Een grote rivier volgen van de bron tot de monding heeft iets magisch. Alsof je je pasgeboren spruit in een paar weken ziet groeien van bébé tot volwassen vent (of vrouw). Routes langs rivieren zijn dan ook populair. Vooral fietsroutes. Een gloednieuwe rivierenroute is de Maasfietsroute/La Meuse à Vélo. De route begint in het oude stadje Langres, en eindigt zo’n duizend kilometer verderop in Hoek van Holland. Op het uiterste puntje Maasoever waar het rivierwater al met het zeewater mengt en je begeleid wordt door zeehonden!
De Maasfietsroute (of EV-19) is 1050 km lang en slingert door Frankrijk, België en Nederland. In Frankrijk begint de route op het plateau van Langres, 30 kilometer vóór de oorsprong van de Maas. Dan rijd je richting bron, door een kalm golvend landschap met slaperige dorpen. Vaak fiets je niet direct aan de oever, maar iets landinwaarts, waardoor het elke keer een verrassing is als de Maas weer opduikt. Steeds weer word je herinnerd aan de geschiedenis van Europa. In het land van Jeanne d’Arc, en zeker ook in Verdun – de stad van de Eerste Wereldoorlog. De Franse Ardennen sluiten het Franse deel af, bij Givet ga je de grens over.
In België rijd je juist wel dicht op de rivier, achtereenvolgens kom je door de Ardennen, Dinant, Namen en het industriële gebied rond Luik. De Maas is ineens een transportrivier voor de scheepvaart. In Nederland slingert de route weer van de rivier af. Tussen Maastricht en Mook rijd je door het Zuid-Limburgse heuvellandschap, dan volgen de Maasplassen bij Roermond en het Noord-Limburgse Maasheggenlandschap. Vanaf Mook fiets je vooral door oer-Hollandse landschappen met rivierdijken en uiterwaarden, steek je rivieren over pontjes - vaste prik: in de buurt staat een leugenbankje - , doe je vestingstadjes aan en ontdek je nieuwe natuurgebieden. Tussen de Biesbosch en Vlaardingen kun je kiezen voor de variant via de Oude Maas of via de Nieuwe Maas (door Rotjeknor).
De Maasfietsroute begint in Langres, een stad op 30 km van de oorsprong van de Maas en met een TGV station. Handig, want de Maasfietsroute was bij de ontwikkeling al voorbestemd om een Eurovélo-route te worden, een erkende Europese fietsroute. Dat is gelukt, de Maasroute gaat door het leven als Eurovélo 19. De route is 1050 km lang (minimaal 1000 km is een van de voorwaarden) en voert over veilige, rustige wegen en autovrije fietspaden.
Volg je de officiële etappe-indeling (zie onderaan) dan is de Maasfietsroute een lichte route die ook geschikt is voor gezinnen met kinderen. Naar wens kun je de route zwaarder maken door etappes aan elkaar te knopen. Op Pad fietste ongeveer drie etappes per dag. De route kent geen technische moeilijkheden. Om de complete route (1050 km) te volbrengen is enig doorzettingsvermogen nodig, maar dankzij de grote afwisseling is dat eigenlijk nooit zwaar.
Bij Benjaminse Uitgeverij verscheen in 2018 de fietsgids De Internationale Maasroute, van Maastricht naar Langres en via Saone en Moezel naar Nancy/Metz. Ringband.
Navigeren over de Maasfietsroute is eenvoudig. De route is bewegwijzerd, er zijn gidsjes met routebeschrijvingen en je kunt de gps-tracks downloaden.
Frankrijk
België
Nederland
In Nederland volgt de Maasroute de LF routes 3 en 12.
Met de trein: Utrecht CS - Langres is ongeveer 8 uur reistijd, inclusief overstap in Parijs van Gare du Nord naar Gare de l’Est. Voor treintijden, tarieven, fietsvervoer etc kun je informeren bij Deutsche Bahn of de Treinreiswinkel.
Zes topadressen onderweg:
Bekijk ons campingoverzicht:
Goed om rekening mee te houden: het aantal horecagelegenheden onderweg op het Franse deel van de route is minimaal. De dorpen zijn vaak uitgestorven en de cafés gesloten. Kom je in de stadjes dan is het wat anders. Maar dan ben je meestal al aan het einde van een dag. Neem dus voldoende eten en drinken mee.
Heerlijke stad. Veel te zien. Die stadsmuren waar je op kunt fietsen maar ook een Diderotmuseum (de grote filosoof en schrijver kwam uit Langres), het Huis van de Verlichting, en een museum voor Kunst en Geschiedenis. Langres is ook handig en lekker vanwege de vele cafés, terrassen en winkels.
Zeer fraai gelegen dorp op een heuvel.
Hier begint Jeanne d’Arc-land. De grote Franse heldin wordt geëerd met een standbeeld.
Het dorp van Jeanne. Met haar geboortehuis en een museum.
De stad die de uitvalsbasis is voor toerisme van de eerste wereldoorlog, maar verrassend genoeg ook een mooie, gezellige stad aan de Maas, waar de oorlog ver weg lijkt.
Een Middeleeuwse stad, met dito kasteel, het grootste van Europa. Een keer per jaar (in mei) gaat de stad terug naar het verleden: dan is er een Middeleeuwen festival.
Heb je veel tijd, dan kun je een ommetje doen naar deze vestingstad, volmaakt stervormig.
Onze favoriet in Noord-Frankrijk. Eigenlijk twee steden. Je gaat erheen voor Charleville, de stad van Charles de Gonzague. In 1606 stichtte hij zijn eigen stad.Hij wilde dat zijn stad op Parijs ging lijken. En dat lukte. Charleville is een toonbeeld van elegantie met een van de mooiste pleinen van Europa. Place Ducale moest lijken op het Place des Vosges. Misschien heeft het dat Parijse plein wel overtreffen.
Namen is de hoofdstad van Wallonië, gelegen waar Maas en Samber samenkomen en beroemd om zijn architectuur. Het begint allemaal met de Citadel.
Wat een enorm gezellige stad is Luik tegenwoordig! Vanuit de trieste omgeving van het vervallen industriële erfgoed voor de stad rijd je plotseling op een geweldige onthaalstrook langs de Maas. Museumeiland bovarie, mensen op het gras, Parijse sfeer. Binnen loopt de expo En Plein Air, buiten brengen de mensen de dejeuner sur l'herbe in de praktijk. Een stad om een nachtje extra te blijven!
Nederlands meest Bourgondische stad ontstond al rond 50 na Christus bij een brug over de Maas als de Romeinse verdedigingsplaats Trajectum ad Mosam. Heerlijk om hier een dagje te blijven! De musea, terrassen en winkels schreeuwen er bijna om.
Tussen Asselt en Roosteren is vanaf ongeveer 1930 de wijde omgeving van de Maas geleidelijk veranderd in een gatenkaas. Door zand- en grindwinning ontstonden vele, telkens uitdijende plassen. De plassen zijn tegenwoordig een populair watersport- en recreatiegebied.
Dit 32 ha grote park biedt ruim 15 verschillende tuinen met vele vijverpartijen en watervallen. Het terrein is verdeeld in thematische onderdelen, gerelateerd aan tuinen, natuur en cultuur. Het kasteel op het landgoed stamt uit de 17e eeuw en is halverwege de jaren tachtig gerestaureerd.
De eeuwenoude heggen dienden als perceelscheiding, leverden hout voor gereedschap en remden bij overstromingen het water af zodat het vruchtbare slib beter bezonk. De uitvinding van het prikkeldraad maakte de heggen voor de landbouw overbodig, maar hier zijn ze gelukkig behouden.
Vriendelijk stadje met kromme straten. Ze zijn bewust zo aangelegd met het oog op de verdediging van de stad. De kromme straten maakten beschietingen lastiger.
Samen met Gorinchem en Slot Loevestein vormt Woudrichem de zogenaamde Vestingdriehoek op de kruising van Waal, Afgedamde Maas en Merwede. De oude vestingwallen zijn nog vrijwel ongeschonden. Van de vijf stadspoorten is echter alleen de Gevangenpoort over.
Nationaal Park De Biesbosch staat op de lijst van beschermde natuurgebieden. Er is veel aan gesleuteld de laatste tijd. Nieuwe fietspaden!
Drie iconen op de Nieuwe Maas-variant. De historische (binnen)havens van Dordrecht, de wereldberoemde molens van Kinderdijk en Rotterdam, met zijn havens, en Manhattan aan de Maas-skyline.
Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis. Hoekie om, Gekkenhuis. Maassluis heeft de reputatie niet, maar is een mooi oud stadje. De sfeer van de oude vissersplaats is vooral rond de oude haven goed behouden.
Op de Hoekse pier zitten vissers. ‘Zaggie ‘m?’, zegt er één. ‘Dat speklappie van een zeehond? Je ziet ze hier steeds vaker!’ We stappen af en verdorie, we zien de zeehond ook! Ons speklappie blijkt geen uitzondering te zijn. In de Nieuwe Waterweg zijn ze volgens het Bureau Stadsnatuur Rotterdam zelfs vrij gewoon aan het worden: ‘Het Papegaaienbekeiland in de Nieuwe Waterweg wordt door zeehonden gebruikt als rustplaats, en geregeld worden hier tot tientallen dieren gezien.’
Frankrijk, 4,5 dagen, 400 km.
Rust. Ruimte. Verlatenheid. En veel natuur. Op één dag zien we zeker vijftig buizerds. En een vos. En een groep reeën. Graanvelden met strepen op glooiende hellingen. De route waaiert wat om de rivier heen. Leuk dat je de Maas, die je hierdoor vooral tegenkomt als je hem oversteekt, ziet groeien. En ook dat het zo’n romantische rivier is! Met zandoevers, overhangend struweel, eilandjes, jonge vissertjes op kiezelpier, ondiep maar glashelder water, en veel vissen. Er zijn voie verdes bij (vrijliggende fietsen) die speciaal voor de Meuse à Vélo zijn aangelegd. Hoogtepunten: Langres en Verdun. In Verdun móet je even van de route af om de slagvelden en graven te bekijken. Maar ook de stad zelf is niet te missen. Opvallend gezellige stad!
België, 1,5 dag, 125 km.
In België verandert er iets. Het wordt drukker, industriëler en vlakker. De route is een oude route, en loopt dicht langs de rivier. Door de Ardennen ga je, met hoge rotsen aan de oevers. Je snapt er het gevoel dat George Sand had: ‘Die hoge beboste kliffen, vreemd solide en compact, zijn als een onverbiddelijk lot dat de rivier duwt en verdraait de rivier, zonder kans op ontsnapping.’ Je denkt aan de verhalen mythes en legenden die zich hier afspelen. De Vier Heemskinderen, de Dames van de Maas, het Duivelskasteel bij Monthermé. Voor Luik wordt het ineens lelijk. Of vies. Of armoedig. Of triest. In Seraing lijkt wel iedereen werkloos te zijn. Overal op straat zitten tandeloze mensen met in geen jaren gewassen haren. Gebouwen zijn vervallen. Fabrieken staan leeg. Het contrast met de stad zelf kan bijna niet groter.
Hoogtepunten: Namen en Luik.
Nederland. 5 dagen, 500 km.
Weer heel anders dan België en Frankrijk. Bijna meer als Frankrijk dan als België. Ook in Nederland veel mooie fietspaden, en rust en ruimte. Zodra je de grens passeert ga je weer van de rivier af. De Limburgse heuvels in. Niet voor lang. Even voorbij Maastricht fiets je er weer naast. Wat opvalt zodra de rivier weer in beeld komt: in Nederland is men zo bezig met de Maas. Net over de grens ontstaat het RivierPark Maasvallei, verderop de Maasplassen. Behalve nieuwe recreatie-, annex uitstroomgebieden zijn vooral de oude dorpen en stadjes leuk. Vooral Thorn (klein stukje om), en het vestingstadje Stevensweert. Vanaf Brabant rijd je steeds meer door een oer-Hollands landschap met uiterwaarden en dijken, koeien in de wei, was aan de lijn, dijkhuisjes aan de dijk. Na Woudrichem ben je al bijna in Dordrecht, maar van een stedelijke omgeving merk je niets. De route gaat door de Biesbosch en de Oude Maas. Pas bij Hoogvliet en de Beneluxtunnel (voor de fietsers een mooi gedicht van Jules Deelder) wordt het industriëler. Maar wel mooi industrieel. In Hoek van Holland rijden we door tot het echt niet verder kan. De pier op! Een verrassing: er zwemmen zeehonden met ons mee!
Hoogtepunten: Maastricht, Dordrecht en de Biesbosch, en Rotterdam (als je de route door de stad neemt).
Etappes volgens de officiële indeling, tussen startpunt Langres en eindpunt Hoek van Holland.