icon-mouse icon-mountain icon-facebook icon-instagram icon-pinterest icon-twitter icon-youtube icon-close icon-zoek icon-triangle-left icon-triangle-right icon-ebike icon-hond icon-gezin icon-zwaarte icon-gps icon-trein icon-comfort
Image
HUTTENTOCHT ALPENKRANZ URI, URNER ALPEN, ZWITSERLAND, Robert Eckhardt
Routes

Huttentocht Alpenkranz Uri, Urner Alpen

  • 01 februari 2011
  • Door: Noes Lautier
  • Fotografie: Robert Eckhardt

In Centraal-Zwitserland is niet alleen oer-Zwitserland geboren, maar ook een origineel idee: Alpenkranz Uri. Een super-bergwandeling van achtendertig etappes die alle berghutten en berghotels van Uri met elkaar verbindt en die dit kanton met één ferme klap pats! op de wandelkaart heeft gezet. Op Pad liep zes trajecten.

Korte informatie over deze huttentocht in de Urner Alpen

Gebied: Door de bergen van het kanton Uri, in Centraal-Zwitserland.
Gemaakte tocht: Eerste zes etappes van de Alpenkranz Uri, van Beckenried naar Biel. Afhankelijk van extra topjes of omwegen tussen de 4 en 8 uur per dag. Kortere etappes zijn mogelijk.
Zwaarte/moeilijkheidsgraad: Makkelijkste variant: T3. Moeilijkste variant: enkele passages T5 (Lees meer voor uitleg over dit Zwitserse classificeringsysteem).
Navigeren: Behalve het gidsje Alpenkranz Uri is een topografische 1:25.000-kaart onontbeerlijk, ook al is de markering goed.
Beste tijd: Juli, augustus en september. Soms valt er in september al sneeuw.
Vervoer naar Uri: Utrecht – Altdorf per auto is zo’n 750 km. Meerdere dag- en nachttreinen p.d., reistijd ca. 10 uur of meer; in Zwitserland 1x of 2x overstappen. Vliegtuig: Swiss Int. Air Lines naar o.a. Zürich en Genève, trein naar Altdorf.
Overnachten: Berghotels, berghut, evt. slapen in het stro, zelfverzorgingsberghut.
Uitrusting: bekijk onze paklijst voor een huttentocht

Image
wandelen-urner-alpen-zwitserland-11
Berggasthaus Seeblick, Eggberge, dag 4.

Gedetaileerde informatie over de huttentocht

Karakteristiek van de huttentocht

Zesdaagse trektocht door de Urner Alpen, voornamelijk door kalkgesteente. De hele Alpenkranz Uri is 35 etappes lang. Een etappe staat niet per definitie voor een dag lopen, dat hangt af van het aantal uren dat je wilt lopen en je loopsnelheid. Wij hebben de route in 5 dagen gedaan, met één lange dag (8 uur lopen, voor ons dag 3) en één kuitenbijter erbij (voor ons dag 2) waarop we van ca. 1000 m (St. Jakob) naar de Uri Rotstock op 2928 m gingen. Met hier en daar wat afdalen tussendoor was dat ruim 2000 meter. In het artikel is die etappe in tweeën gehakt, evenals de gps-track.

Kenmerkend voor deze wandeling is de afwisseling tussen het boerenland met zijn boerderijen, koeien, geiten en schapen en de ruige bergen. De route is overwegend wit/rood/wit gemarkeerd, maar er zijn ook wit/blauw/wit gemarkeerde trajecten. In Zwitserland geeft de kleur van de markering de technische moeilijkheidsgraad van een route weer. Geel is zeer eenvoudig, wit/rood/wit is normaal bergwandelen, en wit/blauw/wit betekent moeilijk terrein. Omdat deze grove aanduiding in het terrein niet voldoende concreet inzicht geeft in de daadwerkelijke moeilijkheden onderweg, is de Schweizer Alpen Club SAC in zijn gidsjes begonnen met een verfijning die loopt van T1 t/m T6; T6 is de hoogste moeilijkheidsgraad die nog als bergwandelen kan worden aangemerkt. Steeds meer uitgevers hanteren inmiddels deze praktische manier van moeilijkheidswaardering. In het terrein blijft de markering dus wit/rood/wit of wit/blauw/wit, maar in de routebeschrijvingen in de gidsjes wordt de verfijning gehanteerd. (Lees meer voor uitleg over dit Zwitserse classificeringsysteem)

Vervoer naar Uri in Zwitserland

Per vliegtuig

Swiss International Airlines (www.swiss.com) vliegt meerdere keren per dag o.a. naar Zürich. Van vliegveld Zürich is het 2 of 2,5 uur per trein en bus naar Beckenried (via Luzern). En 1.15 of 1.45 uur per trein en bus naar Altdorf (waar het standbeeld van Wilhelm Tell staat).

Met de trein

Per dag- of nachttrein naar Basel (NS Hispeed, City Night Line),  overstappen en via Luzern en Stans per trein en bus naar Beckenried of Altdorf. Alle openbaarvervoer-verbindingen per trein/bus/boot in Zwitserland kun je opzoeken via www.sbb.ch (ook de internationale verbinding vanaf Amsterdam, Utrecht en Arnhem).

In de auto

Utrecht – Altdorf per auto is zo’n 750 km. Via Duitsland (rechts- of linksrheinische Autobahn) of via België, Luxemburg en Frankrijk naar Basel – Luzern – Beckenried – en evt. Altdorf. Een navigatiesysteem met radarverklikker is in Zwitserland verboden, ook al is de radarverklikker uitgeschakeld. Raadpleeg de leverancier voor nadere informatie.

Image
wandelen-urner-alpen-zwitserland-02
Bij Berggasthaus Biwaldalp, dag 2.

Vervoer ter plekke

  • Het Zwitserse openbaar vervoer is uitstekend. Het Swiss Travel System heeft diverse kortingspassen in het assortiment, van 3 dagen reizen met trein, bus en boot tot een maand; met 50% korting op veel bergbanen: www.MySwitzerland.com/treinreizen. Vraag bij het toeristenbureau naar de kortingsmogelijkheden voor bergbanen, wandeltickets etc.
  • Postbus: www.postbus.ch.
  • Veerboot: Bauen – Flüelen per boot, regelmatige bootdienst.

Kabelbanen

Onderweg is gebruikgemaakt van een aantal kabelbanen. Lopen i.p.v. de kabelbaan nemen is op alle trajecten een optie, maar in veel gevallen is zo’n traject minder mooi dan de rest van de route.

  • Dag 1: Luftseilbahn Beckenried – Klewenalp, (041) 624 66 00; 624 66 11.
  • Dag 2: Luftseilbahn St. Jakob – Gitschenen, (041) 878 01 80; 878 14 08.
  • Dag 4: Luftseilbahn Kleintal – Musenalp, (041) 878 11 22.
  • Dag 4: Luftseilbahn Flüelen – Eggberge, (041) 870 15 49. Te voet doe je ca. 3.45 uur over dit traject.
  • Dag 6: Luftseilbahn Chäppeliberg – Spilau (041) 820 44 48 (voor wie vanaf de Lidernenhütte wil afdalen naar het dal, via Riemenstalden naar Sisikon. Er rijdt een postbus van en naar Chäppeliberg, maar niet frequent.
  • Dag 6: Luftseilbahn Biel-Kinzig – Bürglen, (041) 87 80 26 35.

Alle kabelbanen (m.u.v. de kabelbaan Beckenried – Klewenalp) staan in het gidsje Urner Seilbahnführer,  In der Höhe schweben, te verkrijgen bij de toeristenbureaus ter plekke. Zie: www.seilbahnen-uri.ch.

Image
wandelen-urner-alpen-zwitserland-03
Op de top van de Uri Rotstock (2928 m), dag 3.

Beste seizoen

Juli, augustus en september. Mist kan ook in de zomer voorkomen. De oriëntatie kan dan lastig zijn.

Meer informatie

  • www.MySwitzerland.com 00 800 10020030 (gratis), de site van Zwitserland Toerisme, met heel veel wandel-/outdoorinfo (en daarvoor beschikbare smartphone applicaties), info over alle soorten accommodatie (milieubewust slapen, bed & breakfast etc.) en nog veel meer.
  • Tourist Info Uri, Tellspielhaus, Schützengasse 11, CH-6460 Altdorf, T (00 41) (0)41 874 80 00; Zie: www.uri.info

Wilhem Tell

Op het plein in Altdorf staat een groot standbeeld van Wilhelm Tell, de Zwitserse volksheld. Tot op de dag van vandaag weet niemand zeker of Wilhelm Tell wel echt bestaan heeft. Wel is zeker dat de kantons Uri, Schwyz en Unterwalden in de 13e eeuw in opstand kwamen tegen de groeiende invloed van de Habsburgers. Sinds de opening van de Gotthardpas aan het begin van de 13e eeuw werd wat nu Centraal-Zwitserland is, van steeds groter handelsbelang voor de Habsburgers (het Oostenrijkse keizershuis). In 1291 sloten Uri, Schwyz en Unterwalden een verbond en beloofden elkaar te helpen tegen de onderdrukkers. Dat was het begin van het ontstaan van Zwitserland en de reden waarom deze 3 kantons de oerkantons van Zwitserland genoemd worden. Ondanks het verbond werden de Zwitsers toch onderdrukt, door Hermann Gessler en zijn soldaten.

Op een dag was Wilhelm Tell met zijn zoon in Altdorf, waar Gessler iets nieuws verzonnen had: op het marktplein stond een paal met een hoed erop. Elke Urner onderdaan moest deze hoed groeten, alsof het Herman Gessler in eigen persoon was. Tell vond dat maar onzin en negeerde het bevel, waarop de soldaten Tell gevangennamen. Gessler bedacht een wreed spel: omdat hij zo’n goede schutter was, kon Tell zijn vrijheid terugkrijgen als hij een appel van het hoofd van zijn zoon zou schieten, die op 80 meter afstand onder een lindeboom moest gaan staan. De eerste pijl trof de appel en Tell was vrij. Maar op Gessler’s vraag waarom Tell 2 pijlen uit zijn koker had gehaald antwoordde Tell: als mijn eerste pijl mijn zoon getroffen had, dan had mijn tweede pijl zeker jou getroffen. Gessler liet Tell opnieuw gevangennemen. Omdat Gessler in Altdorf geen vrienden maar wel veel vijanden had, wilde hij met zijn gevangene – ondanks de stormwind –  Altdorf zo snel mogelijk via het Vierwoudstedenmeer verlaten. De storm was zo gevaarlijk, dat Gessler de ongelofelijk sterke Tell liet roeien. Toen Tell vlak bij de oever was, sprong hij op de kant. Zijn enige mogelijke ontsnappingsroute was via Küssnacht. Op een strategisch punt wachtte Tell Gessler en zijn soldaten op, die toch aan de verdrinkingsdood ontsnapt waren, en schoot Gessler dood. Zo werd Tell een volksheld.

Image
wandelen-urner-alpen-zwitserland-06
De Gitschenhörelihütte (2325 m) is een kleine berghut zonder huttenwaard, dag 2.

Alpenkranz Uri

Het idee voor de Alpenkranz Uri is ontstaan uit een Interessegemeinschaft van berghutten en bergrestaurants, die het aantal bezoekers van hun accommodatie wilde verhogen. Alpenkranz Uri verbindt al deze accommodatie in een wondermooie trektocht door de oogverblindende Urner Alpen.

Het wandelgidsje

Het wandelgidsje Alpenkranz Uri is ter plekke te koop en waarschijnlijk ook bij Reisboekhandel Pied à terre, Overtoom 135-137, Amsterdam (T (020) 627 44 55; www.piedaterre.nl). Uitgever: IG Uri Gotthard hoch hinaus. Ca. 30% van de wandelaars die de Alpenkranz lopen is buitenlander, ca. 70% Zwitser.

(Wandel)kaarten

Urner Wander- und Bikekarten, 1:25.000, 4 bladen: Gotthard, Schächental, Maderanertal, en Urner See. Voor het hier beschreven deel zijn Schächental en Urner See voldoende.

Overnachten

Er wordt gebruikgemaakt van Berggasthäuser, slapen-in-het-stro, een zelfverzorgingsberghut en een berghut. Wie het liever wat luxueuzer aanpakt, kan i.p.v. in het stro in een kamer slapen en het zelfverzorgingshutje overslaan. Vaak slaap je in de Berggasthäuser in een slaapzaal met meerdere mensen. Soms kun je in een kamer slapen.

Image
wandelen-urner-alpen-zwitserland-14
De thee en het gebak bij Bergbauernhof Kneiwies zijn niet te versmaden, dag 1.

Eten, drinken, inkopen

In het zelfverzorgingshutje moet je je eigen eten meenemen en in Kneiwies kun je dat doen, maar het hoeft niet. Overal elders eet je in de hut/het restaurant. Inkopen onderweg kan in Beckenried en halverwege de tocht in Flüelen.

Uitrusting

Bekijk onze paklijst voor een huttentocht

Adressen onderweg

  • Bergbauernhof Kneiwies, Gitschenen, Käthy en Anton Furrer-Gisler. Postadres: CH-6461 Isenthal. T (041) 878 11 33; I www.kneiwies.ch. Er is een kook-, douche- en zitruimte, maar ontbijt kopen kan ook. Er zijn enkele simpele, maar prima kamers. Melk, kaas, eieren en zelfgemaakte kruidenthee te koop. Aanrader. Tip: op www.strohtouren.ch staan meerdaagse wandel-, fiets en mtb-tochten met overnachten op boerderijen in het stro. Heel Zwitserland: www.schlaf-im-stroh.ch
  • Berggasthaus Biwaldalp, Biwaldalp, Werner en Margrit Infanger. Postadres: Kirchenhofstatt, CH-6461 Isenthal. T (041) 878 11 62; I www.isenthal.ch. Aanrader. Mooie ligging, gastvrij. Kaas, yoghurt, worst te koop.
  • Gitschenhörelihütte, eigendom van Berggasthaus Biwaldalp. T (041) 878 11 62; I www.isenthal.ch. Toppunt van huttenromantiek. Zelf eten meenemen, zelf koken en alles weer schoon achterlaten. Fantastische ligging met uitzicht op het meer. Reserveren op de Biwaldalp en daar de sleutel ophalen en terug brengen. Er zijn drankjes (wijn, fris etc.) die je uiteraard moet betalen.
  • Berggasthaus Musenalp, Musenalp, Lisbeth en Josef Bissig-Gisler. Postadres: Blumenfeldstrasse 19, CH-6462 Seedorf. T (041) 878 11 22; I www.isenthal.ch.
  • Berggasthaus Seeblick, Eggberge, Jacqueline Poletti-Gamma. Postadres: CH-6460 Altdorf. T (041) 870 36 66; I www.eggberge.ch. Met twee prima slaapzalen en lekkere dekbedden. Heerlijk terras met uitzicht op het meer.
  • Lidernenhütte, Irène en Pius Fähndrich Kamer. Postadres: Neudorfstrasse 2, CH-6312 Steinhausen. T (041) 820 29 70; I www.lidernenhuette.ch. Eigendom van de Schweizer Alpen Club SAC (hier hebben leden van de NKBV korting). Voornamelijk EKO-eten, heerlijk.
  • Berggasthaus Biel, Biel-Kinzig. T (041) 870 25 44; I www.bielkinzig.ch. Bij de kabelbaan. Prima uitgangspunt voor tochten.

Beslist doen

  • Reuzenkristal: in de Alte Kirche in Flüelen is een tentoonstelling van een van de grootste kristallen op aarde. Met prachtige film over de ontdekking en het uit de berg halen van het kristal. Zie www.riesenkristalle.ch.
  • Wilhelm Tell: Tell-Museum, Postplatz, Bürglen, T (041) 870 41 55; I www.tellmuseum.ch. Klein en sympathiek museum.

Korte dag-tot-dag routebeschrijving

Dag 1: Beckenried – Gitschenen (Kneiwies)

De route: Beckenried (436 m) – kabelbaan naar Klewenalp bergstation (1593 m) – Hinterjochli (2105 m) – Risetenstock (2290 m) – Steinalper Jochli (2157 m) – Brisen (2404 m) – Geissboden (1604 m) – Kneiwies/Gitschenen (1567 m), Bergbauernhof ‘Kneiwies’.
Hoogteverschil: ca. 1100 m stijgen en dalen.
Moeilijkheidsgraad: T3.
Duur: 6 à 7 uur.

Per kabelbaan van Beckenried naar Klewenalp, waar een ongekende batterij wandelbordjes staat. We doen 1.35 uur over de tocht naar het Hinterjochli, een graspasje boven een bescheiden winterkabelbaantje. Aan de andere kant mooi zicht op groene heuvels die verderop overgaan in flinke bergen met sneeuw erop. De route loopt door koeiengebied waar het vrolijke geklingel van koeienbellen klinkt. Onderweg is rauwemelkse alpenkaas te koop.

Van het Hinterjochli kun je in 1.10 uur naar Gitschenen (het overnachtingsadres op Kneiwies), of  in 2 uur naar de top van de Brisen lopen, een mooie wandelberg.

Wij zijn via de Brisen gegaan. Over de makkelijke graat naar een topje, dan een tweede graat. Het stukje graat tussen Glattegrat en Steinalper Jochli is plotseling wit/blauw/wit gemarkeerd. Er hangen wat kettingen: een smal paadje dat de steile helling traverseert, maar moeilijk is het pad niet. Het pad naar de Brisen daarentegen is weer wit/rood/wit gemarkeerd. Het is een spoor/pad, eerst steil omhoog, dan een traverse op een steile flank waar tot laat in juli een sneeuwveld kan liggen. Niet doen als je geen ervaring hebt met steile sneeuwvelden, en skistokken mee. Dan volgt weer een steil paadje tot op de top. Fantastische uitzichten op de Uri Rotstock én de Vierwaldstättersee met al zijn vertakkingen. Terug naar het joch en dan via een steil, stenig en rottig struikelpad afdalen tot op de jeepweg. Linksaf en naar het Schlaf im Stroh-adres op Kneiwies, waar een gastvrije vrouw de scepter zwaait. Er zijn enkele kamers, maar de meeste mensen slapen in het stro. Wie een kamer wil, moet tijdig reserveren. Een lakenzak is onontbeerlijk voor een fijne stronacht.

Dag 2: Gitschenen – Gitschenhörelihütte.

De route: Kneiwies/Gitschenen (1567 m) – kabelbaan naar St. Jakob (977 m) – Biwaldalp (1696 m) – Gitschenhörelihütte (2325 m).
Hoogteverschil: ca. 1350 m stijgen.
Moeilijkheidsgraad: T3.
Duur: ca. 4 uur.

Het ontbijt op Kneiwies is fantastisch met 2 soorten versgebakken brood, yoghurt, kruidenthee van eigen makelij (malve, mint en vrouwenmantel) en verschillende soorten kaas. Het is zo’n 10 min. lopen naar de kabelbaan, die al vroeg gaat.

De tocht naar Biwaldalp is eenvoudig: eerst een stukje over een rustige asfaltweg, dan over een onverharde jeepweg en vervolgens via een pad naar Biwaldalp. Door met bloemen bezaaide weilanden en kleine plukjes bos naar de 2 bruine gebouwen die vol in bedrijf zijn als boerderij en bergrestaurant/hotel. De eigenaar van Biwaldalp is ook de eigenaar van de Gitschenhörelihütte. Je reserveert het hutje dus via Biwaldalp en haalt daar de sleutel op. Specialiteit van de Biwaldalp: de Biwaldteller, een uitstekende bodem voor de tocht naar de Gitschenhörelihütte. De Teller bestaat uit diverse soorten vlees, op de Biwaldalp zelf geprepareerd, en pittige eigengemaakte kaas. Je kunt er ook yoghurt en boter kopen. Honger lijden hoeft niet.

Het pad naar de Gitschenhörelihütte is wit/rood/wit gemarkeerd en ongelooflijk mooi aangelegd. Een langzaam oplopende traverse door weilanden en precies daar waar het puin begint en je denkt dat het klunen wordt, blijkt ook daar weer een mooi pad te lopen. Vanaf een klein pasje is het nog 5 min. naar de hut, door een aantrekkelijk karstlandschap van ruwe rots, wild gesculptuurd in mooie rondingen, scherpe kanten en diepe gaten.

De hut is een juweeltje met een houtkachel, een waterreservoir buiten en zo’n prachtige dikmetalen emmer waarin je water tapt. Er is elektrisch licht. Alles is Zwitsers netjes en schoon. Tip: laat de hut net zo netjes achter als je hem aantreft. Het hutje is uit 1946, maar zo te zien is er later nog wel e.e.a. aan verbouwd en gemoderniseerd. Hier overnachten is het toppunt van huttenromantiek.

Image
wandelen-urner-alpen-zwitserland-09
Isenthal, dag 3.

Dag 3:  Biwaldalp via de Uri Rotstock.

De route: Gitschenhörelihütte (2325 m) – Uri Rotstock (2928 m, Steiler Weg omhoog, via normaalroute afdalen) – Gitschenhörelihütte (2325 m) – Biwaldalp (1696 m).
Hoogteverschil: ca. 600 m stijgen; ca. 1235 m dalen.
Moeilijkheidsgraad: T4.
Duur: ca. 6 uur.

Teruglopen naar het zadeltje boven de hut waar je op weg naar de hut langs bent gekomen en daar de wit/blauw/witte route naar de Uri Rotstock oppikken. Eerst een mooi pad over de morene, dan komt er een splitsing: rechtdoor via de makkelijke weg, of linksaf via de steile route (bordje). De steile route is echt steil! Eerst een paar kettingen, maar daarna moet je het zelf doen, door een met rotsen getooide helling, iets tussen wandelen en net niet klimmen in. Een dikke T4. Dan steil omhoog klunen door puin naar het zadeltje tussen voor- en hoofdtop, waar de makkelijke route er weer bij komt. Naar de hoofdtop is het weer een steil puinpaadje, maar stukken beter dan het stuk ervoor. Mooi kruis op de brede top en adembenemend uitzicht, o.a. op de Vierwaldstättersee en op de verrassend grote gletsjers van de bergen achter de Gitschenhörelihütte. De minder steile, maar langere route is schitterend, eigenlijk mooier dan de directe. Wel een stuk vrij smal pad waar je de helling moet traverseren. Dan over een hele brede rug met opnieuw uitzicht op het meer, en vervolgens rechtsaf door het dal terug. Tot ver in juli ligt daar een vrijwel vlak sneeuwveld. De markering in de rotsen is voorbeeldig. Dan de morene weer op. Tenslotte via de route van de heenweg naar de Biwaldalp.

Dag 4: Biwaldalp – Eggberge.

De route: Biwaldalp (1696 m) – Sassigrat (1868 m) – Musenalp (1486 m) – Ringli Schattigmatt (749 m) – Isenthal (771 m) – Hintere Bärchi (910 m) – Bauen (436 m) – per schip naar Flüelen (436 m) – per kabelbaan naar Restaurant Seeblick in Eggberge (1447 m).
Hoogteverschil: ca. 500 m stijgen; ca. 1600 m dalen.
Moeilijkheidsgraad: T2.
Duur: 7 à 8 uur.

Als het geregend heeft, zijn de paden zeer glad en modderig.  Vanaf de Sassigrat, een bescheiden pas met een pronte rots ernaast, daalt het pad steil af naar Musenalp waar je een van de beroemde avontuurlijke kabelbaantjes van Uri kunt nemen (dat spaart ca. 300 m afdalen). De afdaling verloopt via een mooi, vrij steil pad door bos en weilanden. Dat het hier zo groen is, heeft een simpele reden: Uri is niet ‘regenvast’. Dus een goed advies: als de weergoden in Uri ongunstig zijn, rijd dan even door de Gotthardtunnel naar de zonneschijn van Ticino en keer later terug naar Uri. Meestal is het niet aan beide kanten slecht weer, alhoewel dat ook kan voorkomen.

Vanaf Chlital (einde kleine kabelbaantje) gaat het over een jeepweg en later via een asfaltweg naar Isenthal omlaag. Dan (hè bah) via asfalt een kleine 200 m omhoog, met volop frambozen, wilde cyclaampjes en wilde aardbeitjes om je bezig te houden. Bij Vord. Bärchi (met plek om te barbecuen, hout voorhanden) begint een steil pad dat afdaalt naar het mooie Bauen, dat een aangenaam microklimaat heeft en aan de Vierwaldstättersee ligt. Bauen is een oase van rust, met mooie huizen en enkele restaurants. De aanlegplaats van de veerboot over het meer naar Flüelen is niet te missen. In Flüelen zijn winkels, een station etc. De kabelbaan naar Eggberge ligt iets buiten Flüelen. Op Eggberge staan veel huizen en minstens 2 restaurants, w.o. Restaurant Seeblick dat een Matratzenlager heeft. Aanrader: Beckenrieder Spezial Apfelwein, 60 cl. 4,5% alcohol. Drinkt als limo, maar na een volle dag wandelen slaat het in als een bom.

Het leuke van Seeblick zijn de 2 kleine slaapzaaltjes en het heerlijke terras. Op het eten en het ontbijt is niks aan te merken, maar bijzonder is het niet.

Image
wandelen-urner-alpen-zwitserland-04
Op de afdaling van de Uri Rotstock via de kettingloze route, dag 3.

Dag 5: Eggberge – Lidernenhütte

De route: Restaurant Seeblick Eggberge (1447 m) – Ober Eggberg (1590 m) – Rossgrueben – Hüenderegg (1874 m) – Gr. Flesch (wc, 1812 m) – Schön Chulm (2023 m) – Siwfass (2180 m) – pasje (2138 m) – Hagelstock (2138 m) – pasje (2138 m) – Spilauersee (1837 m) – Lidernenhütte (1727 m)
Hoogteverschil: ca. 840 m stijgen; ca. 570 m dalen.
Moeilijkheidsgraad: T2.
Duur: ca. 4,5 uur.

Onderweg kun je 3 leuke topjes opwandelen: de Huenderegg, een iets hoger punt in het landschap, maar wel met een topkruis (1874 m). Daarna de Siwfass (2180 m), ook met topkruis uit 2008 én met een topboek. En vervolgens de Hagelstock (2181,5 m), een grasheuvel. Als je vanaf Eggberge de Schächentaler Höhenweg volgt, moet je na ca. een half uur afslaan als je de Hüenderegg wilt doen. De directe route naar de Lidernenhüttte gaat daar rechtdoor, maar de paar extra hoogtemeters zijn de moeite waard, vooral als het warm is, want je loopt door het bos.
Voorbij de Huenderegg volgt een openbare wc bij een meertje, met watertap, en een jeepweg. Bij een huisje/boerderij rechtdoor, hier is ineens weer markering, die ontbrak hiervoor. Steil pad waar je wordt vergezeld door een enorme bloemenpracht. Echt kalk. Alles groeit door elkaar heen.

Dit traject is populair; het is duidelijk drukker dan de dagen ervoor. Richting Lidernenhütte, die vrij laag ligt, wordt het landschap alpiener: meer alpenroosjes, maar ook veel weidegrond en Zwitserse koeien. Pas als je de hut bijna kunt aanraken, zie je hem. Prachtig houtwerk, fantastisch onderhouden en recent verbouwd. Een échte hut, maar wel lekker modern. Een van de weinige berghutten die is aangesloten bij Goût Mieux, restaurants die overwegend bio-eten serveren en producten uit eigen tuin en/of regio. De specialiteiten zijn: Urner kruidenthee, Kaffee Rossstock, en verschillende soorten sap en siropen. Zelfgemaakte chocoladetaart en zelfgemaakt ijs: stracciatella, banaan en abrikoos. Bij het ontbijt kun je je muesli zelf vers malen.

Wie nog power in de benen heeft, kan ’s middags vanuit de hut de Chaiserstock beklimmen: dan klim je van 1727 m (de hut) naar 2515 m. De horizontale afstand naar de berg toe is ook aanzienlijk. In ca. 3 uur sta je op de top en in ca. 2 uur daal je af, totaal ca. 5 uur.

Dag 6: Lidernenhütte – Biel.

De route: Lidernenhütte (1727 m) – Ober Hüttli (1794 m) – Rossstock (2461 m) – stukje zelfde pad omlaag, vervolgens zeer lastige afdaling naar de Rossstocklücke (schoorsteen afklimmen, 2e-graads, geen kettingen of voetsteunen) – Rossstocklücke (2288 m) – Langegg Schutzhütte (2073 m) – Biel (1626 m) – kabelbaan naar Brügg (648 m, Bürglen).
Hoogteverschil: ca. 735 m stijgen; ca. 835 m dalen.
Moeilijkheidsgraad: T5. Wie dat te moeilijk vindt, moet via een van de varianten afdalen naar het dal.
Duur: ca. 5,5 uur.
Varianten: A. Klein stukje afdalen naar het kabelbaanstation van de kabelbaan Chäppeliberg – Spilau en per kabelbaan afdalen. Van Chäppeliberg per Postbus naar Sisikon aan de Vierwaldstättersee (slechts enkele bussen per dag). B. Zelfde weg terug via Spilauersee en Schön Chulm, dan naar Unter Hüttenboden en vervolgens via het Wildheupfad naar de Urnersee. C. Via Alplen afdalen naar Sisikon aan de Vierwaldstättersee.

Er staat 2,15 uur voor de Rossstock. Weer zo’n mooie wandeling via een makkelijk pad. Het geplooide landschap zorgt ervoor dat de hut direct uit zicht is. Vlak onder de top is de markering plotseling wit/blauw/wit. Echt moeilijk is het niet. Gewoon een vrij steil paadje afgewisseld met stukken waarop je over niet al te steile rotsplaten loopt, T3. Vanaf de Rossstock kun je bij helder weer 16 meren zien liggen. Op de afdaling naar de Rossstocklücke verdwijnt het pad plotseling in een gat: een schoorsteen van zo’n 10 à 15 meter 2e-graads afklimmen, T5, en geen kettingen of voetsteunen.

Nog nooit gezien: op de Rossstocklücke staat een paal met alleen maar blauwe richtingbordjes, wat betekent dat alle paden vanaf de Lücke wit/blauw/wit gemarkeerd en dus moeilijk zijn. Vanaf de Lücke moet je nog tweemaal een kort stukje afklimmen, maar veel makkelijker dan het stuk klimmen in de schoorsteen. Vervolgens zeer steil door het puin afdalen. Na het puin beland je weer in de weilanden. Verderop, op Chinzig Chulm (2073 m), staan een kapel een prachtige schuilhut waar 2 mensen kunnen slapen. De hut is in 1997 met veel liefde en Zwitserse precisie gebouwd. Met ‘Schwingen’, een soort worstelwedstrijden, is men in 1983 begonnen geld te verzamelen voor de bouw. Dan is het nog zo’n 1.10 uur naar Biel, waar de kabelbaan naar Bürglen gaat, maar waar ook Berggasthaus Biel staat.