Vroege voorjaarswandelingen in de Italiaanse Alpen
Nu de krokussen en de sneeuwklokjes zijn uitgebloeid en de fruitbomen vol roze en witte bloesem zitten, is het tijd om het winterdekbed af te werpen en de rugzak in te pakken. Maar waar, o waar kun je eind april, begin mei al bergwandelen? Bij het Comomeer! Als je een beetje doorkart, rijd je er in één dag heen. Onze reporter Noes Lautier ging je voor en haar lentedip verdween als sneeuw voor de zon.
Tocht 1: Comomeer
Het Comomeer heeft twee poten: de westelijke poot is het Lago di Como en het oostelijke deel heet Lago di Lecco. Als je in april gaat, kun je het beste naar het Comomeer gaan, omdat de bergen daar iets lager zijn. Jaren geleden bestreed ik mijn dreigende lentedip daar met succes. Mijn tochtgenoot Nanda had ik avontuur beloofd. Wildkamperen zouden we. Zij wilde een survivalcursus in België doen, maar ik zei: ‘Daar in België ben je zo weer in een kroeg als het tegenzit met dat survivallen. In de bergen is het pas echt afzien. Laten we naar het Comomeer gaan, dan kun je het zelf beleven.’
Wildkampeerperikelen
De eerste nacht werden we bijna weggejaagd door een boer; we hadden beter iets door kunnen lopen. Gelukkig kregen we van de boer toch water en lucifers om te koken.
Een paar nachten later zaten we met onze zakmessen uitgeklapt te bibberen van angst: een blaffende hond kwam steeds dichterbij. Er zouden toch minstens twee mannen bij die hond zijn. In allerijl deden we een piepklein hangslotje op de rits van de tent en we spraken af dat Nanda met een mannenstem zou spreken als die kerels aan onze tent zouden rammelen. De volgende dag bleek de hond bij een huis te horen. Doordat hij rondjes om het huis liep, klonk het blaffen nu eens dichtbij en dan weer veraf. Niks aan de hand dus. We kampeerden acht nachten in het wild. We hadden een windstille nacht in een idyllische groene vallei, vervolgens verlichtten de bliksemflitsen van een infernaal onweer onze tent en daarna bivakkeerden we in een pikdonker bos.
Monti Lariani en Quattro Valli
We liepen de hele Sentiero delle 4 Valli en een deel van de Via dei Monti Lariani. Bij de 4 Valli loop je van vallei naar vallei. De Monti Lariani volgt de contouren van het Comomeer, hoog in de bergen, boven het blauwglinsterende water. De 4 Valli-tocht is het ongereptst. De charme van de Monti Lariani zijn het magnifieke Comomeer in de diepte en de dorpen en gehuchten waar je doorheen trekt.
‘En, ga je nog survivallen in België?’, vroeg ik Nanda na afloop. ‘Natuurlijk niet. Zo’n georganiseerd avontuur kan toch nooit op tegen onze geïmproviseerde tocht?’, lachte Nanda. Gelukkig maar, ik had dus niets te veel beloofd.
Tocht 2: Bergamasker Alpen
Ten oosten van het Lago di Lecco liggen de Bergamasker Alpen (in het Italiaans de Alpi Orobie), een uit de kluiten gewassen gebergte waar de wandelmogelijkheden oneindig zijn.
Eind mei hadden mijn partner Robert en ik een paar dagen over. Met de tent en lekker eten voor drie dagen in de rugzak gingen we onze neus achterna. Het resultaat was een heerlijke trektocht via smalle paden, door alpenweiden barstensvol bloemen en over ruige passen. De eerste middag plensde het, in Rifugio Buzzoni (1.590 m) hadden ze heerlijk eten en er waren meer dan voldoende bedden vrij. Je snapt het al, we hanteerden een uitstekende smoes: niet op stap met een natte tent.
Droomplek
Op dag twee plantten we de tentharingen vlak onder de Bocchetta di Trona (2.093 m) in de grond, op een windstille, vlakke plek. De zon ging bloedrood onder boven de sneeuwbedekte bergen en de maan scheen. In mijn dagboek staat: Vanuit de tent hebben we een machtig uitzicht. Het Lago di Lugano glanst in de diepte en aan de overkant lonken de silhouetten van het Monte Rosamassief, de Matterhorn, de Strahlhorn en de Rimpfischhorn. Er kan niets op tegen een nacht onder de sterren, in totale eenzaamheid.
De laatste dag was lang, met een fikse afdaling door een steil couloir gezekerd met een ketting. In Barzio zegen we neer in een café. ‘Vier sterren voor deze tocht, of niet soms?’, vroeg ik aan Robert. ‘Ja, voor het uitzicht, de bloemen, de stilte, de smalle paden, de vele bocchetta’s en passo’s.
Er is een globale routebeschrijving (tocht nr. 3. Lombardije, Alpi Orobie/Bergamasker Alpen, Italië) van deze kampeertocht, die je ook met twee of meer overnachtingen in berghutten kunt doen.