De vijf dorpen aan de Italiaanse Riviera di Levanti-kust staan bekend als supermooi maar ook toeristisch en overlopen door Amerikanen. Klopt allemaal. Maar druk is het in de Cinque Terre alleen in de dorpen zelf, en op de wandelpaden direct langs de kust. Klim omhoog op het Pad van de Heer en je bent alleen met de mooiste uitzichten van de wereld.
Cinque Terre, vijf dorpen met het ritme van een lekker wandelliedje. Monterosso, Vernazza, Corniglia, Manarola, Riomaggiore. Verbonden met wandelpaden en een spoorlijntje, auto’s komen er niet in. Dat wil zeggen: niet in de dorpen en niet direct langs de kust. De kust is voor wandelaars. Voor ons! We zijn op weg naar de etappe Corniglia – Vernazza, de derde en naar het schijnt mooiste van het sentiero azzurro, het blauwe pad dat de vijf dorpen van de Cinque Terre verbindt. Reisgenoot Yvonne kan bijna niet wachten – ‘Ik ben zo benieuwd!’. Zelf denk ik nog heel even aan de twee eerdere etappes, die tot onze schrik gesloten waren, maar die gedachte druk ik weg. We drinken koffie. Er lijkt niets mis te kunnen gaan. Tot de bareigenares zegt: ‘Weet u dat het pad naar Vernazza officieel gesloten is? Betreden is op eigen risico.’ ‘Het zal niet waar zijn’, zeg ik getroffen. ‘Maar we laten ons niet uit het veld slaan, toch? Op eigen risico is nog wat anders dan verboden. Een stukje inspecteren?’
‘We gaan!’, zegt Yvonne. Gelukkig is er niets loos met het pad. Er zijn geen obstakels en er is zelfs een leuning die nog niet zo lang geleden gerepareerd is. Fluitend gaan we op pad.
Nog maar een paar jaar geleden had dat niet gekund. Toen kwam je ook dit pad gewoon niet op. Op 25 oktober 2011 spoelde een zondvloed een deel van de kust weg. Vooral Vernazza werd getroffen. Een woeste baggerstroom perste zich door de hoofdstraat, en sleurde man en muis mee. Dertien mensen kwamen om, wandelpaden waren weg. Maar de dorpelingen pakten het herstel meteen aan en een jaar later zag ik hoeveel er al was gebeurd. Helaas sloeg vlak daarna het noodlot nóg eens toe. Een rotsblok stortte naar beneden op de Via dell’ amore, de kortste etappe van het blauwe pad. Vier Australiërs kwamen om.
Wil je daar dan wel naartoe? Absoluut! Omdat de paden tot de mooiste kustwandelingen ter wereld horen, omdat er behalve dat ene kustpad veel hooggelegen alternatieven zijn, en niet in de laatste plaats omdat je door wel te komen de lokale bevolking helpt.
Twee dagen eerder. We hebben een vroege vlucht en de aansluiting met de trein naar Portovenere, het havenstadje ten zuiden van de Cinque Terre, loopt gesmeerd. Als we aankomen hebben we nog een halve dag. Het eiland Palmaria ligt voor de kust, en er is een wandelroute van een kilometer of acht het eiland rond. Kijken of er een pontje gaat?
Een uurtje later lopen we over een rotsig pad dat stijgt en daalt langs de kust, met uitzicht op Portovenere, en aan de andere kant op het kleinere Isola del Tino. Je ruikt het zeewater. Je hoort de wind. Er is een strandje halverwege waar wordt gezwommen, en er is een bar waar we wat drinken. Niks bijzonders, maar precies wat we nodig hebben. ‘Ontstressen in drie uurtjes’, zegt Yvonne. ‘Voor de echte berggeiten misschien een beetje braaf. Maar wat kan ons dat schelen?’
Precies, en bovendien, dat klimmen komt nog wel.
Sterker nog, het klimmen begint de volgende morgen. We staan op het plein van Portovenere en zien het pad al lopen. Het gaat recht omhoog de hemel in. Het eerste stuk is een uitgehakte trap naar het kasteel, hoog boven de blauwe zee. Traptreden. Traptreden. Traptreden! Een helse klim. Af en toe staan we stil. Om van het uitzicht op zee te genieten natuurlijk. Met ademnood heeft het níets te maken. Boven volgt de beloning. Een pad met het mooiste uitzicht ter wereld. ‘De alta via is nog mooier dan Palmaria’, zegt Yvon terwijl ze met haar al natte handdoek het zweet van haar gezicht veegt. ‘Ruik die geuren, voel de warmte, kijk die zee, hoe diep beneden die al is!’
Uren later eindigen we weer beneden in het zuidelijkste dorp van de Cinque Terre, Riomaggiore, een gekkenhuis vol toeristen maar desondanks prachtig – de kleuren van de huizen alleen al! Oranje, geel, terra. We vermaken ons en lopen naar de haven. Lefkikkers springen van de rotsen de baai in. Maar dan kriebelt het alweer. Er is nog tijd. We zouden nog een stukje van het blauwe pad kunnen doen… Hierboven begint het. We gaan al en lopen naar het begin van de Via dell’amore tussen Riomaggiore en Manarola. Maar helaas. Aan het begin van het ‘pad van de liefde’ staat een stevig hek. Gesloten. Hier kom je niet door. Echt héél erg vinden we het niet. Het liefdespad is het gemakkelijkste, kortste en populairste stukje sentiero azzurro, volledig vlak, voorzien van leuningen, en ook te lopen op naaldhakken. Niks voor ons eigenlijk. Die anderhalve kilometer doen we wel met de trein – ook leuk.
Erger is het dat de etappe vanaf Manarola, gepland voor de volgende morgen, ook afgesloten is. Maar ook hier hep elk nadeel zijn voordeel: we ontdekken hoe leuk de alternatieven zijn. We klimmen door het struikgewas van Manarola naar Volastra, en dan met een lus naar het Corniglia, het volgende dorp van de vijf. Het is geweldig. We vermoeden zelfs dat het pad mooier is dan de blauwe route. Vooral als je de 1.200 (!) traptreden hebt gehad en je het minst gebruikte pad neemt dat bijna overgroeid is. ‘Nee! Niet nóg meer trappen!’, kreunt Yvon als de laatste trede genomen is. Ik kán dan niet eens meer klagen. Tegelijk voelt het goed. Zweten is lekker en het is ongelooflijk stil. Veel mensen slaan de klimmetjes over (er zijn ook bussen).
Het contrast met de dorpen is gigantisch, alsof je van de drie dwaze dagen in de Bijenkorf naar de grote stille heide wordt gekatapulteerd. In alle dorpen is het druk, en mengt de oude bevolking zich met steeds meer toeristen. Verder zijn ze allemaal anders. Monterosso is de badplaats, er zijn (zand)stranden met parasols, terrassen en badgasten, Vernazza heeft leuke winkeltjes en een fraaie baai, Riomaggiore muurschilderingen en kliffen om vanaf te duiken, en Manarola gezellige horeca en winkels (én twee grote parkeerplaatsen…). Corniglia ligt boven op een klif en is het rustigst, maar hier zijn weer veel wandelaars. We zien er een groep op bergschoenen achter een gids aansjokken. Toch, die drukte is geen ramp. Je kunt de dorpen toeristisch vinden (dat zijn ze), maar we tellen liever onze zegeningen. Als je de hele dag alleen bent geweest, is een tijdelijk gekkenhuis best uit te houden, en door al die mensen zijn er ook overal fijne horecagelegenheden. ‘Enjoy the meal when you get there, ladies!’, roept een leuke Brit die we tegenkomen als de zon in de zee begint te zakken.
In Corniglia pauzeren we en gaan dan het verboden pad op waarmee we dit verhaal begonnen. Het is rustig (natuurlijk vanwege de waarschuwingen), en prachtig. Veel uitgehouwen traptreden, veel kleine klimmetjes, maar nooit als in De Helse Klim van de etappe van Portovenere naar de Telegrafo. Het is warm, maar niet té, en het uitzicht op de kust en de zee verveelt geen moment. Als we bijna aan het einde zijn, zien we Vernazza liggen, elegant als een zeemeermin die met haar tenen het strand kriebelt. Een schoonheid. Maar je ziet van bovenaf nog eens goed hoe kwetsbaar het dorp is. Het ligt op een puntje rots dat uitsteekt in de zee. Op de rots staan huizen, maar onderaan, rond de baai ook. Dan struikelen we bijna over een enorm bord. ‘Attention Path Closed’, staat erop. Danger! No entry. Maar er is in kleine letters het een en ander met de hand bijgeschreven. ‘Not’ tussen Path en Closed. En: ‘Bullshit. It is not closed. No warning in Corniglia.’ We zijn het helemaal eens met de bullshit-man. Maar zijn toch blij dat we de route al gelopen hebben en dat we niet hoeven te bedenken of we het er wel of niet op wagen.
Niet alleen de dorpen van de Cinque Terre zijn verschillend. De paden zijn ook allemaal anders. We lopen er zeven, samen ongeveer een achtje op de kaart. We geven ze namen. Het sentiero azzurro langs de kust wordt Het Zondvloedpad, Manarola-Vernazza bovenlangs (pad nr. 6a en 6d) de Struikroversroute, het pad dat vanaf Vernazza omhoog gaat het Pad van de Heer (nr. 8b en 9), de alta via nr. 1 van Portovenere naar de Telegrafo De Helse Klim, de afdaling naar Riomaggiore (pad 3) het Huppelpad, de alta via nr. 1 tussen Telegrafo en Termine de Bosroute, en het pad tussen Monterosso en Lėvanto Route Zeezicht (pad 10).
Op de een na laatste dag doen we het Pad van de Heer, en Route Zeezicht. Het Pad van de Heer begint in Vernazza en eindigt in Monterosso. Een route voor vroeg in de morgen. Om acht uur staan we op de eerste van de (alweer!) honderden treden. Het pad stijgt steil naar een kerkhof, al snel kijken we op Vernazza neer. Langs het pad staan heiligenbeelden. Er komen wat zwetende, niet op bergsport geklede Italianen voorbij, en nog in een straf tempo ook. Het lijkt of ze boete aan het doen zijn. Misschien heeft het te maken met het kerkhof. Dat ligt er trouwens geweldig bij (zeker even door de poort gaan!). Het balanceert op de rand van de rotsen, met uitzicht op Vernazza en op zee. Wat hoger leidt het pad naar de kerk van Madonna di Reggio, midden in de natuur. Er is een lieve koster met een even lieve witte poes, die voor een schijntje koffie schenkt en ook wat kleine versnaperingen in de aanbieding heeft. De rest van de route gaat door wijngaarden, en over geitenpaden met uitzicht op zee. ‘Hier is hélemaal niks mis mee’, zucht Yvonne.
Toch, Route Zeezicht, van Monterosso naar Lèvanto, is het mooist. Omdat die hoog ligt, vrij uitzicht heeft én afwisselend is. We lopen er alleen. Of bijna alleen: vlak voor een rotsklimmetje schiet ineens een trailrunner voorbij. Hup, hup, klik, foto, weer weg. ‘Goedemiddag’, groet hij nog alsof het op de markt van Lèvanto is. Route Zeezicht ligt even hoog als de Bosroute (die we de laatste dag lopen, samen met het laatste stukje sentiero azzurro), maar is totaal anders. De Bosroute ligt in het groen. Tussen pad en zee groeit hier (veel, en oké, prachtig) loof. Het pad is zacht, het loopt lekker en hobbelt lichtjes. En het eindigt geweldig. Alsof het zo moet zijn, komen we rond lunchtijd aan op de Telegrafo. Op de top zit een restaurantje dat een fata morgana lijkt. ‘Is dit echt?!’, zegt Yvonne. ‘Ik ruik knoflook en visjes!’ Het is echt. Bij Trattoria Da Natale eet je simpel, maar magistraal. ‘Dit is de lekkerste pasta die ik ooit gegeten heb’, zegt Yvon als er van het bord pasta met schelpdieren geen molecuul meer over is.
De wereldberoemde Ligurische kust met de vijf pittoreske vissersdorpjes, die per auto vrijwel onbereikbaar zijn en onderling worden verbonden door een spoorlijn én door één van de mooiste kustwandelpaden van Europa. Al wandelend heb je continue panorama’s over zee en over de op terrassen bewerkte heuvels. Door muurtjes begrensde olijf- en citroenboomgaarden wisselen af met kleine wijngaarden van de beroemde lokale witte wijn. De prachtige bloemen overal doen de naam ‘bloemenkust’ eer aan. Lees ook de informatie.
Wil je graag wandelen in Cinque Terre maar heb je geen tijd of zin om alles zelf te organiseren? Kijk dan eens naar onderstaande wandelreis, uitgevoerd door SNP Natuurreizen.
Meer informatie over deze reis is te vinden op de website van SNP Natuurreizen. Of ga direct naar vertrekdata en boeken.