Huttentocht Adamello, Italiaanse Alpen, Italië
Voor alpenweiden, bergmeren, spectaculaire vergezichten en de grootste gletsjer van Italië moet je naar Adamello. Ook de geschiedenis wordt voelbaar in dit gebergte, waar in de Eerste Wereldoorlog om iedere meter is gestreden. De resten kom je nog overal tegen.
‘Sta ik op een bom?’
‘Bedoel je dat die kan afgaan of zo?’
Geschrokken staren we naar het roestige stuk ijzer dat rechts van ons uit de gletsjer steekt. Nu we de zonnebril af hebben gedaan en meer in detail kijken, blijkt het om een flinke bom te gaan. Wederom een bewijs dat er op de grootste gletsjer van Italië zwaar is gevochten met fors oorlogstuig. Eerder op de dag zagen we meerdere rollen roestend prikkeldraad liggen. Waar brengt dit historisch avontuur ons naartoe?
Rifugio Mandrone, waar we vandaan komen, is inmiddels uit het zicht verdwenen. We zijn nog niemand tegengekomen. Voor ons strekt de enorme Mandrone gletsjer zich uit en het einde is nog niet in zicht. Vandaag hoeven we niet de hele gletsjer over, want onze bestemming is een berghut die volgens de kaart boven ons moet liggen op een bergrug aan onze linkerkant.
Eerste Wereldoorlog
Eenmaal op het terras van de Rifugio Ai Caduti dell’Adamello flitsen de beelden van de afgelopen dagen naar voren. Voor ons openbaart zich een fantastisch panorama op de tegenover ons liggende bergketen met de weidse vlakke gletsjer. Dat doet denken aan één van de bergmeren aan de voet van de Presanella waar we gisteren en eergisteren waren. Gisterochtend zijn we ruim een uur voor zonsopkomst opgestaan bij de Rifugio Cornisello en hebben een half uur gewandeld naar een klein bergmeer om vervolgens de wolkenhemel oranje en rood te zien weerspiegelen met de puntige pieken van de Brenta Dolomieten op de achtergrond. Ook de avond ervoor hebben we schitterende foto’s gemaakt van de zonsondergang aan hetzelfde idyllisch gelegen bergmeer.
Onderweg naar de Rifugio Mandrone zijn we door het Val di Genova via een tolweg omhoog gereden met de auto. Deze vallei staat bekend om de vele watervallen links en rechts van het dal. Het is zondag en de Italianen zijn eropuit getrokken om op de lieflijke Alpenweiden te lunchen. Gezelligheid alom.
De huttenwaard roept ons voor het diner. De herinnering aan de afgelopen twee dagen vliegt weg en ineens staan we in de realiteit van het moment. De berghut hangt vol met foto’s en schetsen van de Eerste Wereldoorlog. En uiteraard van Paus Johannes Paulus die in de 80’er jaren deze berghut heeft bezocht en beroemd gemaakt. Vlak onder de berghut geeft de gletsjer de resten vrij van de barakken waar militairen bivakkeerden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het hout van de ingestorte en over de gletsjer verspreid liggende rottende barakken, de botten van dieren en resten ijzer verspreiden een typische geur. Wreed, deze aanblik. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn er in deze bergstreek meer mensen overleden aan kou en ondervoeding dan aan de oorlogshandelingen zelf.
Tijdens het nagerecht vragen we de huttenwaard van de Rifugio Ai Caduti dell’Adamello naar de gevaren van de gletsjer. Behalve het gevaar van een gletsjerspleet doemt bij ons een tweede en wellicht gevaarlijker soort risico op, namelijk bommen die op scherp staan. Maar de huttenwaard stelt ons direct gerust. Enkele jaren geleden is aan de overkant van de gletsjer een Britse klimmer op een landmijn gestapt. Sindsdien is de hele gletsjer gescand door een veiligheidsteam. De route die wij zullen volgen om naar ‘dikke Bertha’ te gaan, een kanon op 3.300 meter, is gegarandeerd veilig. Nu maar hopen dat deze mondelinge verzekering klopt.
Bommen en kanonnen
Als we omhoog klauteren over de rotsblokken ligt de gletsjer en het sneeuwveld ver onder ons. En dan ineens kijken we in de loop van het kanon: een metershoge gietijzeren joekel. Met al onze technische hulpmiddelen van vandaag de dag kunnen wij ons niet voorstellen hoe dit geschut op de top van deze berg is geplaatst. Het verhaal gaat dat dit kanon nauwelijks een schot heeft gelost. Mooi uitzicht hebben de militairen in ieder geval wel gehad.
De volgende ochtend zijn we vroeg op pad en steken de kilometerslange gletsjertong schuin over. Aan de voet van de Adamello begint de eigenlijke klim. Een driehonderd meter niet te steil sneeuwveld scheidt ons van de top. Op het moment dat we daaraan beginnen, zakt het wolkendek. Een klein uur later staan we in de mist op de top. Om deze teleurstelling te verwerken, is het snode plan ontstaan de gletsjerbeek te fotograferen op de weg terug naar de rifugio Mandrone. Onderweg naar de top van Adamello hebben we een beek zien verdwijnen in een gapend gat in de gletsjer. Eénmaal daar aangekomen dalen we via een door ons beveiligd touw enkele meters af. De dwarsdoorsnede van de gletsjer ziet er gemarmerd uit vanwege de jaar in jaar uit op elkaar geplette lagen sneeuw en ijs. Alle blauwtinten komen er voor. Ook het prikkeldraad kun je halverwege de dwarsdoorsnede van deze gletsjer uit het bomvaste ijs zien steken.
Bergmeren fotograferen
Zodra we terug zijn bij rifugio Mandrone laten we ons verwennen met verse zelfgebakken taarten. We zoeken mooie plaatsen om tijdens de zonsondergang beelden te schieten bij één van de vele bergmeren in dit oorspronkelijke berglandschap. We genieten zo van de plek dat we ook de volgende ochtend rondom zonsopkomst de langzaam voorbijtrekkende föhnwolken die weerspiegelen in de bergmeren fotograferen. Na deze fotoshoot rest ons een laatste ontbijt in de berghut. Ook in de Alpen blijkt dat met geld bijna alles te koop is. Na enig vriendelijk aandringen is de huttenwaard bereid tegen betaling onze rugzakken via de transport kabelbaan naar beneden te laten gaan. Zonder het gewicht van de rugzakken beginnen we aan een wandeling naar het dal. Met volle fotokaarten, vele indrukken en gemengde gevoelens verlaten we stap voor stap Adamello.
Things to know:
Het Adamello bergmassief ligt ingeklemd tussen de ruige Brenta Dolomieten en de hoge bergpieken van het Ortlermassief. Op het eerste zicht lijkt Adamello minder aantrekkelijk dan de omliggende berggebieden. Niets is minder waar. Minder aantrekkelijk betekent minder belangstelling en dus minder drukte. Het massief is rijkelijk bedekt met gletsjers en bergmeren. De hoogste bergtoppen zijn Adamello en Prescanella met ruim 3.500 meter. Het uitzicht op de Brenta Dolomieten aan de overkant van de vallei is spectaculair. Het grootste deel van de Adamellogroep is beschermd natuurgebied: het Parco Adamello-Brenta. In het Adamellomassief zijn nog talrijke sporen van de Eerste Wereldoorlog te vinden, van 1915 tot 1917 liep de Oostenrijks-Italiaanse frontlinie (het Dolomietenfront) door het massief. De beste toegang is via het Val Gènova aan de oostzijde van de Adamellogroep. De ingang van dit dal ligt bij Pinzolo en het bekende Madonna di Campiglio. Het gebied heeft voldoende, merendeels goed onderhouden hutten van de CAI, de Italiaanse Alpenvereniging. Langs de overblijfselen van bunkers en loopgraven is een langeafstandwandelpad aangelegd, dat van Zuid-Tirol naar de Zwitserse grens loopt en de ‘Friedensweg’ of ‘Via della Pace’ genoemd wordt.
Gemaakte tocht: Wij maakten een driedaagse huttentocht plus een dagtocht. De dagtocht gaat van Rifugio Cornisello naar Rifugio Segantini d’Amola, en weer terug. Rifugio Cornisello is met de auto te bereiken en heeft een parkeerplaats voor de deur. De driedaagse huttentocht begint in Pinzolo en gaat via Rifugio Mandrone naar Rifugio Ai Caduti dell’Adamello. Het is ook mogelijk om de auto te parkeren aan het einde van het Val di Genova. Je slaat dan een groot deel van de wandeltocht naar Rifugio Mandrone over. De weg door het Val di Genova is een tolweg (€ 7 per auto). Aan het einde van de vallei is er een grote parkeerplaats. Vanuit het Rifugio Ai Caduti dell’Adamello kunnen meerdere bergtoppen beklommen worden. Wij zijn naar Cannone en Adamello gewandeld.
Zwaarte/moeilijkheidsgraad: Tot Rifugio Mandrone heeft de route het karakter van een wandeltocht. Voor de Mandrone gletsjer is vereist: juiste gletsjeruitrusting, voldoende ervaring met het gebruik ervan én met het lopen op een gletsjer. Huur anders een gediplomeerde berggids in (zie hieronder).
Navigatie: De bergpaden naar de berghutten zijn gemarkeerd met verfstippen. Topografische kaarten zijn beschikbaar van het hele gebied: Kaart KOMPASS 1:25.000 nr. 638 "Adamello" en nr. 639 "Presanella". Bij mist kan het oriënteren op de vlakke gletsjer lastig zijn. Kennis van kaart, kompas en/of gps is vereist, zeker in mistige omstandigheden. Vanaf medio juli is de gletsjer aper.
Vervoer naar
Auto
Met de auto naar Pinzolo, circa 1.110 kilometer vanaf Utrecht.
Vliegen
Vliegen kan op Verona "Valerio Catullo" (90 km) of op Bergamo-Orio al Serio "Caravaggio" (180 km), de belangrijkste Italiaanse luchthaven voor de low cost vliegtuigmaatschappijen.
Trein
Amsterdam – München – Trento, ook mogelijk met de nachttrein tot aan München.
Trento – Male met particuliere trein, ca. 1 uur.
Male – Madonna di Campiglio met lokale bus, aansluitend.
Deze treinreisinformatie is rechtstreeks afkomstig van De Treinreiswinkel. Dé specialist voor internationale treintickets,treinrondreizen en treinvakanties. Meer info of gelijk boeken? Check www.treinreiswinkel.nl of bel (071) 513 70 08. Bezoekadres: Breestraat 57, 2311 CJ Leiden en Singel 393 Amsterdam.
Overnachten
Er wordt overnacht in berghutten. Lidmaatschap van de NKBV biedt korting.
Er is overnacht in de volgende locaties:
* Pinzolo is ingesteld op toerisme en heeft meerdere hotels, appartementen en bed&breakfast: www.booking.com.
* Rifugio Cornisello: www.rifugiocornisello.it
* Rifugio Segantini d’Amola: www.rifugiosegantini.com
* Rifugio Bedole: rifugiobedole.altervista.org
* Rifugio Mandrone: e-mail: davide.gallazzini@virgilio.it of telefoon: (0039)-04 65 50 11 93
* Rifugio Ai Caduti dell’Adamello: www.rifugioaicadutidelladamello.it
Eten en drinken: In Pinzolo is er een supermarkt voor brood, beleg of een snack voor onderweg. De berghutten bieden ontbijt, lunch, diner en overnachting van begin juli tot medio september. Buiten het seizoen zijn de berghutten niet bemand en dient eten en drinken zelf meegenomen te worden. Tijdens het toerski seizoen in de winter zijn de berghutten open in het weekend.
Beste seizoen: Begin juli tot medio september voordat de berghutten sluiten.
Weerbericht: De sites www.yr.no en www.weeronline.nl bieden adequate informatie over het weer. Internetbereik is in dit gebied niet gegarandeerd. Echter ieder jaar wordt het bereik beter, omdat er meer zendmasten worden geplaatst. De huttenwaard kan altijd een advies geven over lokale weersomstandigheden en actuele condities van de route.
Georganiseerd of zelf: De bergwandeltochten naar de berghutten kunnen zelf worden gemaakt. De berghut Rifugio Ai Caduti dell’Adamello kan alleen bereikt worden na het oversteken van een gletscher. Ervaring met bergsport en het gaan over een gletsjer is vereist. Voor het beklimmen van de bergtoppen kan een lokale gids worden ingehuurd indien ervaring in het bergbeklimmen ontbreekt.
Berggidsen
* Madonna di Campiglio, tel. (0039) 04 65 44 26 34.
* Pinzolo, tel. (0039) 04 65 50 21 11.
* Pinzolo, tel. 0039 0465.501007.
Kaarten en gidsen
Kaarten
* Topografische kaarten zijn beschikbaar van het hele gebied: Kaart KOMPASS 1:25.000 nr. 638 "Adamello" en nr. 639 "Presanella. Alle noodzakelijke informatie is er goed op ingetekend. Veel detail, nauwkeurige hoogtelijnen, hutten etc. Gevaarlijke route staan als zodanig extra gemarkeerd, € 7,95 per stuk.
Gidsen
* Rother Wanderfuhrer Brenta. Een goede wandelgids met dagtochten in o.a. Adamello, duitstalig, 2012, 160 blz. Beschrijvingen zijn goed, praktische informatie ook redelijk, alleen kaartmateriaal beperkt; je hebt er echt een kaart bij nodig, maar dat spreekt voor zich, € 16,95
Dag tot dag routebeschrijving
Dag 1: Rijden naar Rifugio Cornisello via Val Nambrone. De wandeltocht begint vanaf Rifugio Cornisello, 2120 meter via Boccetta dell Om, 2347 meter naar Rifugio Segantini d’Amola, 2371 meter en weer terug. Circa 4 tot 5 uur (route 216). Deze wandeltocht, met fraai uitzicht op Brenta en Pressanella massief en enkele bergmeren, heeft het karakter van een lichte bergwandeltocht. Ervaring met het wandelen op bergpaden strekt tot aanbeveling.
Dag 2: Terug rijden naar Pinzolo en omhoog rijden of wandelen door het paradijslijk mooie Val Genova. Het is een bijzonder mooie vallei, met onderweg diverse watervallen links en rechts van de vallei. Er wordt gewandeld van alm naar alm, afgewisseld door bossen, langs de snel stromende gletsjerbeken. Onderweg zijn er diverse bergrestaurants. Vooral op zondag trekken vele Italianen er op uit om op de lieflijk gelegen alpenweiden te lunchen, te barbecueën en te genieten van het leven.
De wandeltocht van Pinzolo, 780 meter naar Rifugio Bedole, 1.700 meter door Val di Genove is 17 kilometer lang, over een hoogteverschil van bijna 1.000 meter. Vanuit Pinzolo kan ook met de auto worden gereden naar de parkeerplaats aan het einde van de vallei. In het hoogseizoen pendelt een bus in het Val di Genova. De wandeltocht naar Rifugio Mandrone, 2.499 meter vanaf de parkeerplaats aan het einde van Val de Genove, duurt 2,5 uur (route 212) en heeft het karakter van een lichte bergwandeltocht. Ervaring met het wandelen op bergpaden strekt tot aanbeveling. Bij deze berghut liggen diverse kleine gletsjermeren.
Dag 3: De wandeltocht van Rifugio Mandrone, 2.499 meter naar Rifugio Ai Caduti dell’Adamello, 3.040 meter duurt 2,5 uur. Eénmaal op de gletsjer richting Rifugio Ai Caduti dell’Adamello is een basis klimuitrusting, kennis van het gebruik van de klimuitrusting en van oriëntatie op een gletsjer vereist.
Dag 4: De bergtocht van Rifugio Ai Caduti dell’Adamello, 3.040 meter naar Cannonne, 3.300 meter duurt 2,5 uur en heeft moeilijkheidgraad F (volgens de UIAGM standaard).
Dag 5: Van Rifugio Ai Caduti dell’Adamello naar Adamello en terug naar Rifugio Mandrone. De bergtocht van Rifugio Ai Caduti dell’Adamello, 3.040 meter naar Adamello, 3.554 meter duurt 3,5 uur en heeft moeilijkheidgraad F (volgens de UIAGM standaard).
Dag 6: Van Rifugio Mandrone naar het dal, naar Pinzolo en terug naar Nederland.
Bekijk ook onze 'how to' video over het reilen en zeilen in een berghut.