Vijfdaagse huttentocht in de Dolomieten
Samen met vier vrienden verken ik begin oktober het oudste natuurpark van Zuid-Tirol, de meest noordelijke provincie van Italië. In vijf dagen doorkruisen we de Schlerngroep en de Rosengarten en komen we langs de Langkofelgroep. Ook wisselen we van Zuid-Tirol naar Trentino, wat we niet herkennen aan grenspaaltjes maar vooral aan de plotselinge wisseling van taal en keuken.
We ontmoeten elkaar op de parkeerplaats achterin het dal van Tiers am Rosengarten. Ik ben met Suzanne en Sven met de trein naar Bolzano gereisd. Van daar konden we makkelijk met de bus naar het beginpunt. Onze vrienden Rob en Simone waren al in de buurt op vakantie en staan op de parkeerplaats als we halverwege de ochtend aankomen.
Een goed begin
Ondanks dat het begin oktober is, heeft de zon een behoorlijke kracht. Al snel staan de eerste zweetdruppels op m’n voorhoofd. Niet gek, want het eerste stuk begint al gelijk steil, precies waar de Dolomieten om bekend staan. Als we op een weitje aankomen genieten we van het uitzicht op de steile rotswanden van de Rosengarten en Latemar. Een stuk verderop is een kleine vijver waar Sven op handen en voeten aan de rand van de vijver knielt terwijl hij z’n hoofd vlak bij het water houdt. “Sven? Wat doe je daar? Alles goed met je?” roept Suzanne bezorgd naar Sven. “Ja hoor! Ik maak een foto van de weerspiegeling.” Als we ook met de telefoon vlak boven het water beginnen te fotograferen, worden we enthousiast van het resultaat. “We zijn echte top-fotografen!” lacht Rob terwijl we onze foto’s bewonderen.
Het afwisselende pad door bossen van grove dennen en kruipdennen brengt ons als snel naar de Tschafonhütte, een schitterend gelegen hut waar we een heerlijke lunch genieten. “Ondanks dat we hier op 1.700 meter hoogte zijn, hebben ze hier een grote biologische moestuin” weet Simone te vertellen, die samen met Rob al vaker in dit gebied onderweg was.
Onderweg in de Dolomieten
“De ligstoelen, het uitzicht en de aangeprezen Kuchen op de kaart zijn wel heel verleidelijk om hier wat langer te blijven.” mijmer ik terwijl de anderen al op het punt staan om te vertrekken. “Kom! Met anderhalf uur zijn we bij onze slaaphut. Kun je daar ontspannen en een heerlijke Apfelstrudel eten”, roept Simone. Ons pad gaat grotendeels door bos met af en toe een mooi uitzichtpunt. De leuningen die we af en toe tegenkomen zijn heel kunstig van ronde stammetjes gemaakt en regelmatig met houtsnijwerk versierd. Bij onze slaaphut, de Hofer Alpl, aangekomen genieten we van het uitzicht over het dal. In de verte zien we Bolzano liggen net als de sneeuwbedekte toppen van onder meer de Ortler, Brenta en Ötztaler Alpen.
Dag twee: overnachten in een kasteel
De volgende ochtend volgen we de Knuppelsteig door de smalle ‘duivelskloof’. Dan weer bruist het water letterlijk onder ons door als we over de goed aangelegde houten stijger lopen, dan weer is de bedding compleet droog. “In bergen van kalkgesteente verdwijnt het water vaak onder de grond om een stuk verderop weer aan de oppervlakte te komen” weet Suzanne te vertellen.
Als de kloof breder wordt, komen we uit op de almweides van Sesselschwaige. Over almweides lopen we verder omhoog en snel krijgen we weer de flanken van de Rosengarten te zien. “Onze hut lijkt wel een kasteel!”, roept Sven verbaasd als hij het Schlernhaus met z’n grofstenen muren en torentjes ziet. “Ja hè?”, antwoordt Rob, “wacht maar tot je de eetzaal ziet. Die lijkt op een ridderzaal.” Na een heerlijke spaghetti pomodoro lopen we naar de nabijgelegen Monte Pez, het hoogste punt van de Schlern en besluiten we om verder te lopen tot aan de rand van het plateau, de zogenaamde Burgstall. Onder ons zien we de bekende Seiser Alm liggen, het grootste almweidegebied van de Alpen. In het oosten zien we bekende Dolomietentoppen zoals Plattkofel, Langkofel, Antelao en Marmolada.
“Kom! We gaan terug naar de hut zodat we op tijd klaar zijn met eten om Laurin’s rozentuin te zien bloeien”, maant Rob ons. Vorig jaar had hij hier een spectaculaire zonsondergang met alpengloeien beleefd. Tijdens het eten verteld Rob de sage hoe de Rosengarten aan zijn naam komt. “De dwergenkoning Laurin had een prinses ontvoerd naar zijn grot in de bergen. Dankzij een mantel die hem onzichtbaar maakte, kon hij ontsnappen. Maar toen hij door zijn rozentuin ging, zagen de ridders aan het bewegen van de rozen waar hij was en konden hem gevangennemen. Omdat zijn rozen hem verraden hadden, vervloekte Laurin zijn rozentuin zodat geen mens bij dag en bij nacht meer de pracht van zijn geliefde rozen kon zien. Hij vergat daarbij de schemering en zo kunnen we nog af en toe tijdens zonsondergang de rozentuin van Laurin in bloei zien.”
Dag drie: naar Rifugio Micheluzzi
Deze avond zien we geen rozentuin bloeien, maar genieten wel van het laatste licht deze dag.
Na een vorstelijke nachtrust in het ‘kasteel’ beginnen we rustig aan met het oversteken van het plateau met steeds de bekende Plattkofel en Langkofel als baken. Onder de machtige kalkwanden van de Roterdspitze en Grosser Rosszahn dalen we een paar honderd meter af en bereiken de markante Tierser Alpl waar we allemaal de aangeprezen Buchweizen Kuchen nemen. Na een lichte afdaling klimmen we weer langzaam richting de Plattkofel. Steeds weer hebben we uitzicht over de Seiser Alm en zien we later ook de karakteristieke kant van de Schlern waar we de dag ervoor waren. Aan de andere kant ligt het Val Duron, dat met z’n glooiende heuvels en gemengde bossen er weer heel anders uitziet dan de ruige kalkrotsen van Schlern en Rosengarten. Na een heerlijke lunch op de Plattkofelhütte dalen we verder af naar Rifuggio Micheluzzi dat midden in het Val Duron ligt.
Ongemerkt hebben we het Duits taalgebied verlaten en zijn we in het Italiaanse terechtgekomen. Dat wordt duidelijk als bij Micheluzzi volop Italiaans wordt gesproken en we met Engels veel beter kunnen communiceren dan met Duits. “De tiramisu is hier verrukkelijk.” tipt Simone ons. Dat het hier Italiaanser toegaat dan in de vorige hutten merken we de volgende ochtend aan het ontbijtbuffet: het zuurdesembrood heeft plaatsgemaakt voor zoete broodjes. Sommige gevuld met chocolade of jam.
Dag vier: opnieuw verrukkelijke tiramisu…
Het eerste half uur volgen we de kabbelende beek stroomopwaarts door het Val Duron. De sfeer is bijna magisch. Er hangt nog wat ochtendmist en de loofbomen staan in hun mooiste herfstkleuren op de berghellingen. Als we na een klim van anderhalf uur van Val Duron naar Val de Dona wisselen, hebben we een fenomenaal uitzicht over de Sella, de Marmolada met z’n gletsjer, de Cristallo en vele andere markante Dolomietentoppen. Na nog een uurtje stijgen, komen we op de Pas de Dona en zien we Rifugio Antermoia liggen. Direct onderlangs loodrechte rotswanden wandelen we naar de hut, waar Simone zich weer een tiramisu gunt en ons (te makkelijk) kan overhalen hetzelfde te doen.
…En een volle pan kaiserschmarrn
“Zometeen komen we langs het meer van Antermoia”, vertelt Rob ons. “Daar neem ik een duik! Wie komt er mee?” Terwijl Sven en Simone zich achter hun tweede cappuccino verstoppen, gaan Suzanne en ik met Rob mee. Ondanks een warme zomer en een warme herfstweek is het water best wel koud. Maar ja, het meer ligt dan ook op 2.500 meter.
Met een heerlijk tintelend gevoel stap ik m’n warme kleren. Sven en Simone zijn er inmiddels ook weer bij en samen wandelen we verder met de hoogste top van de Rosengarten voor ons, de Kesselkogel. Dit gigantisch rotsblok zullen we deze dag nog voor de helft omronden. Als we op de Pas de Antermoia zijn aangekomen, zien we de Rosengarten van de andere kant en de grillig gevormde Torri del Vajolet. Via de Grasleitenpas komen we weer in het Duitstalige gebied en dalen we over puinvelden en tussen Dolomieten-giganten af naar de Grasleitenhütte. Hans, de gezellige huttenwaard met gulle lach, biedt ons gelijk een schnaps aan en drinkt er zelf natuurlijk ook één mee. We blijken de enige slaapgasten te zijn. Waarschijnlijk omdat de hut morgen dicht gaat, aldus de huttenwaard. “Deze hut lijkt wel een museum”, vindt Suzanne als ze naar de tegelkachel en de oude foto’s en schilderijen met korte uitleg aan de donker houten lambriseringen kijkt. “Maar wel een heel stuk knusser!” voegt ze eraan toe, `s Avonds komen er twee grote pannen op tafel. Eén met paprika-ratatouille en één met goulash. Het eten is overheerlijk en we doen goed ons best om de pannen leeg te krijgen. Als Hans daarna met een pan geflambeerde kaiserschmarrn binnenkomt, kijken we elkaar vragend aan wie dat besteld heeft. “Ik!”, lacht Simone, onze zoetekauw, “Hier krijg je namelijk de beste kaiserschmarrn van het hele dal!”
Gelukkig prikt Hans een vorkje mee en geboeid luisteren we naar de verhalen die hij enthousiast weet te vertellen.
Dag vijf: het laatste stukje
Na een goede nachtrust en dito ontbijt verlaten we al snel de ruige, blanke bergen en beginnen we aan een steeds groener wordende en afwisselende afdaling door het Tschamindal. Als we bijna op de parkeerplaats zijn aangekomen en langs de Tschaminschwaige lopen, begint Simone: “Wisten jullie dat je hier de lekkerste …”, maar meer horen we niet. We zijn namelijk al de deur door voor een laatste ‘lekkerste iets’ om deze geweldige vijfdaagse tocht af te sluiten.
Huttentocht in Schlern-Rosengarten
- Gemaakte tocht: 5-daagse huttentocht door het oudste natuurpark van Zuid-Tirol
- Gebied: Natuurpark Schlern-Rosengarten
- Zwaarte/ moeilijkheidsgraad: eenvoudige tot gemiddelde huttentocht
- Beste tijd: Juni t/m begin oktober
- Overnachten: bemande berghutten - reserveren is sterk aan te raden.
- Navigatie onderweg: Kaart, zoals deze. De wegwijzers en markeringen zijn prima.
- Zo kom je er: met de trein naar Bolzano, vandaar met goede busverbinding naar Tiers am Rosengarten. Met de auto vanaf Utrecht: 1053 km.