Fietsen over de Wild Atlantic Way, van Cork naar Limerick
Twee vrienden, Ruben (31) & Kees (65), fietsen in veertien dagen van Cork naar Limerick. Langs & over de Wild Atlantic Way, 850 kilometer in Zuidwest-Ierland, via wilde kliffen, 1001 lammetjes en een goede fee. Dit is hun verhaal, inclusief tien tips.
Een wit paard! (1)
“My friends, beware! She can rip your heart out!”
Prompt na deze waarschuwing kijkt Charley zwijgend voor zich uit, over de golven van de Atlantische Oceaan. Want ja, we staan hier op de Optima Seaways, de DFDS-ferry die in 24 uur vaart van Duinkerken naar Rosslare, het meest zuidoostelijke puntje van Ierland. Met aan boord vooral truckers, even vriendelijk als tattoorijk, naast een handjevol reizigers met Ierlandhonger. Charley is zo’n sympathieke trucker. Uit Bandon, een stokoud Iers stadje. Dan weer doodernstig kijkend, dan weer met pretoogjes, voorziet hij ons van gouden tips. “Shall I make a list my friends?”
En veel info over Irish breakfasts (met bacon én bloedworst), verse oesters, seafood pasta en lamsvlees gestoofd in Guinness. Maar ook over de Gorta Mór, The Great Hunger tussen 1845 en 1852, toen aardappeloogst op aardappeloogst mislukte, waardoor ruim 1 miljoen Ieren stierven en een tweede miljoen noodgedwongen het land verliet. En ook over giechelnimfen, besnorde trollen, goede feeën en een betoverd wit paard.
“Wie weet vrienden, gaan jullie dat allemaal zien!”
“Hoe herken ik een betoverd paard?” wil Ruben weten.
“Dat kun jij niet. Maar zij kan wel je hart stelen. Dus pas op!”
- Tip 1: Voor weinig geld vlieg je van Schiphol naar Cork. Maar dan moet de fiets, waarvoor extra betaald moet worden, in een doos. Met het stuur dwars, de banden leeg, enzovoort. Reizen per boot is relaxter, leuker & écht reizen, vinden wij, en kan desgewenst met een e-bike. Vanaf station Vlissingen is het pakweg 110 kilometer trappen naar Duinkerken.
Chocolade met knoflook
Een halve dag en twee treinen later staan we met knipperende oogjes in Cork. De tweede stad van Ierland. Eind- of beginpint van de Wild Atlantic Way. Dé foodie-stad van het land, fijn te voet te verkennen en vandaag zonovergoten. Het idee om een camping te zoeken, iets buiten Cork, vergeten we dan ook snel. Nee, wij nemen een kamer in het hart en kuieren dan tussen dubbeldekkers, pubs, koffiewinkels en kunstgalerieën. In de Saint Fin Barre-kathedraal groet ik Maria, niet wetend dat we elkaar de komende weken nog 86 keer zullen ontmoeten. Waarna we de English Market enteren, een overdekte markt die al sinds 1788 bestaat. Bij O’Reilly, O’Flynn en O’Connell proeven we Ierse chocolade met knoflook en whiskey, en een Cork Boi, een worstje van lokale ingrediënten, inclusief Murphy’s Irish Stout. Over bier gesproken: we sluiten de dag af in de tuin van de Franciscan Well Bar, een bar annex brouwerij in een voormalig klooster. Met live-muziek, een zingende gitarist covert Rory Gallagher’s Easy Come, Easy Go.
- Tip 2: De Wild Atlantic Way (WAW) is in totaal 2500 km lang, wij fietsen slechts een deel. De wegen zijn oud, de route bestaat pas 10 jaar en wint nog steeds aan populariteit. Ga daarom in het voor- of najaar om zo de drukte te vermijden. Eerder fietste Op Pad op de WAW van Ballina naar Galway, kijk daarvoor hier.
“Going West boys?”
We bedwingen enkele vuile heuvels, spotten otter en zeehond, schampen Drakes Pool (de baai waarin Sir Francis Drake zich in 1589 verstopte, toen een vijandige Spaanse vloot hem op de hielen zat) en bereiken zo The Spaniard, een stokoude pub in Kinsale. Na de Soep-van-de-Dag hier, vinden we Thomas in de haven, netten boetend.
“Going West boys? Aye, dan kom je langs de Old Head. Een kaap met hoge kliffen en ruïnes uit de oudheid. En in 1915 deed een Duitse torpedo de Lusitania zinken, vlak voor de kust. Een oceaanstomer, gone in 18 minutes. Van de 1959 opvarenden verloor ruim de helft het leven. Het wrak ligt er nog.”
Even lijkt het of Thomas erbij is geweest, zo gekweld kijkt de oude nettenboeter. Maar dan kraait hij kwiek: “Aye, kamperen jullie? In Garrettstown is een camping. Aan zee!”
Dit blijkt echter, ontelbare wilde margrieten later, een gesloten caravanpark. Op de boulevard langs het strand treffen we Frank en Christina, uitbaters van een foodtruck voor koffie en milkshakes. Ook zij gaan sluiten, maar Christina wil best nog een caffè latte voor ons maken en Frank tipt een topspot voor onze tentjes. En ja, die avond vallen we tussen wiegend strandkruid in slaap, op het ritme van de branding.
- Tip 3: Motoren, auto’s & campers volgen de WAW-borden, voor fietsers tippen we bordjes van de EuroVelo 1 (wat desgewenst al vanaf Rosslare kan). Hierdoor trap je vaak over nog kleinere, stillere wegen. Stroken teer waaruit ranonkels en klaprozen groeien.
Pubers in uniform
Ook op fietsdag 2 rijgen we bontgekleurde stadjes aan elkaar. Zoals Timoleague, waar tussen de mini-super en de 13e-eeuwse abdij-ruïne groep 6 net gymles heeft. Of Clonakilty, waar we de koperen giga-ketels van de whiskydistilleerderij bewonderen en ik dankzij Siobhan en Oona meer te weten kom over Michael Collins, een googlewaardige verzetsstrijder en revolutionair. Siobhan en Oona zijn overigens twee grinnikende pubers in uniform, niet alleen goed in geschiedenis, maar ze weten ook waar we nu de lekkerste citroen-meringue-taart kunnen krijgen. En dan, na de vuurtoren van Galley Head en Drombeg (een steencirkel, ex-offerplaats annex zonnewijzer van ver voor Christus), duikt Glandore op. Kustgehucht als uit een prentenboek, met een kleine camping en een gastro-pub, goed voor seafood-pasta.
“Kijk O’Grijsbaard,” grijnst Ruben met volle mond. “Dit kun je nu van Charley’s lijstje schrappen.”
“Ja Vlasbaardje, net als de giechelnimfen.”
- Tip 4: E-bikers let op! De accu opladen kan op elke camping en mag in elke pub. Neem wel een verloopstekker mee, want in Ierland hebben ze type G-stopcontacten.
Vochtige oogjes
De volgende dag fietsen we via Skibbereen en Ballydebob naar Goleen. Dorpen net zo mooi als hun namen klinken. Met daartussen golvend Ierland in donker-, smaragd-, neon- en felgroen. Gelardeerd met opvliegende fazanten, krijsende meeuwen, kleptomane kraaien, overwoekerde ruïnes en prehistorische tombes. In Skibbereen schrap ik, in J.J. Fields Coffee Shop, het Irish breakfast van de lijst. En in Ballydebob verwelkomt een bronzen Danno O’Mahony ons met open armen. Hier in 1912 geboren, werd hij in 1935 wereldkampioen worstelen, voor 60.000 fans in het verre Amerika. Zijn triomfantelijke thuiskomst is in zwartwit op Youtube te zien, maar voor tastbare memorabilia moet je in de Irish Whip pub zijn.
En dan Goleen, dorpje met een Eco Camping with stunning views. Plus O'Meara’s Bar, de pub waarin die avond driekwart dorp zich heeft verzameld. Jong en oud. Met gitaar, viool, banjo, bongo, dwarsfluit en rollator. Ierse klassiekers als ‘Whiskey in the Jar’ klinken, maar ook ‘Jolene’ van Dolly Parton en een hartverscheurend ‘Creep’ van Radiohead. En ja, met 61 kilometer in de benen en twee Irish Red Ale achter de kiezen, krijgt O’Grijsbaard daar vochtige oogjes.
- Tip 5: Ik reed met een kaart, een Engelstalig fietsgidsje (The Wild Atlantic Way and Western Ireland van Tom Cooper) en Google-maps op mijn mobiel, Ruben vond alles met de Komoot-app. Het kan dus allebei.
Een wit paard! (2)
Elke dag fietsen we zo’n 60 kilometer, fluitend dan wel zingend. En elke dag zijn er gastvrije pubs, sympathieke Ieren en curieuze verhalen. Zo vertelt een verkoper op de wekelijke rommelmarkt van Bantry, wijzend op een beeld dat in zijn kraam staat, naast het Fisherman’s Handbook en een kunstbeen: “Look! That’s Maria, she can do miracles. Dat beeld, ‘t boek én het been waren ooit van een manke visser die nu een profwielrenner is.”
Op fietsdag 5, boven Glenngariff, kleurt de lucht als lood. En ja hoor, terwijl we de kustweg van het schiereiland Beara volgen, barst de hemel open. Vervelend? Mwâh, we zien en ruiken de oceaan, zilt en fonkelend, passeren Hungry Hill, drinken koffie in Castletownbere, denken bij Dunboy moerasheksen in de mist te horen dansen en gaan klokslag drie schuilen in Allihies. In de O’Neill’s pub kijkt Maria mij vanaf een bidprentje aan de muur begripvol aan, wijzend naar rechts. Daar zit, slechts twee deuren verder, de Coppermines Lodge. Een guesthouse met warme bedden, dito douche en, slechts twee deuren terug, een puike pub, waar Maria waakt.
Gelukkig maar, want als we die avond naar de kliffen lopen, treffen we daar een wit paard! “Niet te dichtbij”, fluister ik, als O’Kiekjesdief een foto wil maken. Denkend: “She can rip your heart out!”
- Tip 6: In voor- en najaar kan de zon schijnen, net als 3 dagen regen achter elkaar of vier seizoenen op één dag. Neem daarom ook goede warme en regenkleding mee (bijvoorbeeld van Rab) en fiets daarmee door. Ook als ‘t regent is Ierland mooi.
The Great Liberator
De ontwerper van de weg tussen Alihies en Eyeries had waarschijnlijk een drankprobleem. Zijn bibberende hand volgde op de kaart de kringen van flessen en glazen, zonder daarbij rekening te houden met hellingspercentages. En nu ligt er een serpentine van zilver, kronkelend langs schapen, ezels, mosselbanken en de Hag of Beara, de versteende vrouw van Manannán, de God der Zee, maar dit terzijde.
Aan de horizon lonkt ons volgende schiereiland: Iveragh. Bekend dankzij de Ring of Kerry, de kustweg, die deel uitmaakt van de Wild Atlantic Way. En waar we die avond in The Blind Piper, een 250 jaar oude pub in het dorp Caherdaniel, Freddy O’Connell ontmoeten. Tachtig jaar oud, klein van stuk, diepgegroefd en welbespraakt. Zijn opa heeft de kerk gebouwd.
Freddy: “En daarvoor, begin 18e eeuw, leefde Daniel O’Connell hier. The Great Liberator, die zich verzette tegen anti-katholieke wetten. Met succes, vandaar de bijnaam. Zijn huis is nog te bewonderen. En...”
Enfin, het werd een lange avond in The Blind Piper. Eindigend met het schrappen van ‘besnorde trol’ op Charley’s lijstje.
- Tip 7: De route is allesbehalve vlak. Soms gaat de weg omhoog met wel 15%. Wie dat niet leuk vindt, kan hier beter niet gaan fietsen.
Werelderfgoed in de oceaan
Wellicht hebt u het al gezien: de fotograaf in ons tweekoppige reisgezelschap reist met een aanhangwagentje. Wie het verslag van onze reis over de North Coast 500 in Schotland heeft gelezen, weer al wat daarin zit. Voor de overige lezers: 1 klapstoel, 1 tent met ruimte voor 1 fiets, 1 brandertje, 8 Adventure Food droogvoermaaltijden, 1 cameralens formaat neushoornpenis, 4 wasknijpers, 1 extra paar schoenen en zo nog wat zaken. Graag zou ik hem hierom uitlachen, maar dat gaat lastig. Want ondanks alle bagage trapt O’Trekpaard steevast ver vooruit. Nog wel zichtbaar, dankzij de regenhoezen over karretje en tassen. Als neongeel stipje op de Coomakesta-pas (250 m) en langs Saint Finan’s Bay.
Waarna Ruben gelukkig wél op mij wacht bij het haventje van Portmagee, kleurrijk kustdorp nummer zoveel.
“Hé O’Turtle, slakken gegeten?” grapt O’Snotaap.
Vanuit dit haventje vertrekken boten naar de Skellig Islands. Twee rotsklompen, diep in de oceaan. Werelderfgoed. Tjokvol papegaaiduikers, gebruikt als filmlocatie voor Star Wars en rijk aan de overblijfselen van een volstrekt uniek klooster uit de vroege middeleeuwen. Voor de boot hierheen moet je dan ook tijdig reserveren. Wat wij thuis in Nederland al hebben gedaan, voor morgenvroeg.
Voor nu vragen we aan een geblokte visser waar we onze tentjes op mogen zetten.
“In mijn achtertuin, naast het kippenhok. Blijf zolang jullie willen.”
Waarna we ons, net buiten het dorp, vergapen aan de Kerry Cliffs. Reusachtige kliffen met mega-uitzicht.
- Tip 8: Er zijn campings op de route, maar niet overal. Op een puike plek kozen we daarom soms voor een B&B of hotel, of we kampeerden wild. Wat steeds allesbehalve een straf was.
Verschrikkelijke ontberingen
De volgende ochtend stormt het. Dus vaart de boot naar de Skellig Islands niet. Een zware domper. Voor ons én voor alle mensen die in bussen vanuit Cork en Dublin zijn aangevoerd. Maar wij worden getroost door Emilie, de serveerster van The Bridge Bar. Als een goede fee tovert ze cappuccino voor onze neuzen, zacht fluisterend: “Ach, zij moeten zo in de bus naar huis. Jullie gaan vast nog veel moois zien.”
En ja, we vliegen – storm in de rug – over Valentia, een eiland waar ruikbaar nog turf wordt gestookt, en langs Dingle Bay. Eerst naar Glenbeigh en daarna naar het stadje Dingle zelf. Via verse oesters, wilde fuchsia’s, kasteelruïnes en de South Pole Inn, een pub in het dorp Annascaul. Waar Alan, behorend bij het drinkende deel van het interieur, ons van alles vertelt over de eerste eigenaar: Tom Crean. Na eerst zijn rimpels zorgvuldig in een diepe frons te hebben gerangschikt, steekt Alan van wal: “Tom ging mee met drie Zuidpool-expedities, waarvan die met de Endurance, van 1914 tot ’17, de bekendste is. Ernest Shackleton, de grootste Zuidpoolontdekker aller tijden, was zijn kapitein. Hun schip liep vast en werd door kruiend ijs vermorzeld. Pas na 18 maanden met verschrikkelijke ontberingen wist de bemanning aan de Zuidpool te ontsnappen. Vooral dankzij Tom. Jullie nog een pint?”
- Tip 9: Veel meer WAW-info vind je online op deze website en ook hier. Meer fietsinfo over Ierland vind je hier.
Een wit paard! (3)
Vanuit Dingle fietsen we de Slea Head Drive: een rondrit, 57 kilometer lang en ‘one of Ireland’s most scenic routes’. Langs hutten uit de tijd van de Great Hunger, de Blasket-eilanden en de baai van waaruit Sint Brandaan de Zeevaarder moet zijn vertrokken, ergens in de vijfde eeuw. Brandaan heeft zeker echt bestaan, maar dat hij een draak heeft ontmoet, zoals de legende vertelt, of een reusachtige vis met een eiland op zijn rug, is ietwat minder waarschijnlijk.
Naar Limerick, onze finishplaats, is het hierna nog drie dagen fietsen. Via de Connor-pas (404 m), de op één na hoogste pas van Ierland, voor een laatste blik op Brandon Bay. En via Tralee, voor nog een echt Iers ontbijt in The Pikeman Bar, en Listowel, waar de Greenway richting Limerick begint. Een fiets- & wandelpad over een voormalige spoorlijn. Door oude viaducten en langs groene vergezichten, knipogende stieren en Patrick, een gepensioneerde geograaf, met Otis, zijn hond. Pat plukt bloemen voor zijn vrouw en hij wil weten wat wij hier doen. We vertellen hem over onze reis, vanaf Charley op de ferry tot hier.
“Oh yes!” lacht Patrick. “De eerste keer dat ik met mijn vrouw ging wandelen zagen wij ook een wit paard. We verloren allebei ons hart.”
“Nou sorry hoor, maar ik ben niet verliefd op O’Snotaap!”, roep ik.
“En ik niet op O’Grijsbaard!”
“Nee, maar jullie allebei nu toch wel op Ierland?”
En ja, dat kunnen we niet ontkennen.
- Tip 10: Tip voor wie niet van fietsen houdt: ga naar de dokter en/of boek bij SNP òf een autoreis over de Wild Atlantic Way, òf een wandelreis op Beara, Kerry, of Dingle. Kijk maar eens hier. En Limerick is leuk, maar plak ook enkele dagen Dublin aan je reis. Een wereldstad in pocketformaat, met fijne pubs en dito (gratis) musea, met o.m. werk van Rembrandt, Van Gogh en Picasso.
Actieve vakanties in Ierland
Een vakantie naar Ierland is een reis naar de oeroude Keltische cultuur. Het Keltische is zichtbaar in oude monumenten en voelbaar in het landschap en de Ieren zelf. Met een georganiseerde, actieve vakantie van SNP Natuurreizen ervaar je het échte Ierland.