Over de Kattegattleden
Het idee achter de Kattegattleden is een eenvoudig maar beproefd concept: een langeafstandsroute van zuid naar noord langs de westkust van Zweden, met de fiets. Van Helsingborg tot Göteborg en (meestal) de wind in je rug. De route is opgedeeld in acht etappes en gaat 370 kilometer over prima fietspaden, langs vissershaventjes, uitgestrekte natuurgebieden, Zweedse steden en heel veel zee. Het is de eerste nationale fietsroute in Zweden en in 2018 werd de Kattegattleden verkozen tot Europese fietsroute van het jaar.
Een stevige zuidwestenwind laat het zeewater in het Kattegatt onstuimig op en neer klotsen. Het is al laat in de namiddag als ik in Helsingborg op mijn fiets spring om de eerste kilometer te fietsen van mijn Kattegattleden. Nog 369 kilometer te gaan.
De volgende morgen blaast de wind nog stevig over het vlakke Halland, maar heeft meteen ook alle donkere wolken weggeblazen. Een verlegen ochtendzon schijnt over het strand en maakt het lekker warm. De Kattegattleden is een echte kustroute en het ene kleine haventje volgt het andere op. Al snel fiets ik de haven van Hoganas binnen. De wind laat de spanriemen van de zeilbootjes nijdig fluiten. Een groepje meeuwen protesteert luid als ik rakelings langs hen fiets en de lange rechte kuststrook oprijd. Verderop in zee verdwijnt het laatste puntje van Denemarken als een smalle streep aan de horizon. Het Kattegatt (letterlijk: nauwe doorgang) is de naam die Nederlandse zeevaarders gaven aan de smalle zeestraat tussen Halland in Zweden en Jutland in Denemarken. Tot het einde van de 17de eeuw hoorde dit stuk van Zweden trouwens nog bij het Deense koninkrijk.
Het ritme van de seizoenen
Een ‘vlakke’ route betekent in het zuiden van Zweden toch net wat anders als het vlakke land dat wij zo goed kennen. Gelukkig krijg ik de wind vol in de rug wanneer ik vanuit Nymanshaven over enkele flinke heuvels het binnenland doorsteek om bij Arild terug bij de zee uit te komen. ‘Het is hier altijd heel vredig’, antwoordt een man die het gras van zijn kleine tuintje aan het maaien is op mijn vraag of het hier altijd zo rustig is. ‘Hier leven we op het ritme van de seizoenen’, voegt hij er lachend aan toe. Het oude vissersdorpje lijkt zo op een ansichtkaart te kunnen. Tegen de heuvels kijken de vrolijk geschilderde houten huisjes uit over de kleine vissershaven. Visnetten hangen aan palen te drogen en onophoudelijk hoor je het geruis van de zee en de rollende keien in de branding.
Soms is de kustlijn grillig en loopt de weg over kliffen en duinen, dan gaat het pad weer razendsnel en flikkert het zonlicht als een stroboscoop door de bomen heen. Zeker de eerste helft van de route is zo goed aangegeven met paarse bordjes, dat je al erg je best moet doen om verkeerd te rijden. Het Zweeds Verkeersbureau heeft er werkelijk alles aan gedaan om de fietsbeleving zo aangenaam mogelijk te maken; van splinternieuwe aangelegde fietspaden tot openbare fietspompen.
Perfecte zonsondergang
Voorbij de oude handelsstad Halmstad lopen de groene velden recht de zee in. Prima voor golfterreinen moeten ze gedacht hebben, en het ene na het andere golfterrein volgt elkaar op. Toegegeven, fietsen langs riante villa’s en aangelegde grasperkjes is misschien wat eentonig, maar met de gedachte aan alweer een prachtige zonsondergang duw ik extra hard op de trappers. Bij Steningen is het gedaan met de groene tapijtjes en maken de granieten rotsen de kust weer ruw en desolaat. Ik heb het strandje, de lange pier én een bijna perfecte zonsondergang helemaal voor mezelf. Zolang de najaarszon lange schaduwen werpt over het gele zand is het lekker warm, maar als ze eenmaal wegzakt koelt het snel af. Toch blijf ik geduldig wachten tot er zich ver boven mij een verbluffende sterrenhemel ontwaart.
De volgende morgen is het nog donker als ik van mijn eerste koffie slurp en een extra laagje aantrek tegen de ochtendkou. De hemel kleurt traag roze en een nieuwe dag over de Kattegattleden is alweer aangebroken.
Stapelmuurtjes, bolle rotsen en koffie
De weg geeft een goed beeld van het echte Zweden. Je fietst zo langs de achtertuintjes van de mensen. Die groepjes huizen langs de weg gaan steevast samen met lange rijen brievenbussen. Ik fiets langs stukken oud landschap opgedeeld met stapelmuurtjes en onderbroken door bolle rotsen. Paarden staan met hun achterste in de wind en kijken me ongeïnteresseerd na als ik voorbij kom trappen. Van open weilanden gaat de Kattegattleden dwars door natte poldervlaktes en dichte berkenbossen. Als je ’s morgens als eerste op pad bent ben jij degene die de slapende vogels wakker maakt. Hier en daar vliegt een buizerd verdwaasd op, gewekt vóór zijn wekker.
Bij Grimmsholmen gaat de oude vlakte zo kopje onder de zee in. Schapen houden het gras kort en lijken vanop een afstandje op confetti, feestelijk rondgestrooid.
Falkenberg komt dichterbij. Bij de brug over de Ätran ben ik zowat halverwege mijn tocht. Het is al na het lunchuur, perfecte timing voor de fika. Je kan in Zweden eenvoudig niet om de fika, de Zweedse koffietijd, heen. Stap je zo’n leuk Scandinavisch koffiehuisje binnen, dan mag je rekenen op een portie heerlijke huiselijkheid. Twee kopjes koffie en evenveel kaneelrollen later fiets ik aangesterkt en opgewarmd door. Volgende halte: Varberg.
Witte schuimkragen
Het weer langs de Zweedse westkust is moeilijk te voorspellen, zeker tijdens het najaar. Net voor ik bij Apelviken de baai binnenfiets, beginnen donkere wolken samen te klitten boven Varberg. De wind heeft ondertussen stormachtige proporties aangenomen en het water ziet grijsblauw met witte schuimkragen. De felgekleurde kites van de surfers steken scherp af tegen de duistere achtergrond. De wind schept het zeeschuim op en blaast het over de weg. De gevreesde regenbui trekt gelukkig verderop in zee voorbij, maar de volgende morgen is het nog donker en hangt de storm nog steeds in de lucht. Weer of geen weer, na een snel ontbijt spring ik weer op de fiets en zoef door de zilte zeelucht verder.
Naast de slordige vissershaven met opgestapelde kreeftenvallen en stapels dikke touwen, zijn de ranke torens van een oosters strandpaviljoen een vreemd gezicht. Op hoge houten poten staat het enkele meters boven de branding. Vanaf hier wordt het land vlak. De bossen en kliffen hebben plaatsgemaakt voor uitgestrekte polders en rietvelden. Honderden vogels staan kwetterend pootje te baden in de ondiepe plassen. Eens voorbij het stadje Kungsbacka is de laatste etappe van mijn Kattegattleden ingezet. Nog 64 kilometer te gaan. Nog een laatste keer geniet ik van de Zweedse natuur die steeds meer plaats moet maken voor de mens, met kranen en havens. Langs het oude stadsgedeelte Haga rijd ik Göteborg binnen. Het is druk in de stad. Iedereen lijkt van de najaarszon te willen genieten. Aan het binnenwater bij de Gustav Adolfs torg trakteer ik mezelf op waar ik al een hele Kattegattleden naar uitkijk: een echte Zweedse hotdog met mosterd.
Wanneer de avond valt stap ik op de trein en spoor op enkele uren weer 370 kilometer naar het zuiden, terug vanwaar ik kwam, terug naar Heslingborg.
Een extra ommetje
De Kattegattleden moet je zelf nog een beetje vormgeven. De route loopt niet altijd over de pittoreske schelpenpaadjes naast het water of langs schilderachtige vuurtorens op uitstekende rotsen. Neem soms de tijd voor een kleine omweg en je ziet nog zo veel meer.
Een ommetje dat je zeker niet links mag laten liggen is helemaal in het begin van de route. Net voorbij Hoganas ligt het magnifieke natuurreservaat van Kullaberg. Laat je fiets in het schattige vissersdorpje Mölle achter en wandel langs de Kullaleden tot het meest westelijke puntje van het schiereiland. Kullaberg staat bekend om zijn grote biodiversiteit, en met een beetje geluk kan je zelfs bruinvissen zien jagen voor de kust.