Andreas van Agt (Dries) was van 1977 tot 1982 minister-president van Nederland in drie achtereenvolgende kabinetten. Daarnaast was hij een erkend liefhebber van de wielersport. Wie kent niet het beeld van een dolgelukkige tourwinnaar Joop Zoetemelk die op 2 juli 1980 wordt gefeliciteerd door Dries van Agt, toen nog minister-president? Na zijn politieke carrière klom Dries zelf regelmatig op de racefiets om toertochten te rijden. In 1998 fietste hij samen met Cas de Quay van Nederland naar Rome. Op Pad vroeg hem zijn herinneringen op papier te zetten (dit gebeurde in het kader van een ander artikel over de fietsroute naar Rome van Paul Benjaminse). En dat deed Dries. We ontvingen een op de typemachine getypte brief op mooi dik papier, voorzien van een keurige, met vulpen gezette handtekening. Plus een foto, die via de post kwam. Hulde!
In het laatste decennium van de vorige eeuw en het eerste van deze eeuw heb ik, samen met mijn fietsmakker wijlen Cas de Quay (zoon van "Lijmen Jan"), enkele lange fietsreizen gemaakt naar verre bestemmingen. Van minstens een daarvan, die naar Assisi in het Italiaanse Umbrië, weet ik zeker dat wij ons hebben laten leiden door een reisgids van de hand van Paul Benjaminse. Het was zijn gids voor tochten naar Rome want die bracht ons heel dicht bij ons doel. Ongelukkigerwijze zijn we juist tijdens die expeditie in de penarie geraakt. Maar dat lag helemaal aan mijn suffigheid en allerminst aan de reiswijzer van Paul.
Het gebeurde in september 1998. Gehoorzaam aan de aanwijzingen van Benjaminse, trokken wij vanuit Nijmegen via Maastricht, de Belgische Ardennen en Luxemburg, dan door Lotharingen en de Elzas heen naar Zwitserland. Daar over een prachtig fietspad hoog op de oostoever van de Rijn door Liechtenstein naar de Alpen en dan door Pauls instructie de verkeersluwe (maar op het allerlaatst wel danig steile) Schlügenpas over, de weldadige warmte van Italië in. Tot ongeveer Perugia konden wij de reisgids klakkeloos volgen.
Maar voordien was er een kink in de kabel gekomen. In de Elzas was het dat de tocht even spaak liep. Ergens in dat vriendelijke land waar alle stadjes namen hebben die eindigen op "heim" en met hun poëtische Fachwerkhuisjes die allemaal gebouwd lijken door Anton Pieck. Het was vroeg in de laatzomeravond dat ik mijn fietsmaat verloor. Hij was onze kaartlezer en ook onze kwartiermaker en reed dus meestal voorop, ik op enige afstand daarachter. Bij een rotonde waar vijf wegen opkwamen verdween Cas uit mijn gezichtsveld. Wat toen te doen? Op de gok nam ik een afslag. Dat leek al gauw een miskleun, want hoe furieus ik ook op de pedalen stampte om mijn maat in te halen, ik ontwaarde hem in geen velden of wegen meer. De situatie werd penibel want het werd al ras donker en ik had geen licht op de fiets en fietspaden waren daar niet. En ik had me er zelfs niet van vergewist waarheen de rit die dag zou voeren. In paniek stapte ik af bij een kroeg langs de weg om goede raad te krijgen van de waard.
Dat werd een raar gesprek. In onbeholpen Frans probeerde ik uit te leggen hoezeer ik in de puree zat. Hoogst verbaasd hoorde de herbergier mij aan en vroeg toen: mais quelle est votre destination pour aujourd'hui monsieur? (Waarheen bent u voor vandaag onderweg?). Ca je ne sais vraiment pas (ik heb geen idee), gaf ik hem naar waarheid ten antwoord. Ik zal even kijken wat ik voor u kan doen, kreeg ik daarop te horen. Hij liep naar de telefoon en voerde op gedempte toon een gesprek met iemand. Wat ik er op afstand van kon opmaken was dat hij contact had gezocht met een geneeskundige dienst. Mij brak meteen de pleuris uit. Het klonk alsof ik subiet zou worden afgevoerd en gekalmeerd met een injectie of andere roesmiddelen.
Pardoes vluchtte ik de kroeg uit. De fiets op en als de weerga hiervandaan. In het donker trapte ik me met alle macht in veiligheid. Recht vooruit want iets anders wist ik toch niet. Tot ik binnenreed in zo'n heimstadje, volstrekt niet wetend wat nu verder te doen. Toen gebeurde er een wonder. Verderop op een pleintje zag ik een toerfiets staan, tegen een hek, met enkele knalgele fietstassen eraan, voor en achter, precies zoals die waarmee mijn eigen fiets beladen was!
Binnen vond ik mijn reisgenoot Cas die had al stad en land opgebeld om mij op te sporen. Ook contact gehad met mijn vrouw in Nijmegen. Die had dringend verzocht mijn angstwekkende verdwijning dadelijk te melden aan de Franse politie.
Deze merkwaardige dag eindigde in veel alcohol. En in grote hilariteit over de opschudding die in de Nederlandse media had kunnen ontstaan over de arrestatie met dwangverpleging ergens in de Elzas van een voormalige premier die kolder in de kop had gekregen. Zo zie je maar: zelfs met een prima gids van Paul Benjaminse konden er nog dingen lelijk fout gaan.
Noot: mobiele telefoontjes waren er destijds nog niet. Althans in onze reisuitrusting zaten zulke apparaatjes niet.
Wil je net als Dries van Agt ook van Nederland naar Rome fietsen? Kijk dan voor meer (praktische) informatie op de speciale 'Fietsen naar Rome-pagina'!