icon-mouse icon-mountain icon-facebook icon-instagram icon-pinterest icon-twitter icon-youtube icon-close icon-zoek icon-triangle-left icon-triangle-right icon-ebike icon-hond icon-gezin icon-zwaarte icon-gps icon-trein icon-comfort
Image
Wandelen op Mallorca
Reisverhaal

Wandelen op Mallorca

  • 08 oktober 2015
  • Door: Kees Lucassen
  • Fotografie: Ruben Drenth

Het eiland Mallorca trekt 8 miljoen toeristen per jaar. Daarvan verblijft echter meer dan 90% aan de stranden van de zuidkust. Wie naar de Serra de Tramuntana aan de noordkust trekt om te gaan wandelen, vindt een wonderlijk Werelderfgoed met een netwerk van wandelpaden.

Korte feiten

Over wandelen op Mallorca

Gemaakte tochten: Dagwandelingen zowel vanuit, als tussen drie verschillende accommodaties. Wij boekten deze wandelreis bij SNP Natuurreizen.
Zwaarte/moeilijkheidsgraad: Aantrekkelijk voor zowel de liefhebber van pittige bergwandelingen als voor wie het liever iets rustiger aandoet. Je kunt dagelijks kiezen tussen lang en kort, moeilijk en makkelijk.
Beste seizoen om te wandelen: Voor- en najaar. Mist kan in de bergen ieder seizoen voorkomen. De hoogzomer is te heet om te wandelen.
Overnachten: Je overnacht in vriendelijke, schitterend gelegen hotels en het vervoer van je bagage is geregeld.

Image
wandelen-mallorca-serra-de-tramuntana-02
Te voet op de Cami de s’Arxiduc, het Pad van de Aartshertog.
Image
Wandelen Mallorca Serra de Tramuntana

Serra de Tramuntana

Het eiland Mallorca trekt 8 miljoen toeristen per jaar. Daarvan verblijft echter meer dan 90% aan de stranden van de zuidkust. Wij trekken naar de noordwestkust, naar de Serra de Tramuntana. Wonderlijk Werelderfgoed met een netwerk van wandelpaden.

Dag 1: Valldemossa

‘Jullie zijn laat!’

Zielig vroeg (05.50 uur) naar Mallorca vliegen heeft zo zijn voordelen. Ruben − fotograaf & vogelaar − en ik zitten al in hoofdstad Palma voordat de klok van de Santa Eulalia negen keer heeft geslagen. Op een terrasje pal naast de roltrapuitgang van het ondergrondse station van waaruit een stoet van Mallorcanen stroomt. Oogknipperend tegen de zon, op weg naar school of werk, zomers gerokt of met een vouw in de broek. Twee cappuccino later verdwijnen wij in het gat, tegen de stroom in, zoekend naar de bus naar Valldemossa.
U weet, Mallorca is een érg populaire bestemming. Maar meer dan 90% van de toeristen, van de hangbuikgermaan tot en met de bleekbritse bierzwelger, wentelt zich well done of rood op de stranden van de zuidkust. Ruben en ik reizen naar de Serra de Tramuntana, de bergketen langs de noordwestkust. Werelderfgoed, want van grote culturele en landschappelijke betekenis. En wij gaan er niet in de zon liggen, maar wandelen. Er ligt daar namelijk een netwerk van paden, google maar eens even: wandelen op Mallorca. Reisorganisatie SNP biedt hier zelfs een 8-daagse wandelreis aan, en die hebben wij geboekt.
Startpunt: Valldemossa. Waarover ik, terwijl de bus tussen olijfgaarden en sinaasappelbomen zigzagt, dit in de reisinfo lees: ‘Een van de mooiste dorpen van Spanje. Vierhonderd meter hoog en bekend dankzij Koning Sancho, die hier een paleis liet bouwen dat na zijn dood (in de 14de eeuw) een klooster werd. Voor eeuwig maar niet altijd: in 1835 verdween de laatste monnik. En drie jaar later logeerde Chopin, de componist, hier vier maanden lang. Samen met George Sand, zijn toenmalige geliefde, en die schreef daarna het boek Een winter op Majorca, dat hier nu in elke kiosk te koop is.’
‘Jullie zijn laat!’, bromt Miquel de Can Miqueloto, een bolgebuikte grijsaard, zittend op een bankje.
En dat terwijl we toch al om 10 uur ’s morgens naast zijn bankje staan, in de schaduw van een enorme Jacaranda-boom, pronkend met paarse bloesem. ‘De meeste wandelaars komen in april en mei’, legt Miquel uit, ‘of later, in september en oktober.’
Vandaag is het 17 juni en 30° Celsius. De rest van de dag slenteren we door Valldemossa, dat inderdaad mooi is. We bewonderen een werk van Picasso, een haarlok van Chopin, de gotische San Bartomeu-kerk en het geboortehuis van Catalina, de lokale Heilige. Op het pleintje voor het klooster vertelt Madeleine, het mooiste meisje van het dorp, ons over het wonderlijke leven van aartshertog Ludwig Salvador (1847 – 1915). Kort samengevat: ‘Dat was het puissant rijke neefje van Frans Josef, de keizer van Oostenrijk-Hongarije (en de man van Sisi). In plaats van zijn neef de keizer te dienen, verkoos Ludwig − kort nadat zijn jonge vrouw Mathilde een sigaret had opgestoken, waarna heur japon vlam vatte met de dood tot gevolg − om een zwervend bestaan te leiden, wat hem naar Mallorca bracht. Hij leerde er de taal, het Mallorquín, schreef er dikke boeken over het eiland, deelde er met vele boerendochters zijn bedstee én hij kocht er grote stukken van de Serra de Tramuntana op, die hij daarna beschermde.’

Image
wandelen-mallorca-serra-de-tramuntana-04
‘Si, si, ik ben Miquel de Can Miqueloto.’

Dag 2: Cami de s’Arxiduc

‘Kijk, een bijeneter!’

Op de Plaça de Cartoixa, het eerdergenoemde kloosterplein, begint onze eerste wandeling. De cijfers: 16 kilometer, 670 meter omhoog én ook weer omlaag. Eerst omhoog, het dorp uit, het bos in. Over een stenig pad, langs steeneiken vol baardbos en af en toe een mekkerende geit. Na drie kilometer komen we uit bij een open vlakte.
‘Vanaf hier kun je een afkorting nemen’, zeg ik.
‘Ja, maar dát doen wij dus niet’, beslist Ruben.
Want weer een kilometer verder wacht de Mirador de Ses Puntes, ‘een van de spectaculairste uitzichtpunten van Mallorca’, aldus onze routebeschrijving. Vanaf een letterlijk uitstekende kalkpunt zien we de grillige kust, piepkleine bootjes en de oneindige zee. We lopen nu over de Cami de s’Arxiduc, het pad van de aartshertog, die u inmiddels kent. Zijn route loopt over de kam, via pasjes en toppen, met vergezichten naar alle kanten. De routebeschrijving meldt ‘lastig voor mensen met veel hoogtevrees’, maar vertelt ook dat een eeuw geleden Ludwig Salvador hier, gezeten op zijn stapvoets sjokkende paard, genoot van zowel het uitzicht als de welriekende flora. Ik zie parelmoer- en citroenvlinders, fladderend boven geel sint-janskruid en knalrode weet-mij-nietjes.
‘Kijk daar, blauw met geel, een bijeneter!’, roept mijn vogelspottende reisgenoot.
Na de Puig Caragolí, met 945 meter het hoogtepunt van de dag, hoog boven de Cala Deià-baai, dalen we weer af, via een rotsplateau, een gesloten berghut en de ruïnes van houtskool- en kalkovens. Dan zien we Valldemossa weer, met de San Bartomeu, waarin we zes uur na ons vertrek een kaarsje opsteken.
‘En?’, vraagt Miquel, die op zijn bankje op ons heeft zitten wachten.
‘Fantástico!’, zegt Ruben, en hij steekt twee duimen in de lucht.

Image
wandelen-mallorca-serra-de-tramuntana-01
Cala Deià, ooit een vissersgehucht, maar nu niet meer dan een houten restaurantje in een kleine baai.

Dag 3: Naar Port de Sóller

‘Prohibido el Paso!’

‘Hier steekt de zon, hier steken struiken.
Insecten gonzen om ons heen,
Je kunt hier honderd kruiden ruiken,
of je stoten aan een steen.
Maar verwacht geen eenzaamheid:
het landschap is vervuld met geit.

Op de maat van hun gemekker,
het geklepel van hun bellen,
gaat strompelen bijzonder lekker,
langs die bontgekleurde vellen.
De avond brengt ’t fraaist gezicht:
Een geit die in citroensaus ligt.’

Ik was het vergeten, dacht ik. Maar halverwege de wandeling naar Port de Sóller (16 km, 270 m stijgen, 390 m dalen) schiet dit gedicht terug in mijn hoofd. De dag begon vandaag met een rit per taxi, naar Deià, een dorp waarvan de helft van de bewoners schrijver of schilder is, al dan niet befaamd. Er is ook een winkeltje, waar je vermoedelijk al jaren geen voetbalplaatjes bij je boodschappen krijgt, maar bougainvillestekjes, want vrijwel elk huis in Deià zit verstopt onder een sluier van paarsroze bloempjes. Wij lopen verder, langs een beekje en tussen sinaasappel- en citroenbomen. Zo komen we uit bij Cala Deià, ooit een vissersgehucht, maar nu niet meer dan een krakkemikkig houten restaurant aan een kiezelstrand in een kleine baai.
‘Uiterst sfeervol’, aldus Ruben. Vervolgens lopen we over de grillige kliffenkust, onder reusachtige dennenbomen en langs blauwgroene zee, tot we uitkomen bij een klein dorp: Lluc-Alcari. ‘Hier heeft Picasso nog een tijd gewoond’, lees ik hardop voor.
‘Nou en? Het aantal plekken waar Picasso heeft gewoond staat vrijwel gelijk aan het aantal kroegen dat zich stamcafé van Hemingway noemt.’
‘Er is ook een bushalte, dus als we willen dan kunnen we nu…’
‘Ja, maar dát willen wij dus niet.’
We lopen verder, naar Finca Son Mico, een stokoud boerenhuis tussen weidse boomgaarden, met een panorama-terrasje, alwaar twee zussen zingend sinaasappels persen en daarbij Coca-koek serveren. Kortom, een aanrader.
‘Oepoepoe’, klinkt het zacht.
‘Dat is een hop! Zie je die kuif?’, jubelt Ruben.
Nog vijf kilometer te gaan. Op advies van de routebeschrijving negeren we een bordje ‘Prohibido el Paso!’ en dalen dan, aangemoedigd door balkende ezels en mekkerende geiten – inderdaad, hier was het dat bovenstaand gedichtje door mijn hoofd schoot – tussen knoestige olijfbomen door naar de baai van Port de Sóller. De enige beschutte natuurlijke haven van de noordwestkust, bewaakt door zowel een antieke wachttoren, de Torre Picade als twee vuurtorens. Port de Sóller heeft ook een fijn strand en een tram die al sinds 1913 vanaf hier op en neer naar het dorp Sóller dendert, vijf kilometer bergop. ‘Dus als we willen, dan kunnen we nu…’
‘Mañana amigo, mañana.’

Image
wandelen-mallorca-serra-de-tramuntana-10

Dag 4: Terug naar Port de Sóller

‘Too hot to walk?’

‘Rustige wandeling over goed begaanbare paden en steenslagwegen’, zo wordt de route voor de vierde dag beschreven. De cijfers: 15 km, 700 m stijgen, 700 m dalen. Weer beginnen we met een rit per taxi, over de duizelingwekkende weg naar Cala Tuent, een klein kiezelstrand. Vanaf hier gaat het meteen omhoog en het is heet vandaag, 35 graden.
Denkend aan Miquel, die ‘Jullie zijn laat!’ roept, begin ik een blaartje te voelen en...
‘Kijk, een blauwe rotslijster!’, juicht Ruben.
De Col du Biniamar duikt op, 365 meter hoog, waarna de zee uit zicht verdwijnt. Zwetend als een plak jonge kaas op een gloeiende motorkap tijdens Parijs-Dakar bereik ik, zeven kilometer verder, Bàlitx d’Avall. Een boerderij, afgelegen maar niet verlaten. Want hier treffen we Chris, een struise boerendochter met rossig haar en kleurrijke tattoos, die ons gul voorziet van verse jus.
‘Where you go?’, wil ze weten.
‘Sóller’, zeg ik.
‘Don’t you think it is too hot to walk?’
‘No’, lieg ik stoer.
Over een gruisweg sloffen we verder. Langs een bron, klimmend over omgevallen bomen en via een kreunend roestig ijzeren hek.
‘In het ideale scenario verschijnt er nu een boer in zo’n oude pick-up truck en die geeft ons dan een lift naar Sóller’, zeg ik tegen Ruben.
‘Ja, maar dit is de harde realiteit’, reageert hij.
‘Toet-toet!’
Een stofwolk. Herstel, een pick-up truck! Ik zwaai. Hij komt dichterbij en… stuift door! Achter het stuur herkennen we Chris, vrolijk terugzwaaiend. Als het stof is gedaald merkt Ruben grijnzend op: ‘Tja, als jij daarstraks nou had gezegd dat het wél te warm was, ja dan…’
‘Snaveltje toe, grasmusvoyeur!’
Vanuit een olijfboomgaard, waar krekels tjirpen als tandartsboren, dalen we af. Langs een kerkje en verder, tot bij de Pont de Can Rave, een brug die we oversteken en dan zijn we al in Sóller. Hier lopen we naar de Plaça Constitutió, een bekoorlijk plein onder platanen, omzoomd door gebouwen als de Banco de Sóller, in extravagante modernista-stijl, en de San Bartomeu-kerk, met in de gevel een bovenmatig roosraam. En ja, er wordt getrouwd vandaag. Klokgebeier, hoge hakken, zwierige jurken en bloemen in opgestoken kapsels. We zien het aan vanaf Bar Bini, waar we Bruna en haar moeder achter twee glazen bier vinden. Ja, ook zij gaan zo naar de bruiloft, maar eerst drinken ze nog even moed in. ‘Het is mijn ex, begrijpt u?’ Uit solidariteit bestellen wij ook twee glazen, en pas uren later stappen we, een tikkeltje rozig, op de tram terug naar Port de Sóller.

Dag 6: Coll des prat

‘Zwarte gieren!’

In een hooggelegen dal bij het Cúber-stuwmeer begint de mooiste etappe van het Pieterpad van Mallorca, de GR-211 die hier door het hoogste deel van de Serre de Tramuntana voert.
De cijfers: 15,5 km, 490 m stijgen, 640 m dalen.
We beginnen rustig, wandelend door schaduwrijk steeneikbos, pakweg vijf kilometer lang. Maar dan komen we boven de boomgrens. We lopen door een weids berglandschap, een kalksteenplateau met borsthoog gras, bloemrijke dwergstruikjes en mega uitzicht naar alle kanten, tot op de Coll des Prat, een bergpasje, 1195 meter hoog.
‘Gieren! Zwarte gieren!’, kraait Ruben. Boven ons zweven twee enorme vogels en in de verte zien we hoe de Cap de Formentor, het noordelijkste puntje van Mallorca, in zee verdwijnt.
Iets later, GR-markeringen volgend, spotten we diep onder ons het klooster van Lluc. Dé pelgrimsplaats van Mallorca en onze finish van vandaag. En dus dalen we af, eerst langs enkele Casas de Neu, uit de rots gehakte kelders, waarin eeuwenlang de in de winter gevallen sneeuw werd aangestampt, zodat het ijs werd, wat in de zomer zeer gewild was.
‘Voor dit doel liet ene Atoni Català in 1692 zelfs een muildierpad aanleggen, en zijn ijshandel was tot 1908 in bedrijf. Welnu, dit zijn de ruïnes van zijn ijskelders en wij lopen nu over zijn pad.’
‘En dat Lluc-klooster, heeft dat ook een verhaal?’, wil Ruben weten.
‘Lluc was een herdersjongen die op een goede dag een beeld van de Zwarte Madonna vond. Hij was op slag bekeerd en gaf het beeld aan een priester, die het in zijn kerk plaatste. De volgende dag was het echter verdwenen en Lluc vond het op dezelfde plek terug als waar hij het eerder had gevonden. Toen is besloten om daar het klooster te bouwen.’
Een dik uur wandelen later staan we achter in de imposante kloosterkerk oog in oog met de Zwarte Madonna, met om haar heen vijf Mallorcanen, geknield en met beide ogen stijf dicht.
‘En nu?’
‘Een cola met veel ijs. Over een half uur worden we hier opgepikt door een taxi die ons naar Pollença brengt, want daar staat ons hotel van vandaag.’
Op weer een fijne plek, zo blijkt die avond. Het hart van Pollença bestaat uit kronkelstraatjes rond een Plaça Major, met winkeltjes vol kunst & curiosa en prettige drank- & eetgelegenheden. Zoals café Espanyol, goed voor tapas en een lokaal wijntje, en Il Giardino, waar de serveerster ons adviseert om de tagliatelle met zomertruffels te bestellen.
Ruben: ‘Ja, dát gaan wij dus wél doen!’
‘Smaakt het?’, informeert Maria even later.
Lachend vanachter een leeggelikt bord steekt mijn vriend de vogelaar zijn beide duimen in de lucht.

Image
Xavier, 97 jaar oud, die in zijn werkplaats in Pollença noten kraakt.
Xavier, 97 jaar oud, die in zijn werkplaats in Pollença noten kraakt.

Sangria en Palma, Maria & Xavier

Dag 5 en 7 waren ter ontspanning. Goed voor korte wandelingen, naar vuurtoren, klif en kaap. Ook zwommen we in zee en bestelden we sangria tinto, onderwijl menige paradijsvogel spottend. Zoals Maria, die nu met peuk, krulspelden en hotpants fluitend haar stoepje schoonveegt, en Xavier, een 97-jarige wijsgeer, die in zijn stoffige werkplaats met een houten hamer noten kraakt. Hij weet:
‘Wandelen is alles laten lopen. Wat vastgeroest zat, gaat glimmen. Wat zwaar was, zweeft.’
Op dag 8 stappen we vroeg in de ochtend op de bus terug naar hoofdstad Palma, waar we hele dag door de straten dwalen. Van de overdekte markt naar de kathedraal, langs vele rijkversierde gebouwen, en dan naar de Plaça Major. Ons vliegtuig vertrekt pas laat in de avond, en dat heeft zo zijn voordelen.

Uitgebreide informatie over wandelen op Mallorca

Over Mallorca

Noordwest-Mallorca biedt onverwacht veel natuurschoon. Vele gemarkeerde paden doorkruisen het kustgebied en de Serra de Tramuntana. Daarmee is dit Werelderfgoed aantrekkelijk voor zowel de liefhebber van pittige bergwandelingen als voor wie het liever iets rustiger aandoet. Je overnacht in vriendelijke, schitterend gelegen hotels en het vervoer van je bagage is geregeld.

Gemaakte wandeltochten

Wij boekten de wandelvakantie Mallorca bij SNP Natuurreizen. In vogelvlucht doorliepen wij het volgende reisprogramma:
'De reis begint in het mooie dorp Valldemossa (2 overnachtingen). Vanaf het kunstenaarsdorp Deià wandel je op dag 3 naar Port de Sóller (3 overnachtingen). En op dag 6 begin je aan de mooiste etappe van de GR-221, via de pas Coll des Prat (1195 m) naar het afgelegen klooster van Lluc. Een taxi (inbegrepen) brengt je hierna naar de sfeervolle accommodatie in het hart van het levendige plaatsje Pollença (2 overnachtingen).'

Vervoer naar Mallorca

Wij vlogen met Transavia de lowcoster die van Amsterdam, Rotterdam/Den Haag, Eindhoven en Groningen op Mallorca vliegt. Alternatieve vluchten zijn er van o.a. TUI (vanaf div. luchthavens), Ryanair (vanaf Eindhoven), Corendon (Amsterdam) en Vueling.com (Amsterdam & Brussel).

Auto huren

Een auto huren op Mallorca?

Ben je van plan een auto te huren? Wij hebben goede ervaringen met Sunny Cars. Waarom? Omdat je geen gedoe wilt over verborgen kosten. Bij Sunny Cars is alles inbegrepen en weet je vooraf waar je aan toe bent. Meer weten?

Image
Sunny Cars

Beste seizoen om te wandelen op Mallorca

Voor- en najaar zijn veruit de beste seizoenen om te wandelen op Mallorca. Temperaturen zijn nog aangenaam en in het voorjaar staat het eiland in bloei. De maanden juli en augustus zijn té heet om te wandelen, juni en september zijn op het randje.

Zwaarte en moeilijkheidsgraad

Denk niet: ‘Há, zo’n zonnig eiland, dat is gemakkelijk wandelen!’ Ja, je kunt er korte, eenvoudige tochten maken, maar de langere routes door de bergen zijn niet te onderschatten. Het pad gaat soms vrij steil omhoog of omlaag. Regen, mist en felle zon kunnen het lopen onverwacht zwaarder maken. En neem altijd voldoende eten en drinken mee.

Je kunt dagelijks kiezen tussen lang en kort, moeilijk en makkelijk. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van een taxi, kun je aan het begin of juist aan het eind van de route de afstand inkorten. Op de twee dagen waarbij van hotel wordt gewisseld, kun je ook eerst een stuk met de taxi gaan, en  daarna nog 5 tot 6 uur lopen.  Met als voordeel dat het hele traject mooi is.

Navigatie

Wie bij SNP boekt krijgt een uitgebreide routebeschrijving mee. Als je het zelf organiseert, zorg dan voor een goede wandelkaart. Paden zijn gemarkeerd, maar die markeringen zijn niet altijd even accuraat. De GR-paden zijn wel goed voorzien van verfstrepen.

Uitrusting

De paden op Mallorca zijn overwegend rotsachtig. Goede, halfhoge wandelschoenen zijn zeer zeker aan te raden. Vergeet geen water- en winddicht jack. Hoger in de bergen kan tijdens ieder seizoen opeens mist op komen zetten.

Georganiseerd met SNP

Boek je de SNP wandelreis, dan krijg je 84 pagina’s vol info over de wandelingen, over de alternatieve routes en afkortingen en over de hotels en alle taxiritten, die inclusief zijn. En ook over het desgewenst downloaden van GPS-gegeven, tips & handige sites en nog veel meer. Plus: je bagage wordt dan voor jou van hotel naar hotel vervoerd. Kijk hier voor meer informatie, vertrekdata, prijs en beschikbaarheid.

Image
wandelen-mallorca-serra-de-tramuntana-03
Zicht op Valldemossa vanuit onze kamer, links bloeit een acarandaboom, rechts piekt de San Bartomeu-kerk.

Overnachten

Plekken voor de nacht zijn er in overvloed, zeker in het voorjaar en de nazomer. Voor ons, geboekt bij SNP, waren de drie hotels waarin wij sliepen inclusief. Zoals twee overnachtingen in Es Petit in Valldemossa, het voorbeeldige hotel van Gonzalo (google maar eens), met een topontbijt en een droomuitzicht. Prijzig, Hotel Es Petit. De overige hotels waar we sliepen waren in Port de Sóller (3 overnachtingen) en in het levendige plaatsje Pollença (2 overnachtingen).

Eten & drinken

Onderweg kom je weinig tot niets tegen. Neem dus voldoende water en eten mee vanuit de plek waar je vertrekt voor je wandeling. Water tappen is moeilijk tot onmogelijk. Fijne tips om lekker te eten en te drinken zijn:

  • Valldemossa: Hostal Ca’n Mario. Een toppertje, dit kleine familierestaurant op de 1e etage van wat ooit het oudste hostal van het dorp was. Voor ca € 60 eet je met 2 personen (lam met rozemarijn & tijm), inclusief de wijn, c/Uetam 8.
  • Ook in Es Rosquisar proef je met liefde gemaakte en geserveerde gerechten, en dit dan in een knus restaurant op een klein plein, Plaça de Cartoixa. Tip: de ravioli.
  • Port de Sóller: El Sabor, topstek voor zowel vers gemaakte tapas (met sardientjes, chorizo, garnalen enz.) als het diner, Centra del Puerto 72.
  • Pollença: Il Giardino, tagliatelle met truffels en een frisse rosé, voor nog geen € 25, op een prachtplek: Plaça Major 11. Il Giardino.
  • Om de hoek in een steegje (c/Temple 3) serveert Eu Centro tongstrelend eten, van paella tot bacalao in alioli. Naast ons smulde Alexander Klöpping, dus de recensies op internet zullen ook wel dik in orde zijn.
  • Als lunch voor tijdens de wandelingen kun je ´s morgens al broodjes (met bijvoorbeeld serranoham, tomaat & olijfolie) bij de panaderia (bakker) in Valldemossa, Port de Sollér of Pollença kopen.
Image
wandelen-mallorca-serra-de-tramuntana-07

Kaart en gids

Kaart: Beste wandelkaart: Serra de Tramuntana + GR221 (uitg. Alpina Maps, 1:125.000). Set van 4 kaarten op scheur- & watervast papier voor de gehele bergketen.
Gids: Rough Guide Mallorca & Menorca (Engelstalig, 290 pag). Beste reisgids, boordevol info en prettig geschreven.