icon-mouse icon-mountain icon-facebook icon-instagram icon-pinterest icon-twitter icon-youtube icon-close icon-zoek icon-triangle-left icon-triangle-right icon-ebike icon-hond icon-gezin icon-zwaarte icon-gps icon-trein icon-comfort
Blog

Wandelroute E4 op Kreta (deel 3)

  • 23 februari 2018
  • Door: Jaap Hos

Jaap Hos liep de E4 wandelroute op Kreta in drie etappes van west naar oost. In 2015 liep hij het eerste deel over de Witte Bergen, in 2016 deel 2 over de Psiloritis (2.456 meter) en in 2017 deel 3 over het Dikty gebergte. Hieronder volgt zijn verslag van dit derde deel.

5.000 Jaar geschiedenis

Mijn laatste etappe, van Kastelli naar de oostkust, begint in mineur. Aan alles is te merken dat de Grieken in het binnenland van Kreta het moeilijk hebben. Het familiehotelletje loopt niet. Pa is chagrijnig vanwege de belastingverhoging, moe kijkt zorgelijk. Hun zoon probeert de kosten te drukken door alles zelf te doen. Geen Wifi dus. En de deur van mijn kamer sluit nog steeds niet goed. Ze mopperen op immigranten die zomaar een toelage krijgen. ’s Avonds kijk ik in een Kafenion met de Kretenzers naar een basketbalwedstrijd van het Griekse Olympiakos tegen het Turkse Fenerbahce. De Grieken verliezen. Het is stil in het dorp.

Het regent op mijn eerste wandeldag. Ik doe wat inkopen en als de buien afnemen ga ik op pad. Het is heerlijk fris in de Kretenzer lentetuin en ik adem de geur van de wilde kruiden in. Oude mannen wijzen mij de weg naar de Minoïsche opgravingen van Lytthos. Ik loop een paar maal vast in het hoge struikgewas en vind uiteindelijk alleen nog een paar vervallen muurtjes en puin van de opgravingen. Als ik verder in oostelijke richting loop, kom ik onverwachts langs een Minoïsch aquaduct dat de tand des tijds heeft doorstaan.

Kreta zou Kreta niet zijn als de zon niet snel ging schijnen. Even later zit ik met een prachtig uitzicht op het terras van “To Spiti to Metochi” (het huis van Metochi), een verbouwd boerderijtje. Chara beheert het en maakt heerlijke Kretenzer gerechten. Na een vroeg ontbijt neemt ze met een omhelzing afscheid van mij. Een paar uur later ga ik via een oud Minoïsch voetpad zigzaggend omhoog naar de pas die toegang geeft tot de vlakte van Lassithi. Al lopend bedenk ik dat hier meer dan 5.000 jaar geschiedenis ligt. Over dit pad liepen niet alleen Kretenzer herders met hun kuddes, maar ook de legers van Minoïers, Hellenen, Romeinen, Venetianen, Turken en Duitsers. Ik daal af naar de op 800 meter hoogte gelegen vlakte en geniet van een paradijsje met wilde bloemen. Het is Natura 2000 gebied, maar deze wilde bloemenweelde vind je nu alleen nog aan de randen van de vlakte. De vlakte zelf is ten prooi gevallen aan gemechaniseerde landbouw en kunstmest. Daarvan getuigen de vele achtergelaten plastic zakken en hun opschriften. De windmolens van weleer liggen te roesten naast de sloten en zijn vervangen door diesel aangedreven pompen. Ik moet omlopen langs een brede stinkende sloot. Hoezo Natura 2000? Windmolentjes vind ik nog bij het restaurant van Maria, maar deze zijn van plastic voor de verkoop aan toeristen. Ik eet een stevige stifado (stoofgerecht) ter voorbereiding van de beklimming van de Dikty de volgende dag.

Image
P1090412-600x338.jpg

Een grijze puinhoop

Aan de rand van het Dikty gebergte tref ik opnieuw een oase van bloemen aan. Gelukkig, ze zijn er nog! En de E4 is hier goed gemarkeerd. Al na een uur lopen, kom ik geen mens meer tegen. Zoals gewoonlijk volgen de geiten mij met hun blikken en cirkelen de gieren boven mij in de thermiek. Dan moet ik ruim 1.000 meter omhoog over een rotspad door een droge beekbedding. Onder mij verdwijnt de hoogvlakte. In een zadel ga ik op zoek naar een plek om mijn tent op te zetten. Dat valt niet mee: overal ligt grof gesteente. Dat is niet erg comfortabel. Ik zet mijn rugzak neer en verken de omgeving. Even later vind ik een kleine kom met zowaar vlakke plekjes kleigrond. Het is een verzakking die je vaak in Karstgebergten tegenkomt. Opnieuw gadegeslagen door geiten zet ik mijn tentje op. De wind heeft hier weinig vat op mij. Ik eet in de laatste stralen van de zon. De nacht presenteert een prachtige sterrenhemel en het vriest. Dus met alle kleding aan in de slaapzak. Jas eroverheen. De geitenbellen wekken mij om vijf uur. Voordat ik ontbijt, loop ik eerst 400 meter omhoog naar de top van de Dikty om warm te worden. De bergen zijn coulissen in de nevel. Nuances in tinten van grijs en blauw. Er zijn voldoende markeringen op de onoverzichtelijke helling. Het gebergte lijkt op een los gestorte grijze puinhoop met hier en daar een rotspunt die erdoorheen prikt. De vegetatie is minimaal. Af en toe zijn er enkele kleine tulpjes in de luwte en pollen met kleine roze bloemetjes. Ik bereik de top na enig klauterwerk en zie de vlakte van Lassithi als een dambord onder mij. Verder weg kan ik zowel de Egeïsche zee als de Libische zee zien. En zelfs de Psiloritis waarop nog veel sneeuw ligt. Het is schitterend. Ik shake Nescafé in een plastic flesje en probeer naar huis te bellen. Dat lukt en iedereen is weer blij. De windveren in de lucht doen me besluiten niet al te lang op de top te blijven.
De afdaling heb ik afwijkend van de E4 gepland. Eerst ga ik een stuk over de grillige bergrug in de richting van de Lazaros berg. Het is oppassen want er zijn sneeuwplakken en verse zakkingen in dit Karstgebergte. De afdaling heeft steile stukken, ik kan een herderspad niet vinden en ik bezeer mijn hand bij een uitglijer. Ik besef dat bij het uitzetten van een route met Google Earth niet voldoende details zichtbaar worden. “De kaart is niet het gebied”. Ik weet het al heel lang, maar vergeet het af en toe weer.

Image
P1090471-600x338.jpg

Stella’s Kafenion

Laat in de middag kom ik aan in Selakano. Het is er stil want er staan slechts een honderdtal woningen waarvan een groot deel niet permanent bewoond wordt of is vervallen. Het is bekend gebied voor mij. Jaren geleden heb ik hier verkenningen gedaan. Eerst om een alternatieve route naar de top van de Dikty te vinden. Met drie minder ervaren wandelaars ging ik op weg. Eén van de wandelaars vond het klauterwerk te riskant worden, dus zijn we omgekeerd. Het leverde nog wel een raat op van de beroemde honing van Selakano die we zomaar van een imker kregen. Later met een meer ervaren vriend lukte het wel de route te volbrengen. En we ontdekten dat vanuit Selakano ook de Psoriasiskloof met enige moeite bereikbaar is. Daar zitten de nesten van gieren in de wanden. Vanaf de overzijde van de kloof kan je hun “nestelijk” leven met het blote oog waarnemen. Vandaag loop ik direct naar het Kafenion van Stella. Stella is 73 jaar en runt het in haar eentje. Er is niemand, maar als ik haar roep komt ze tevoorschijn. Ze ziet dat ik een vermoeiende dag achter de rug heb en zet direct koffie en water voor mij neer. Later zit ik binnen in het huiskamercafé met oude mannen en een herder. De kamer meet zes bij zes meter en hangt vol met foto’s van vroeger. Er is weinig veranderd in vergelijking met 10 jaar geleden. Er is een oude tv met een bijna vierkant beeld, waardoor de mensen er allemaal erg lang uitzien. Een eigenaardig venster op de wereld. Er komt een aanslag in Athene in beeld en de herder slaat voortdurend kruisjes. De mannen schudden hun hoofd. Ze maken zich niet zo druk als mannen in de steden van Griekenland. Het eten is weer prima en ik geniet van de sherry-achtige lokale wijn. “Rosé” noemen ze dat hier. In een gastenverblijf verderop staan drie stapelbedden. De volgende ochtend krijg ik ontbijt met kwark en honing van Selakano. Als ik afscheid neem, krijg ik zelfgebakken lekkernijen mee voor mijn lunch. En het kost allemaal bijna niets.

Image
P1090520-600x338.jpg

Eigen schuld, dikke bult

Het is me bekend dat het laatste deel van het Diktygebergte lastig navigeren is. Na een uur lopen staat er een bord met een doorgestreepte voetganger bij het pad dat mij het meest logisch leek. Aangezien ik dit soort borden wel vaker negeer sla ik dit pad in. Het loopt langs een boerderijtje met een hoop rommel. Ik hoor geluiden. Misschien is er iemand om de weg te vragen en ik roep. Een grote man met een grijze baard komt woest naar buiten en vaart onmiddellijk tegen mij uit dat ik hier niet mag lopen. Als ik hem met mijn paar woorden Grieks probeer uit te leggen wat ik wil rent hij naar binnen en komt met een geweer naar buiten. Het lijkt mij beter om maar vast het pad terug te lopen. Hij schiet een keer over mijn hoofd heen en komt mij even later met een oude pick-up truck achterna totdat ik van het erf af ben. Eigen schuld, dikke bult. Met de schrik in de benen loop ik een stuk verder en beklim een lastige helling die mij naar één van mijn waypoints voert. Er is brand geweest. Ik moet door een woud van verkoolde stammen. Verder de waypoints volgend bereik ik het pad waarlangs ik naar Prina kan lopen. Maar daar staat dezelfde man in zijn pick-up op mij te wachten. Hij lijkt bedaard en dus loop ik maar naar hem toe. Hij vraagt me waar ik naartoe ga en biedt me een lift aan. Maar hij gaat niet naar Prina. Uiteindelijk duwt hij me een fles bronwater in de handen en rijdt weg. Een goedmakertje. De weg ligt op sommige punten bezaaid met patroonhulzen. Schietgraag volkje hier. Maar ik kom niemand meer tegen.

Image
P1090523-600x338.jpg

Klaar met de E4!

Na Prina trek ik door de rotstuin van Kreta. Hallucinerend geel en magenta wisselen elkaar af en ik ontmoet nog vele gastvrije Kretenzers en boeiende wandelaars. In Orino bijvoorbeeld worden geen kamers verhuurd. Nicole van het Kafenion regelt onderdak voor mij bij een aardige familie die president Tsipros een warm hart toedraagt en minister Dijsselbloem iets minder waardeert. Een dag later ontmoet ik Jean Pierre, een Fransman, in een klein wegrestaurant. Hij kent elke meter van Kreta, spreekt goed Grieks en speelt traditionele muziek op zijn gitaar. De Kretenzers zingen mee. Tien dagen na Prina zit ik op het terras van taverna Hellas in Palaiokastro. Ik ben klaar met de E4 op Kreta en heb met mijn vrouw afgesproken haar daar te treffen. We omhelzen elkaar. Maar we zitten nog maar nauwelijks iets te drinken of er kijkt een vrolijk kindergezichtje om de hoek: één van mijn kleinzoons. En ook mijn zoons zijn meegekomen om mij aan het eind van de E4 op Kreta te begroeten. Gaaf!

Noot: de routemarkeringen van de E4 zijn op dit oostelijke traject gemiddeld goed. Inmiddels lopen de E4 markeringen ook van Kato Zakros tot de baai van Chochlakis. Daar heb je de keuze om door een gemakkelijke kloof naar de hoofdweg te lopen of door het binnenland naar Palaiokastro. Zoek voor deze laatste route de blauwe markeringen vanaf de baai van Skinias. Langs de oostkust heb ik geen betrouwbare drinkwaterbronnen gevonden.