De mooiste wandelgebieden en -routes in Denemarken
Je even helemaal overgeven aan de natuur? Op een plek waar de zee je in de gaten houdt, gletsjers heuvels hebben opgeworpen, de nacht zo donker is dat de sterrenhemel fonkelt en waar je fossielen op het strand verzamelt – het ideale souvenirtje? Velkommen til Danmark!
Een Deen hoef je niet twee keer te vragen om op pad te gaan. Voor je het weet, zit hij al op de fiets, de kano, surfplank of stevig in de wandelschoenen. Geen kans laten ze onbenut om met de natuur te connecten, die hier zo veelzijdig is dat je elke dag zou kunnen kiezen uit een nieuw decor. Je wandelt er eindeloos door met bloeiende heide bedekte heuvellandschappen en natuurgebieden die door weer en wind en schuivende gletsjerkappen zijn gevormd.
Of je volgt gewoon de kustlijn, op zoek naar baaitjes, vissersdorpjes of zandstranden, en bewondert de dieren en zeldzame planten die je onderweg in de kwelders tegenkomt. Wandel van eiland naar eiland, en weer door naar het volgende, in alle rust, of beklim de duizelingwekkende krijtsteenformaties waarna je afgepeigert in het gras gaat liggen, met de meeuwen boven zee.
De Deense liefde om in de buitenlucht te zijn, vertaalt zich naar een groot aanbod wandelroutes, goed bewegwijzerd en niet zelden met kwaliteitskeurmerken onderscheiden. Kort, lang, een eitje of juist uitdagend, je kunt letterlijk alle kanten op – maar eindigen zul je bij de kust. Alvast een tip voor onderweg: overnacht in een Dark Sky Park vanuit een shelter onder een duizendkaraats sterrenhemel.
1. Nationaal Park Mols Bjerge
Laat het even op je inwerken: de aarde waarop je nu loopt is in miljoenen jaren door het schuiven van onmetelijk grote ijskappen, gevormd tot wat het nu is: een landschap van gladde heuveltoppen, breed uitgesmeerde valleien, meren waarin de bossen weerspiegeld worden en diepe kloven en kuilen. In Nationaal Park Mols Bjerge, ten oosten van Aarhus, wandel je door de natuur met de reminder dat de aarde haar gang wel gaat, en dat wij op onze wandelschoenen slechts te gast zijn. Een goede route om dit aantrekkelijke natuurgebied te ontdekken is de Mols Bjerge Trail. Die slingert dwars door het Nationaal Park en is onderverdeeld in 4 etappes van ongeveer 20 kilometer, met elk een eigen nadruk. Bij de Mountain Stage mag je de Deense ‘bergen’ – heuvels van 137 meter boven zeeniveau – beklimmen, terwijl je bij de Kalø Stage juist bossen en landgoederen doorsteekt. Dorpen, steden en een oude spoorlijn staan centraal bij de Ebeltof Stage en bij de Gåsehage Stage mag je pootjebaden, die volgt namelijk grotendeels de kustlijn langs kwelders, bossen en badstranden.
2. Nationaal Park Thy
Nog zo’n natuurreservaat waar je nederig van wordt. Nationaal Park Thy, het oudste nationaal park van het land, is ruig en overweldigend en is met 255 vierkante kilometer ook Denemarkens grootste wildernis. Hier speelt de wind een langdurend spelletje met de metershoge zandduinen en vormt ze bomen en struiken om tot griezelige dingen. In dit opwindende natuurlandschap ga je even helemaal kopje onder; verschillende goed gemarkeerde wandelpaden nemen je mee door de uitgestrekte duingebieden waar wilde herten en vossen leven, vanuit het luchtruim in de gaten gehouden door grote roofvogels – het beste te spotten vanaf het hoogste punt van het nationale park: de Isbjerg. De Vestkyststien, de Westkustroute, gaat over een lengte van 80 kilometer van Agger naar Bulbjerg, waarbij je de nacht kunt doorbrengen in outdoor shelters, waarbij het geluid van de golven die hun reis op het zandstrand eindigen, je zachtjes in slaap sussen. Het laatste stuk van Lildstrand naar Bulbjerg is ook nog eens een Dark Sky-gebied, met dus als extraatje een waanzinnig natuurspektakel van het sterrenstelsel.
3. Eiland van Møn
Op een uur rijden van Kopenhagen, in de regio Seeland, vind je de indrukwekkende Møns Klint-kliffen, een van de meest gefotografeerde plekken van Denemarken. De kliffen van wit krijtsteen rijzen uit het niets op uit de Oostzee, tot hoogtes van wel tientallen meters, met het gevolg dat je je wandelend over de kiezelstranden eronder, ingeknepen voelt tussen twee elementaire natuurkrachten. Een veel gelopen route in het gebied is de Camøno. De 175 kilometer lange route gaat behalve over Møn ook over de eilanden Bogø en Nyord, en wordt vanwege zijn toegankelijkheid ‘de vriendelijkste wandelroute van Denemarken’ genoemd. Behalve de sensationele kliffen van Møns Klint wandel je vanuit gezellige dorpen door heuvelachtige akkers en bloemenvelden, door opeengepakte berkenbossen en over landelijke paadjes naar prehistorische grafheuvels en stille strandjes waar je als je geluk hebt miljoenen jaren oude fossielen vindt, leuk als souvenirtje. Ook het eiland Møn is een Dark Sky Park, dus aan het einde van de wandeldag toost je samen met de Melkweg op een geslaagde wandeldag.
4. Bornholm
Met zijn ligging in de Baltische Zee tussen Denemarken, Duitsland, Zweden en Polen is Bornholm een beetje een vreemde eend in de bijt. Het kleine Deense eiland ligt behoorlijk uit de route, dichterbij Zweden dan bij Denemarken en is alleen met een ferry te bereiken. Maar dat is voor de Denen geen probleem, die graag naar het eiland met de lange zandstranden komen ook om van de vele zonuren te genieten, maar ook om te wandelen. Typerend zijn de indrukwekkende rotswanden langs de kust en de vele dichte bossen waarbij je regelmatig steile hellingen over moet. Behalve prachtige natuurschoon herbergt Bornholm het middeleeuwse kasteel Hammershus, de grootste kasteelruïne van Noord-Europa, en ansichtkaartdorpjes met gezellige vissershavens. De Bornhol Coastal Trail met z’n lengte van 120 kilometer zorgt ervoor dat je niets van dat alles hoeft te missen. In deze eilandontdekkingstocht van 4 tot 5 dagen leer je de lokale cultuur, geschiedenis en mooiste natuurlijke landschappen van het charmante eiland kennen.
5. Sønderjylland
In Zuid-Jutland, of Sønderjylland zoals de Denen het noemen, maak je gebruik van meer dan 1.000 kilometer goed gemarkeerde wandelpaden langs uitgestrekte kustlijnen, met prachtige vlakke kwelderlandschappen, stranden, maar ook steile hellingen bedekt met dichte bossen.
De meest zuidelijke regio van het land maakte een tijd lang deel uit van het Duitse rijk, maar werd zo’n honderd jaar geleden weer met Denemarken herenigd. Het 84 kilometer lange Gendarmenpad volgt de route die de Deense gendarmen vanaf dat moment aflegden om smokkelaars nabij de nieuwe grens in de kraag te grijpen. De trail - onderscheiden met het label ‘Leading Quality Trail – Best of Europe’ – gaat van Skovby op het eiland Als naar Padborg aan de Duits-Deense grens, en is een goede manier om meer te weten te komen van Zuid-Jutlands bijzondere geschiedenis. Ook mooi, en nog redelijk onbekend, is het 54 kilometer lange Marskstien-pad, geopend in 2019. Tijdens deze wandeltocht houd je je oren en ogen open voor de duizenden waad- en trekvogels in kweldergebied Tøndermarsken.
6. Rebild
Aan de andere kant van Denemarken ligt een wild, wonderlijk heuvellandschap dat in de laatste ijstijd is geboetseerd door krachtige en geduldige gletsjers, en dat spannende kalksteengrotten en natuurlijke kwelbronnen herbergt: Rebild in Noord-Jutland. Hoogepunt is Nationaal Park Rebild Bakker dat elk seizoen een fascinerende gedaanteverwisseling ondergaat. Magisch is de late zomer, wanneer de eeuwig rollende heuvels bedekt zijn met een paars vloerkleed van bloeiende heide, maar ook het najaar, wanneer de paarstinten plaatsmaken voor herfstachtige roestkleuren. De Rebild Bakker Trail, vijf jaar geleden geopend en al in het bezit van meerdere kwaliteitsprijzen, neemt je in 10,8 kilometer mee langs de hoogtepunten van Rebild. Dat zijn onder meer: het Nationaal Park, de bronnen Ravnkilde, Gravlev Kilde en Egebæk Kilde, het meer van Gravlev en het Trollenbos, met z’n bonkige en kronkelige mysterieuze beukenbomen.
7. Zuid-Funen
Een zalige plek om te wandelen is de eilandenarchipel van Zuid-Funen, door de Denen lieflijk de ‘Tuin van Denemarken’ genoemd. De eilanden, met elkaar verbonden via bruggen of veerverbindingen, zijn groen en glooiend en in de warmere maanden bedekt met bloeiende frambozenstruiken en appelbomen en vakwerkboerderijen met weelderige bloementuinen. Je begeeft je in een vredige wereld van baaitjes, inhammen, strandjes en kwelders, waar je volgens kenners niet alleen een van de langste, maar ook mooiste trails van Denemarken vindt: de Archipelago Trail, Øhavsstien in goed Deens. De 220 kilometer langeafstandswandeling is een plezierige ontdekkingstocht van de eilanden Tåsinge, Langeland en het heuvelachtige Ærø, en is op te delen in kortere en langere deeletappes. De kustlijn met z’n ondiepe blauwe wateren speelt de hoofdrol, maar je komt ook geregeld kleurrijke vissersdorpen en opvallende kastelen tegen.