Het Sauerland is bij Nederlanders vooral bekend en bijzonder populair door de wintersportplaatsen Winterberg en Willingen waar in de koude maanden met wat geluk voldoende sneeuw ligt om te kunnen skiën. En dat op 2,5 uur rijden van Nederland. Het is een bosrijk, heuvelachtig gebied dat aan de noordkant wordt begrensd door het Ruhrgebied en aan de zuidkant door het Rothaargebergte waar wij ook een dag doorheen fietsten.
Het Sauerland ligt grotendeels in Nordrhein-Westfalen en een klein deel in Hessen. Extreem hoog is het niet. De hoogste berg in het Sauerland is de Langenberg die klimt tot 843,2 meter en meteen ook de hoogste pukkel van Nordrhein-Westfalen is. Dus niet de Kahler Asten wat vaak wordt gedacht; die is mooi een meter lager. De Kahler Asten vormt wel het begin van de rivier Lenne die we tijdens de tocht meerdere malen zijn tegengekomen en overgestoken. Een bijzondere rivier!
De hoogste toppen vind je in het zuidwestelijk gelegen Rothaargebergte dat meteen het grootste berggebied is van het Sauerland. Andere 'deelgebergten' zijn: Saalhauser Berge (Himberg, 687,7 m), Ebbegebirge (Nordhelle, 663,3 m), Lennegebirge (Homert, 656,1 m) en Nordsauerland (Plackweghöhe, 581,5 m).
De naam Sauerland is waarschijnlijk afkomstig van het woord 'Suderland', wat zuidelijk land betekent. Naast veel bos, vind je in het Sauerland een groot aantal stuwmeren (de meeste van Duitsland zelfs) en interessante steden en dorpjes zoals Schmallenberg, Bruchhausen en Winterberg. Daarnaast zijn er ook ‘lelijke’ stadjes als Plettenberg en Finnentrop.
Je kunt niet spreken van één Sauerland, want het gebied aan de noordkant is weer heel anders dan het heuvelachtige, beboste Rothaargebergte en ook weer heel anders dan het dal van de Lenne. Dat maakt fietsen door het Sauerland wel zeer afwisselend en voor ons ook onverwacht bijzonder. We wisten niet dat er zó veel verscheidende landschappen waren.
Vijf jaar geleden maakte Op Pad fotograaf/redacteur Jan Mark Moquette en ik een prachtige vierdaagse tocht door de BeNeDuiLux (‘Rondje Maastricht’). Die tocht was een groot succes, konden wij opmaken uit de enthousiaste reacties. Zoiets wilden we in Sauerland opnieuw. Dichtbij Nederland, heuvels, rustige (binnen)wegen en eenvoudige accommodatie. Jan Mark maakte indertijd gebruik van bestaande fietsroutes die op internet waren te vinden en zo gingen we nu weer te werk. Per dag wilden zo’n 60-70 km fietsen en dat lukte aardig. Alleen de laatste dag werden we overvallen door slecht weer. Omdat het laatste stuk in de regen toch niet heel veel meer had te bieden, pakten we in Altena de trein naar Hagen. Die etappe kwam uiteindelijk uit op een kleine 40 km. Als we door waren gefietst, waren we uitgekomen op een kleine 70. Nog diezelfde avond sliepen we weer thuis in ons eigen bedje.
Onze fietsroute was zeer afwisselend. Op sommige dagen is het Ruhrgebied voelbaar dichtbij, maar nooit hebben we het idee gehad dat we door een industriegebied fietsten. Alleen stukken van het Lennedal na Lennestadt konden we niet omzeilen. De mooiste etappe vonden we de derde dag en dan met name het stuk tussen Schmallenberg en Lennestadt. Maar ook de laatste dag was heel bijzonder dat het kleinschalige landschap langs de rivier de Lenne en dan opeens een schitterende afdaling vlak voor Altena. Zo heeft iedere dag wel zijn verrassingen. En zo hoort het ook.
Er zijn zeven langere (meerdaagse) fietsroutes die geheel of gedeeltelijk door het Sauerland lopen. Het goede nieuws dat er in 2015 een knooppuntennetwerk werd uitgerold, zoals we ook in Nederland kennen. Dat netwerk eindigt niet bij de grenzen van het Sauerland, maar doet ook de omringde gebieden aan. Op die manier kun je heel makkelijk een eigen fietsroute in elkaar draaien. Naast het nieuwe knooppuntennetwerk, zijn de bestaande fietsroutes geoptimaliseerd.
De langere fietsroutes in het Sauerland zijn:
Daarnaast zijn er nog allerlei kortere, lokale fietsroutes. Een handige brochure is 'Radhafren im Sauerland'. Verkrijgbaar bij Sauerland Tourismus (zie adressen). Inmiddels zijn daar de GeoRadroute Ruhr-Eder, Diemelradweg en Steine + Mehr Route bijgekomen.
De lente of zomer is geen garantie voor goed weer, zoals wij ondervonden op onze laatste fietsdag. Wat dat betreft moet je een beetje rekening houden met het Nederlandse klimaat. Het voorjaar is mooi omdat de dagen dan al langer worden en de natuur in bloei staat. De zomermaanden (en ook de mooie weekenden in de zomer en lente) kunnen druk zijn. Accommodatie moet je dan op tijd boeken.
Het Sauerland is voor Nederlanders bijna om de hoek. Met de auto niet meer dan 230 km van Utrecht. Treinen kost iets meer uitzoekwerk, maar is leuker en misschien nog wel goedkoper ook. Je hoeft immers geen auto te stallen en wie de tocht eerder wil afbreken stapt gewoon op de trein en gaat naar huis. De auto hoeft dan niet meer opgehaald te worden. In tegenstelling tot Nederland mag de fiets in Duitse treinen ook mee in de spits.
Vanaf de grens (Venlo) is het ongeveer 120 km naar Hagen (Nordrhein Westfalen) aan de rand van het Sauerland. De route gaat via Duisburg en Essen, voor Dortmund buig je af naar Hagen. Het is een drukke route waar vaak werkzaamheden zijn. Een alternatief is om via Mönchengladbach en Wuppertal te rijden.
Wij reisden eerst naar Venlo en hebben daar een nacht geslapen in het aangename B&B Het Venloos Plekje, niet ver van het station en het centrum. De volgende ochtend namen wij de trein van Venlo naar Hagen. Deze Duitse trein rijdt tot aan Venlo en weer terug naar Hagen (en verder). Een vervoersbewijs en kaartje voor de fiets koop je in een aparte kaartautomaat van de Deutsche Bahn (DB) in de stationshal van het station in Venlo. Hagen valt in zone E. Met twee personen is een dagkaart goedkoper, wij betaalden in 2014 € 30,50 voor twee personen (in 2019 ca. € 35,-). Een los fietskaartje kostte € 3,50 per persoon (in 2019 € 5,50). Trek even wat tijd voor uit de kaartjesautomaat. Je kunt betalen met een bankpas en met contant geld.
De trein naar Hagen gaat meerdere keren per dag en doet er ongeveer twee uur over.
We kozen voor low budget: twee keer sliepen we in een jeugdherberg en een keer in een eenvoudig hotel. Voor de jeugdherberg is in Duitsland in principe een apart lidmaatschap vereist. Dat kun je van te voren afsluiten, maar kun je ook regelen bij de eerste overnachting. Het kostte in 2014 € 21,- per jaar (in 2019 € 22,50). Wie geen lidmaatschap heeft, betaalt in ieder geval meer. Prijzen (overnachting en ontbijt) variëren, maar gaan vanaf ongeveer € 18,- tot € 30,- p.p.
Hotels in alle soorten en maten vind je op veel plekken, zeker in de steden en grotere dorpen. Reserveren is aan te bevelen. Kamperen in het Sauerland is overigens ook prima mogelijk. Bij Sauerland Tourismus (zie adressen) kun je de (deels) Nederlandstalige brochure Sauerland Campings aanvragen.
Jeugdherberg Langscheid/ Sorpesee. Voor een overnachting betaal je in het hoogseizoen € 26,30 voor een kamer en ontbijt per persoon (in 2019 € 30,70). Voor negen euro meer kun je ‘s avonds ook eten. Lakens zijn inbegrepen, een handdoek niet. Deze kun je wel huren. Meer info: Jugendherberge Sorpesee. De jeugdherberg zelf is druk bezocht en kent een prettige sfeer. Mooi gelegen pal aan de Sorpesee. Op vijf minuten lopen vind je een aantal restaurants in Langscheid.
De jeugdherberg van Schmallenberg waar wij sliepen ging in november 2014 dicht. In Schmallenberg is echter voldoende andere betaalbare accommodatie. Een alternatief is de jeugdherberg in het ca. 20 km verderop gelegen Lennestadt.
Traditioneel familiehotel met verrassend goede keuken en prima ontbijt. Plettenberg zelf is geen hele vrolijke stad (het Ruhrgebied laat zich hier even nadrukkelijk voelen), maar heeft toch een paar verrassend leuke hoekjes. Even goed zoeken. Voor een kamer betaal je hier € 55,- voor een eenpersoons kamer en € 80,- voor een tweepersoons. I: www.haus-battenfeld.de.
Onderweg zijn er talloze mogelijkheden om ergens ‘aan te leggen’. In de jeugdherberg kan een lunchpakket (tegen betaling, ca. 5 euro) geregeld worden. Culinair zijn we weinig echte hoogtepunten tegengekomen. Zur Lennemundung aan de oever van de Ruhr op de eerste fietsdag was aangenaam. Een leuke plek voor een goede lunch is het Gasthaus onderaan de Rhein-Weser Turm op de derde fietsdag. Vergeet ook de beklimming van de toren niet mee te pikken. Heel bijzonder en het uitzicht boven is prachtig. Aan de Sorpesee kun je goedkoop en veel eten bij Bei Stavros aan de Sorpedam 11. In Schmallenberg zijn de meeste (en leukste) mogelijkheden. Een prettig dorpje.
Het Sauerland is een middelgebergte wat regelmatig klimmen en dalen betekent. Nergens is het heel steil, wel zijn sommige beklimmingen lang. Het hoogste punt dat je per fiets bereikt is de Rhein-Weser Turm op 693 meter, het laagste punt is Hagen op 103 meter.
In de route zijn wat kleine stukken onverhard. We maakten vooral gebruik van (stille) binnenwegen en waar mogelijk van fietspaden. Er zitten wat drukke stukken in de route (met name in het dal van de Lenne), maar dat duurt nooit heel lang. Een goede fietsconditie en ervaring met fietsen met fietstassen is voor deze tocht voldoende.
Een schitterende ‘bergetappe’ is die van Schmallenberg naar Plettenberg op de derde dag. Vooral het ochtenddeel is fraai met mooie beklimmingen naar Jagdhaus (en een heerlijke deels onverharde afdaling; een Geheimnistip!) en een hele lange rustige klim over een verrassend rustige autoweg naar de Rhein Weser Turm waarna een splijtende afdaling naar Oberhundem volgt. Dit is ook meteen de langste en zwaarste dag met veel klimmen en dalen.