Traject 3 van het Fietserpad begint in het noorden, aan de Waddenzee ten noorden van Pieterburen, en voert via Roden, Eesveen, Zwartsluis en Vierhouten naar de Nederrijn. Hoogtepunten op traject 3 zijn meteen bij de start al de fraaie waddenkust, dan het Hogeland van Groningen - weidser zul je het landschap niet vinden langs het Fietserpad-, en de brinkdorpen en veengebieden van Drenthe met natuurgebied het Fochteloërveen als eyecatcher. Nationaal Park Drents-Friese Wold herbergt het indrukwekkende stuifzandgebied Aekingerzand; door Nationaal Park Weerribben-Wieden voeren heupbrede fietspaadjes langs gitzwarte vaarten en petgaten, en langs de IJssel lonken fraaie Hanzesteden Hasselt, Zwolle en Hattem. Het toetje is de Veluwe, met enkele klimmetjes, maar ook met schitterende (pauze)plekken zoals het Speulder- en Sprielderbos, het Kootwijkerzand, Planken Wambuis en Oud-Reemsterhei, spotplaats voor groot wild. Eindpunt van dit traject is Wageningen.
Zelf het Fietserpad rijden? Dat kan met de gratis SNP Reis App. Installeer de app op je Smartphone (zowel IOS als Android) en ontgrendel de vijf etappes van het traject Waddenzee - Nederrijn met de snelkoppeling. Deze code én de gpx-bestanden zijn voor €7 te koop via onze webshop.
Fietsen met een telefoon in je hand is gevaarlijk, onhandig en dus onwenselijk. Koop daarom een waterdichte smartphonehouder voor op je stuur, zodat je de app continu goed in beeld hebt. De broodnodige powerbank die je tijdens een lange tocht zeker nodig hebt om de batterij van de smartphone tijdens het rijden op te laden, kun je het beste opbergen in je stuurtas of een kleine frametas. Dankzij het fenomeen bikepacking is het aanbod aan handige tasjes groot.
De waddendijk is het startpunt van traject 3 van het Fietserpad. Achter je ligt de wadkant van Groningen: zand- en slibplaten, afgewisseld met kwelders. Via Pieterburen fiets je zuidwaarts naar Wierhuizen en Warfhuizen. De meeste wierden en warfen (ophogingen in het land om droog op te wonen) zijn afgegraven, maar niet die van Wehe, Roode Haan en van Saaksum, ten zuiden van het Reitdiep, al past het kerkje er nauwelijks meer op. Op weg naar Oldehove, dorp met twee achtkante stellingmolens, verandert het landschap van rechthoekige akkers in weilanden met een grillig verkavelingpatroon. Rond Enumatil zijn in de weilanden nog enkele kreekrestanten herkenbaar terwijl polder Lagemeede juist doorsneden wordt door opvallend veel rechte afwateringssloten. Het Fietserpad voert ten oosten van het gehucht Lettelbert langs de Lettelberter Petten waar je kunt struinen rond een moerasbos van elzen, berken, essen en wilgen - het enige bos in het open landschap van het Groningse Westerkwartier. Op de grens van Groningen en Drenthe fiets je langs het Leekstermeer, broedgebied voor ondermeer de roerdomp en rust- en foerageergebied voor duizenden ganzen. Het geometrisch aangelegde Mensingerbos en de havezate van Mensinge - in de tuin prachtige zware eiken, linden en bijzondere stinzenplanten - kun je op je gemak bekijken vanuit brinkdorp Roden, eindpunt van deze etappe.
Vanaf Roden fiets je zuidwaarts, langs de essen waarop vroeger rogge en boekweit werden verbouwd. Dichtbij esdorp Roderesch ligt het gehucht Alteveer, een handvol boerderijen waar je het Groote Diep oversteekt, een bedijkt riviertje dat waarschijnlijk ooit een fikse stroom is geweest. Verder zuidwaarts voert het Fietserpad door brinkdorpen Roden, Langelo, Norg (let op de reusachtige hulstbomen in het Norgerholt!) en Westervelde. Voorbij Veenhuizen, gevangenis en voormalig opvang-oord voor armoedzaaiers, wezen en landlopers, fiets je langs het fraaie Fochteloërveen, een ontwaterd hoogveenpakket waar tussen de goudkleurige pitrus nog hoogveen groeit. Ander zeldzaams zijn de adders, gladde slangen, koningsvarens en kraanvogels.
Ook het traject door de Compagnonsbosschen herinnert aan het veen en de turfwinning. Kilometers lang volgt het Fietserpad de 'Eerste Wijk' (een vaart) en bereikt na de brug over de Opsterlandse Compagnonsvaart het Friese Appelscha. Daar maakt de nattigheid plaats voor gortdroog zand, zoals dat van het Drents-Friese Wold, een nationaal park waar je het Aekingerzand (de Kale Duinen) vindt, de grootste zandverstuiving van Noord-Nederland. Ook erg mooi is het Doldersumse veld, een relatief ongeschonden lap natte heide waar tussen de zee aan pijpestrootjes de klokjesgentiaan groeit. Hogerop zweven blauwe kiekendieven, kraanvogels en goudplevieren. Via de oude veenkoloniedorpen Vledderveen en Wilhelminaoord daalt het Fietserpad af van het Drentse Plateau en eindigt in Eesveen, op een steenworp afstand van Huis Eese. Het landgoed in Engelse landschapsstijl plus het wonderschone Westerkerkje van Eese zijn zeker een ommetje waard.
Vanaf Eesveen volgt het Fietserpad het veenriviertje De Linde door natuurreservaat de Lindevallei, ten zuiden van Wolvega. Het laagveenmoeras van de Lindevallei is leefgebied van de otter - schoon water, kruidenrijke oevers en rust zijn het geheim. Langs natuurgebieden Rottige Meenthe & Brandemeer bereik je Ossenzijl, noordelijke toegangspoort tot de Weerribben, een oud veengebied waar je nog duidelijk het streepjespatroon van de ontginning herkent: land en water, legakkers en petgaten. Tussen het riet schuilt de schuwe purperreiger en langs de sloten tussen Ossenzijl en Kalenberg groeit de sierlijke, roze zwanenbloem. Tjaskers (molentjes) houden het gebied nat voor de rietteelt.
Ten zuiden van Nationaal Park Weerribben-Wieden voert het Fietserpad via Baarlo naar Blokzijl. Nog maar een eeuw geleden klotste de Zuiderzee hier tegen de kaden, net als in Kuinre en Vollenhove. Blokzijl was toen een welvarend stadje als overslagplaats van turf. Even ten zuiden ervan fiets je een kort en kaarsrecht dijktraject door Flevoland en even voorbij Vollenhoven zou het dorpje Beulake opdoemen, als het niet verdronken was.. (info via Laarzenpad). Deze etappe eindigt in Zwartsluis, een levendig dorp, ooit met scheepswerven, zeilmakerijen en touwslagerijen en miljoenen inkomsten door de handel in turf. Op de kant van deze leuke pleisterplaats ligt de ZS13, de oudste botter van Nederland.
Vanaf Zwartsluis steekt het Fietserpad het Zwarte Water over en voert bovenlangs Genemuiden - stad van de biezen matten (vroeger) en tapijten (nu) - door de polders naar Hasselt. De strategische ligging op een knooppunt van waterwegen (de Overijsselse Vecht en het Zwarte Water) leverde de stad veel rijkdom op, maar ook moordende concurrentie van handelssteden Kampen en Zwolle. Kampen en Zwolle groeiden uit tot machtige Hanzesteden, Hasselt bleef bescheiden. Zwolle, van verre te herkennen aan de Peperbustoren, is een trendy stad met fraaie parken, een eeuwenoude stadspoort (Sassenpoort) en een stervormige stadsgracht waarlangs indrukwekkende herenhuizen zijn opgetrokken. Na het oversteken van de IJssel fiets je naar het pittoreske Hattem, dat ook tot de negen machtige Hanzesteden behoorde. Via Wapenveld komt het Fietserpad uit op de Veluwe waar je de komende vijf kilometer 'aan de bak' zult moeten: eerst 20 meter stijgen en daarna flink op en neer tot een hoogste punt van 40 m boven NAP. Dat zwoegen is te wijten aan het landijs dat zich in het Salien vanuit Scandinavië over Noord-Europa schoof en stuwwallen vormde. Via boswachterij Nunspeet bereikt het Fietserpad Vierhouten, een Veluws dorp omringd door bossen, een prima plek om weer op te laden.
Vanaf Vierhouten fiets je westelijk van Elspeet naar Staverden, ook wel de kleinste stad ter wereld genoemd, want niet groter dan een landhuis met landgoed, een oranjerie, een doolhof, een ijskelder, plus buxushagen, rododendrons en witte pauwen. Het is een bijzondere plek waar veel verhalen over de ronde over doen. Eveneens op een flank van de Veluwe ligt Garderen, vlakbij boswachterij Speulderbos en Sprielderbos, één van de oudste bossen van ons land. Tussen de mysterieuze kromme bomen ('dansende bomen') leven edelherten, dassen, wilde zwijnen en gladde slangen. Het is door de A1 gescheiden van het Kootwijkerzand, het grootste stuifzandgebied van West-Europa. Ten zuiden ervan ligt het Harskampse Zand, naar het oosten het dorp Radio Kootwijk. Verder fietsend naar het zuiden bereik je Otterlo, een van de toegangspoorten tot Nationaal Park De Hoge Veluwe. Langs het park fiets je door natuurgebieden Planken Wambuis en Oud-Reemsterhei. De eerste bestaand uit uitgestrekte bossen, glooiende heidevelden en opwaaiende zandvlaktes, de tweede een oud heidegebied en populaire bronstplek. Misschien dat je het burlen van een mannetjeshert hoort. Na het oversteken van de A12 fiets je door De Buunderkamp en Quadenoord, vervolgens langs Renkum - een gebied van sprengen, beken, (water)molens en een papierfabriek - richting NederRijn. Eindpunt van deze etappe en van Traject 3 is Wageningen. In het arboretum op de rand van de Wageningse berg heb je fenomenaal uitzicht op de Betuwe en de Nederrijn.
Geen zin om alles zelf te regelen? De eerste twee trajecten van het Fietserpad zijn te boeken bij SNP Natuurreizen.