Wandelen op de Marker Wadden
We blijven in Nederland deze zomer. Maar waar moeten we héén dan? Nou, naar de Marker Wadden bijvoorbeeld. Vijf eilanden middenin het Marker Meer, op een uurtje varen van Lelystad. Nooit van gehoord, zegt u misschien, en dat is niet zo raar, want de eilanden bestaan nog maar een paar jaar. Zoals met alles wat piepjong is: ze veranderen waar je bij staat. Dat maakt een bezoek ook zo leuk. Tips!
Nieuwe natuur
Even de ontstaansgeschiedenis. De Marker Wadden is een project van Natuurmonumenten, de Rijksoverheid en de provincie Flevoland. Doel: de waterkwaliteit in de Markermeer verbeteren en een toevluchtsoord creëren voor vogels. De eilanden werden aangelegd in het diepste deel Markerweer, een behulp van lage stenen dammen, waarna in de luwte eilanden van klei werden opgespoten, met ondieptes en geleidelijke overgangen tussen land en water. Ideaal voor waterplanten, vissen en vooral vogels.
Het eerste eiland werd aangelegd in 2016 en het was nog niet klaar of de visdieven en kokmeeuwen streken neer. Er kwamen kleine plevieren, kluten, bergeenden en tafeleenden, kwikstaarten, karekieten en rietgorzen. Het hield niet op, in 2019 telden de Marker Wadden al 125 verschillende soorten vogels. Dit jaar werd op een van de eilanden zelfs een broedende lachstern gesignaleerd - de eerste in Nederland sinds 1958. Die vogels broeden daar ongestoord, want maar één van de vijf eilanden is toegankelijk voor publiek.
Vogelhutten
Enfin, het is wel duidelijk: naar de Marker Wadden neem je in elk geval verrekijker mee. De langste wandeling die je kunt maken is twaalf kilometer en dan heb je echt elke uithoek van het eiland gehad, maar korter kan ook. Ga in elk geval langs de drie vogelhutten. Bij de Lepelaar zie je vooral veel eendensoorten en bij de Duikeend (je kijkt er op waterniveau uit over het moeras) zijn de jonge visdiefjes de belangrijkste attractie. De Aalscholver staat in het noordoosten van het eiland, dit is geen hut maar een vogelkijkscherm. Erachter: slib. Ideaal om steltlopers te spotten.
Over slib gesproken, de wandelpaden lopen deels over vlonders en het is echt de bedoeling dat je daarop blijft. De eilanden bestaan namelijk in wezen uit niet meer dan slib waarvan de bovenkant is opgedroogd - vogels kunnen daar prima overheen lopen, maar er komt ook drijfzand voor, daar wil je ver van blijven. Wil je voelen hoe dat slib tussen je tenen slurpt (en dat wil je), dan kun je bij drie vlonders aan de oostkant van het eiland even met je blote voeten in de modder.
Het eiland ruikt naar honing
En dat allemaal op een uurtje varen vanaf Lelystad. Enige nadeel: een ticket koop je meestal wat langer van tevoren, dus qua weersverwachting is dat altijd een beetje een gok. Vorig jaar was ik er op een zonnige dag in mei. De moerasandijvie stond in bloei, het eiland rook naar honing. Overal waren vogels, nog nooit een rietgors zo prachtig horen zingen en hij zat récht voor de kijker. (Overigens: er is ook strand, dus als je in de zon wilt liggen kan dat ook).
Dit jaar, begin juli, de weersvoorspelling was niet zo jofel. Als je dan ’s morgens weggaat, denk je nog ‘ach, het valt vast mee’ maar eenmaal op de Marker Wadden is het alsof je midden op de oceaan zit. Horizontale regen! Alleen een paar kluten stappen dapper rond. Visdiefjes zitten op het nest hun jongen warm te houden. Ik hoopte nog op een zeearend, maar die is vandaag ook lekker thuis in de Oostvaarders Plassen gebleven. Groot gelijk!
Wilde tijm en slangenkruid
Maar goed, met je neus naar beneden valt wel ineens op hoeveel nieuwe planten er groeien langs het pad. De roze bloemetjes van de grote wilde tijm, waren die er vorig jaar al? En dat heldere geel van de rolklaver, prachtig. Wat is dat voor plant, met die helderblauwe bloemen?
Ook nieuw, en dat is héél goed nieuws nu het regent, is het paviljoen. Terwijl de rest van het gezelschap al aan het bier zit, gooi ik snel een foto van de blauwe bloemen in de ObsIdentify-app (want internet heb je er wel, zo afgelegen zijn de Marker Wadden nou ook weer niet) en hopla, daar is de naam al: Slangenkruid. Dat blijkt de enige waardplant voor de gevlamde grasmot en hij wordt bestoven door een hele serie wilde bijen, zoals de slangenkruidbij, zwaluwbij en gouden metselbij. Zouden die ook allemaal naar de Marker Wadden komen? Volgend jaar voor de zekerheid de insectengids mee.
Veerkrachtig
Daarom is het precies fijn is om naar de Marker Wadden te gaan: om even op een plek te zijn waar je ziet hoe veerkrachtig de natuur is, hoe waanzinnig veel je kunt bereiken met een woest plan, een beetje goeie wil en een paar baggerschepen.
Op de boot terug naar Lelystad vertelt de schipper dat de excursie van de volgende dag is afgelast (‘Morgen is het wel droog, maar het gaat heel hard waaien, dan word je gezándstraald op de Marker Wadden’), dus nog een laatste tip: vul bij het boeken van de tickets je contactgegevens in en check bij slecht weer voor de zekerheid op de site of de tocht door gaat.
Ik zit op de terugweg alweer nieuwe plannen te maken om nog een keer te gaan. In september of zo, dan ziet het er op de Marker Wadden vast weer compleet anders uit. Of misschien een keer zo’n huisje huren, midden in de winter desnoods, dan voel je je op een onbewoond eiland, dat is vast óók heel gaaf.
Want dat is grootste voordeel van zo’n topexcursie dicht bij huis: je kunt er probleemloos nog een keer heen, en nog eens, en nog eens. Zo vaak als je wilt. Het verveelt nóóit.
Praktische informatie
- De veerboot naar de Marker Wadden vertrekt vanaf de Bataviahaven in Lelystad. Tickets kosten €22,50, leden van Natuurmonumenten krijgen korting. Boeken kan hier.
- Er zijn ook particuliere aanbieders van excursies. Check bijvoorbeeld de vogel-excursies van Fogol.
- Overnachten op de Marker Wadden is beperkt mogelijk: er zijn twee vakantiehuisjes, volgend jaar opent een klein kampeerterrein.
- Verdere praktische informatie vind je op www.markerwadden.nl.