Fietsen in Estland en Letland over de Iron Curtain Trail
Het is hartje zomer hier in het Beierse Füssen, gelegen aan de zuidkant van de Forggensee. Een nogal vreemde plek om een fietsverhaal door de Baltische staten Letland en Estland in te leiden. Maar dit is nodig. Vanwege, hoe ironisch: een Duits woord. Heimweh.
Zoals je waarschijnlijk wel weet heeft een fietser in de basis niet heel veel nodig: een fiets, goede kleding, een dak of tentdoek boven het hoofd, voldoende te eten en een horizon om te verschalken. Luxe wordt overbodig.
“Sind Sie verrückt?”
Dus toen ik vanmorgen afrekende bij een Duitse camping-receptionist knapte er iets.
Toegegeven: we hadden de avond ervoor niet ingecheckt. Het was nog maar net avond, de receptie was al dicht. Er was geen andere camping of accommodatie in de wijde omtrek te vinden en precies bij deze campingmeneer – voor het gemak noem ik hem Hermann – was er een plekje vrij. Een ruim stuk gras tussen andere fietsers waar de tweepersoonstent voor mijn meefietsende broer en ik perfect kon staan. Gezien de naderende donderwolken leek dat ons een goed idee. Het eerste wat we de volgende ochtend deden was langs de receptie gaan om af te rekenen.
Meteen spijt. Hermann was kwaad. Met schuddende foei-vinger: “Sind Sie verrückt? Je kunt toch niet zomaar je tent op mijn camping neerzetten?!” Dat ging juist heel gemakkelijk. Al heeft hij natuurlijk wel een punt. Maar bestaat er niet een soort ongeschreven erecode om doorweekte fietsers die wanhopig op zoek zijn naar een schuilplek op z’n minst een paar vierkante meter gras aan te bieden voor hun tent? De €50,- die we afrekenden voelde bitterzoet. Snel de fiets op en het zo snel mogelijk vergeten.
Wildkamperen
Dit stukje Alpen, in de ongelukkige combinatie met een hoogzomer vol met reizigers die vanwege reisbeperkingen met de camper dichtbij huis moesten blijven, was geen succes. Alles overvol en duur. ‘Zie je wel, we hadden gewoon moeten wildkamperen.’ Aldus mijn broer. Wildkamperen. Het woord dat mij zoveel heimwee gaf en de reden voor deze onnodig lange intro. Het verlangen om terug te keren naar een week eerder, toen ik nog bezig was met mijn drieweekse fietstocht door Estland en Letland. Hier geen boze Hermanns, wildkamperen is vrijwel overal toegestaan en als je toch op een camping staat, dan kost het vrijwel niets.
Start van de fietstocht door Estland en Letland
Het is vier uur in de ochtend, de ferry vanuit het Noord-Duitse Travemünde heeft aangelegd in Liepaja. De westelijke havenstad van Letland. Het is te laat om nog te gaan slapen, dus ik stap, lekker uitgerust na de 25-uur durende ferrytocht direct op de fiets. Echt getraind heb ik niet voor aanvang van de reis, dus ik verwacht aan het begin niet veel meer dan 100 kilometer per dag af te leggen. Ook heb ik ontdekt dat mijn bepakking nogal aan de zware kant is, wat niet zo handig was tijdens het overstappen op de Duitse treinstations en wat mij zeker niet gaat helpen als mijn benen er even geen zin in hebben.
Twee tips
Daarom Tip 1: reis licht en neem alleen het essentiële mee. En als je toch veel spullen mee hebt, doe het dan in een lichtgewicht transporttas. Opgevouwen is het een pakketje ter grootte van een opgevouwen shirt, maar uitgevouwen past hier alle bepakking in. Wel zo makkelijk als je op een volle trein stapt of aan boord gaat van een schip en je niet elke tas afzonderlijk wilt versjouwen. Daarnaast is minder gewicht ook prettiger fietsen, vooral op een wegdek met veel hobbels, gaten en zand. Dat brengt me bij Tip 2: Neem voldoende reserveonderdelen mee. Binnenbanden vanwege het slechte wegdek, maar ook andere onderdelen voor noodreparaties omdat de eerstvolgende fietsenzaak zomaar 50 kilometer verderop kan zijn.
De route: Iron Curtain Trail
Nu naar de route: Liepaja is een rauwe havenstad, maar aan het kanaal dat de stad in tweeën deelt zijn leuke restaurants en barretjes te vinden. Vanaf hier volg ik de Iron Curtain Trail noordwaarts om na ongeveer een uur fietsen landinwaarts te trekken. Ik drink zelfgemaakte kombucha bij een oud boerinnetje, die bij het vaarwel de schaarse ruimte die ik heb in mijn fietstassen volpropt met augurken en tomaten uit eigen tuin. Stof-happend over een kilometerslange gravelweg kom ik aan in provinciehoofdstad Kuldiga. Een aangenaam stadje – eerder een dorp – met typerend gekleurde houten huizen die je vaker ziet in het Letse binnenland. Een brug over de rivier de Venta leidt me het stadje binnen. Ik sla een extra binnenband in bij de fietsenzaak en plof neer op een bank aan het centrale pleintje. Met een Lets craftbiertje in mijn hand luister ik naar het aangename rumoer van families op het terras. Na een uur stuur ik een bosweg in, en zet ik mijn tent op naast een klein meer waar ik een halfuur later induik voor het slapen.
Wildkamperen in Estland en Letland
Zowel Estland als Letland lenen zich uitstekend om in het wild te kamperen. Sterker nog, de overheid heeft tientallen locaties aangewezen als kampeerplek en voorzien van faciliteiten zoals (overdekte) picknicktafels, een vuurplaats met grill (incl. hout), en soms een toilet. Je kunt hier kosteloos staan. In principe mag je overal kamperen, tenzij je in een Nationaal Park staat of op eigen terrein. Elk land heeft zijn eigen app, ontwikkeld door het lokale Staatsbosbeheer. Tip 3: Plan je slaapplekken met behulp van de LVM GEO (Letland) en de RMK-app (Estland). Naast recreatie- of kampeerplekken met foto’s van de aanwezige voorzieningen, tonen de apps bijvoorbeeld ook wandelroutes en Points of Interest.
Navigatie
Voor mij was het heel handig om slaapplekken o.b.v. van deze apps te bepalen en dan te markeren in mijn routeplanner app of routekaarten. Tip 4: Navigatie, routekaarten en boeken.
Verplichte reisliteratuur: Baltische Zielen van Jan Brokken. Het helpt om de gedeelde geschiedenis van de Est en Let beter te begrijpen. Een aantal in het boek beschreven plekken zijn te bezoeken, dat maakt het extra ingrijpend en tastbaar. Ook de vele landhuizen (mõis in het Estisch en muiza in het Lets) die Brokken beschrijft en vaak in het bezit waren van nobele families duiken regelmatig op langs de route en zijn meestal te bezoeken. Vaak verwaarloosd door de tand des tijds maar desondanks in oorspronkelijke staat. Tenzij de route zeer voor de hand lag gebruikte ik de route-app Komoot. De premiumversie, omdat ik daarbij mijn volledige route kon onderverdelen in dag-etappes, maar ook omdat ik de routebeschrijving kon afstemmen aan de juiste discipline. In mijn geval een combinatie van toerfietsen en gravelbiken. Voor ernaast had ik een gedetailleerde kaart van elk land en de routeboekjes van Bikeline: Iron Curtain Trail deel 1 & deel 2. Al is het alleen maar om tot in detail het soort wegdek te kunnen zien. Verlaat je de route of wil je een stuk afsnijden, dan moet je – zoals ik eerder omschreef – niet gek staan te kijken als het gehele stuk onverhard is. Het wegdek kan van dermate slechte kwaliteit zijn dat je veel langer onderweg bent dan de oorspronkelijke langere, maar wel geasfalteerde route.
Nog een nadeel aan trager fietsen door het wegdek: muggen. En daar kunnen er nogal wat van zijn. Als je stapvoets rijdt kunnen ze makkelijker landen op je lichaam. Tip 5: Horren, bedekkende kleding, muggenspray of DEET tegen muggen en teken. Neem het mee.
Het noorden roept
Ondertussen heb ik het binnenland alweer achter me gelaten. Ik heb dit ingewisseld voor Jurmala, het Renesse van Letland. Wildkamperen is hier lastiger. Het is hier relatief druk omdat er veel geprivatiseerde stukken land zijn waar vakantiehutjes op zijn gebouwd. Wel zijn er voldoende campings. Ik vertrek de volgende ochtend vroeg en ben na anderhalf uur fietsen in Riga. Ik eet een flinke bak havermout en wandel met de fiets aan de hand door een wijk die bekend staat om de vele trotse Jugendstil panden. Riga is misschien wel de enige échte grote stad in alle Baltische Staten. Tallinn en Vilnius zijn in verhouding een stuk knusser. Ik verlaat de drukte en het kabaal van Riga. Het noorden roept.
Het drukste stuk
Zowel Estland en Letland zijn groter dan Nederland, maar hebben een tiende van het aantal inwoners. De wegen zijn rustig en daarom is het op de meeste doorgaande wegen ontspannen fietsen. Uitzondering is de A1 van Riga naar Tallinn. Waarvan een traject van ongeveer 140 kilometer dicht tegen de Golf van Riga is gedrukt. Wil je vanaf Riga de kust naar het noorden volgen, dan ontkom je er niet aan om grote delen over deze drukke snelweg te rijden. En hoewel dit ‘gewoon’ delen van meerdere Europese fietsnetwerken zijn wordt de armoede op het gebied van fietsinfrastructuur pijnlijk zichtbaar. Een volle dag over een vluchtstrook van soms minder dan een meter breed fietsen terwijl er vrachtwagens volgeladen met boomstammen langsrazen. Het alternatief: dwars door de Baltische Zee of door een never-ending berm van dennenbomen.
Tip 6: Zorg dat je zichtbaar bent voor overig verkeer.
Ook als het niet regende had ik felgele regenhoezen achterop mijn fiets gebonden met ernaast een knipperend lampje als ik op drukke trajecten reed. Sowieso is het verplicht om een veiligheidshesje te dragen wanneer je al fietsend aan boord gaat van de ferry’s van Duitsland naar Letland. Die had ik niet bij me, dus moest ik creatief zijn met diezelfde regenhoezen.
Op naar Estland!
Ik zoek een geschikte slaapplek op via de app. Iets boven kustgehucht Tuja vind ik een ideale plek om mijn tent op te zetten, direct aan de Baltische Zee. Er staan nog wat tentjes van gezinnen die het weekend gebruiken voor een combinatie van badderen aan het strand en bessen plukken in het bos. De volgende ochtend is een zaterdag, dus ik vertrek vroeg, zodat ik de dagjesmensen vanuit Riga voor ben. Het is een stuk rustiger vanwege het ontbreken van het gros aan vrachtwagens. Het is een prachtdag, en ik benut de vele zonuren. Een groot voordeel van zo noordelijk zitten: er zitten heel wat bruikbare uren in een dag. De kilometers zoeven voorbij. Ik steek de grens over naar Estland, waar ik direct een verbetering merk in wegdek. Waar Letland qua infrastructuur nu en dan doet denken aan het Saksische of Poolse binnenland, doet Estland bij vlagen niet onder voor landen als Finland en Zweden. Vooral in het stadje Pärnu is duidelijk dat het wegdek van het noordelijkste land van de drie Baltische Staten er het strakst en schoonst bijligt. Over de promenade zie ik voor het eerst skaters en skateboarders rollen.
De Baltische Zee
Ondertussen wordt fietsen routine en de benen hebben er zin in. Na 180 kilometer op een dag slenter ik – zonder de moeite mijn kleding uit te trekken – de Baltische Zee in. Duiken gaat niet, want het water komt zelfs na een paar honderd meter van het strand vandaan nog steeds niet hoger dan mijn middel. Ik ben bij het strand van Matsi en met dit tempo kom ik te vroeg aan op mijn bestemming dus ik besluit een rustdag te nemen. Niet omdat ik moe ben – ik begin net warm te draaien – maar omdat dit strand wat mij betreft niet onder doet voor een paradijselijk strand ergens op een tropisch eiland en mijn hangmat er wel heel mooi bijhangt. Tip 7: Neem een hangmat mee. Het land is een grote deken van dennenbomen, dus er zijn altijd wel twee geschikte bomen te vinden om hem vast te maken. Vooral in dicht beboste plekken waar veel takken, stenen of dennenappels op de grond liggen is de hangmat een populair alternatief voor een tent. Wel even het weer in de gaten houden. Niet alleen bij regen, maar ook als de wind toeneemt ben je wat minder beschut.
Eilandhoppen
De reis zou uiteindelijk drie weken duren, waarbij ik de laatste week ging eilandhoppen met vrienden op de eilanden Muhu, Saaremaa en Hiiumaa. Waar de bewoners zo ontspannen overkomen dat de tijd lijkt stil te staan, de sterren feller schijnen dan waar dan ook en de plekken om je tentje neer te zetten oneindig zijn. Voordat ik terugfiets naar Liepaja duik ik nog een keer de sauna in van mijn Estische eilandvrienden. En een ding is zeker: ik zit liever in deze zelffabrikaat wellness omgeven door dennenbomen dan in die van Hermann, ommuurd door campers en caravans.
Over fietsen over de Iron Curtain Trail
- Landen: de Baltische staten Estland & Letland
- Fietsroute: 14 dagen over de Iron Curtain Trail van het Letse Liepaja naar het Estische eiland Saaremaa. Daar nog een weekje gebleven. Afstand ongeveer 1.300 km.
- Zwaarte: Beide landen zijn vlak. Met hooguit een paar heuvels in het binnenland van Letland. Sommige onverharde wegen maken het een stuk meer uitdagend. Een deel van de route gaat over de vluchtstrook van de A1 van Riga naar Tallinn.
- Navigatie: Bikeline Iron Curtain Trail deel 1 & Bikeline Iron Curtain Trail deel 2. Navigatie-app Komoot. Er zijn weinig bordjes onderweg, overzichtelijk door weinig afslagen. Het Staatsbosbeheer van Letland en Estland hebben ieder een eigen app ontwikkeld waarop speciaal ontwikkelde plekken voor natuurrecreatie te vinden zijn: RMK en LVM GEO. Meer kaarten, boeken en gidsen.
- Beste fietsseizoen: Half mei t/m half september.
- Vervoer: Met de trein naar Lübeck-Travemünde en vanaf daar in 22 uur met de ferry naar Liepaja. Alternatieve overtocht gaat van Kiel naar het Litouwse Klaipeda.
Georganiseerd naar de Baltische Staten
Wil je graag naar de Estland en Letland maar heb je geen tijd om het zelf te organiseren? Bekijk dan onderstaande reis, uitgevoerd door SNP Natuurreizen. Het is geen reis zoals beschreven in dit verhaal, maar een natuurreis per auto waarbij je onderweg zowel wandelt als fietst.
Actieve rondreis per auto langs hotels
- Bruisend Riga en Tartu
- De mooiste Nationale Parken
- Fietsen op het eiland Hiiumaa
- Zwaarte: 2 op 5
- Comfort: 3 op 5
Inbegrepen
- alle overnachtingen
- alle ontbijten
- digitale reisinformatie
Niet inbegrepen
- heen- en terugreis
- huurauto
- overige maaltijden
- verzekeringen
Meer informatie over deze reis is te vinden op de website van SNP Natuurreizen. Of ga direct naar vertrekdata en boeken.