de bergen, door gras verder wandelend, is dit een heel groen deel van de tocht. Ik passeer geregeld eucalyptus, dennen en kurkbomen onderweg. 

Vandaag staat het aantal kilometers tot aan Fátima vaker aangegeven op de routebordjes. Ik kom af en toe door een dorpje waar even wat leven is, maar wandel vooral door de heuvels. In het dorpje Pia do Orso, dat bekend staat om de beer die vroeger in de omgeving leefde, is het tijd voor koffie.

Snel lopen naar Fátima

Dan is daar de laatste heuvel van de dag; eentje waarop ik ruim vijf kilometer lang omhoog wandel. Langs dennenbomen, over de São Mamede, langzaamaan richting Fátima. De bossen uit, naar de bewoonde wereld. Voor me loopt een andere pelgrim. Hij lijkt steeds harder te lopen. Rent zelfs op een gegeven moment. Om de kilometer staat er nu een paal met de afstand tot Fátima aangegeven.

De asfaltweg volgend, lijkt er geen einde aan deze weg te komen. Ik hoor alsmaar hetzelfde ritme van mijn voetstappen. Dan ineens: kerkklokken in de verte en de stad die opdoemt. Eerst de Basílica da Santíssima Trindade en dan de toren die ik van afbeeldingen ken: de Basílica de Nossa Senhora do Rosário. Daar staat haar standbeeld bovenop: de Heilige Maagd Maria. 

Het voelt vreemd om hier te zijn, drie dagen is een korte pelgrimstocht, maar lang genoeg om gewend te raken aan het ritme van wandelen. Ik sluit mijn pelgrimage af met een bezoek aan de kerken en steek een kaarsje aan. Ook struin ik nog even langs de souvenirwinkels die vol staan met beelden van Maria. Dan is het tijd voor ontspanning bij mijn hotel Luz Houses. Een welkome afsluiter vol warmte en een goed diner. 

De volgende dag vertrek ik na ontbijt van vers fruit, yoghurt en koffie naar Lissabon. De natuurgebieden en kleine dorpjes laat ik achter me. Ik ben een mooie pelgrimstocht rijker. Op naar de reuring van de stad.